"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Uit de diepten van de hel

Zondag, 9 juni, 2019

Geschreven door: Marcel Hulspas
Artikel door: Richard Kroes

De opkomst van de islam

[Recensie] Uit de diepten van de hel, het nieuwe boek van Marcel Hulspas, gaat – net als zijn vorige twee boeken – weer over de islam. Nou ja: Hulspas pakt het net als in zijn eerste boek heel breed aan. De hoofdmoot bestaat uit een uitgebreide geschiedenis van de theologische debatten in het Byzantijnse Rijk over ingewikkelde kwesties als de vraag hoe dat nou precies zat met die Drieēenheid en hoe dat nou precies zat met de natuur van Christus: had-ie er nou één of twee? De goddelijke en/of de menselijke? En diezelfde vraag over persoon, natuur, energie en wil: één of twee van elk?

U denkt wellicht: waar gáát dit in vredesnaam over? Uw vraag is volkomen terecht. Hulspas legt het allemaal heel duidelijk uit, dus dat ga ik hier niet doen. Groot voordeel van zijn behandeling van de stof: het wordt heel duidelijk dat al die ‘theologische’ vraagstukken, tot op de dag van vandaag van belang voor de christenheid, niet alleen op basis van de schrift, theologische geleerdheid en vrome gedachtegangen aan een antwoord zijn gekomen, maar dat ook véél te grote ego’s van keizers en bisschoppen daar een niet geringe bijdrage aan hebben geleverd.

De doodgewone, ordinaire geschiedenis van macht, intriges en kuiperij komt in deze theologische geschiedenis uitgebreid aan bod en ook deze keer schuwt Hulspas de voetnoot niet voor de sappige details die hij in zijn hoofdlijn geen plek kon geven.

Ik denk dat dit boek het enige is dat helder en duidelijk, voor een breed publiek uiteenzet hoe allerlei theologische punten in de islam verbonden zijn met christelijke theologische discussies. Ook deze keer laat Hulspas duidelijk zien dat de islam niet in een woestijn-uithoek van de wereld is ontstaan, maar middenin de – ook theologische – verwikkelingen van de wereld zijn oorsprong vond.

Kookboeken Nieuws

Het eigenlijke doel van Hulspas boek is een verklaring vinden voor het enorme en snelle succes van de islam en in zijn ogen wordt daarbij de rol van de theologische debatten – en de verzwakking van het Byzantijnse Rijk die deze hebben veroorzaakt – steevast over het hoofd gezien. Daarnaast zou de vroege islam – en in Hulspas’ boek is dat nét even iets anders dan de islam zoals we die nu kennen – de Arabieren de ideologie hebben verschaft die hun veroveringen inspireerde, namelijk het idee dat zij – als afstammelingen van Abraham – aanspraak konden maken op Gods belofte aan Abraham: talrijk nageslacht en het Beloofde Land.

Ik denk niet dat hij gelijk heeft, maar voor het verhaal dat hij vertelt – en dat is een verhaal dat zonder meer waard is verteld te worden – maakt dat eigenlijk niet uit.

Er is in dat Byzantijnse rijk een boel overbodig gesoebat over theologische haarkloverijen en die discussies hebben hele duidelijke, zeg maar fysieke, gewelddadige consequenties gehad die zeker bijgedragen zullen hebben aan de verzwakking van het rijk. Dat punt verdient het gemaakt te worden. Anderzijds wordt – ook uit Hulspas’ boek – meer dan duidelijk dat de hoofdoorzaken gezocht moeten worden in een klimaatsverandering (waar we helaas veel te weinig over horen), een pestepidemie en bovenal de uitputtingsoorlog met het Perzische rijk van de Sassaniden. Datzelfde verzwakte Byzantijnse rijk kreeg de Perzen (nog nét) wel op de knieën.

Je zou je bovendien kunnen afvragen of het zonder al die theologische noviteiten beter afgelopen zou zijn. Per slot van rekening zijn de véél te grote ego’s van keizers en bisschoppen een ding van alle tijden. Die hadden echt wel wat anders gevonden om elkaar mee te sarren dan de Tweenaturenleer. En waren er ook theologische conflicten nodig om de Sassaniden aan hun einde te helpen?

Ook het idee dat de Arabieren ‘ontdekten’ dat zij als afstammelingen van Abraham ook vielen onder Gods belofte van een talrijk nageslacht (check) en bezit van land (hé, nog niet check) en zo op hun veroveringen uitgekomen zouden zijn, lijkt de omgekeerde wereld. Het is toch doorgaans – om met Marx te spreken – de onderbouw die de bovenbouw bepaalt en niet andersom.

De Arabische veroveringen kwamen door de stammendynamiek op gang, leidden onverwacht tot enorme gebiedsuitbreiding, dankzij het ineenstorten van het Sassanidische rijk en het bijna ineenstorten van het Byzantijnse, en creëerden zo een situatie waar een religieuze legitimatie niet onwelkom was. Het zou anders wel héél toevallig zijn dat de Arabieren hun theologische ontdekking deden, nét vlak voor het moment dat twee grote wereldrijken door hun hoeven zakten en de consequenties mogelijk maakten.

Dat alles gezegd zijnde: Hulspas brengt zijn verhaal met verve, vlot, overtuigend en met veel details en heeft een invalshoek gekozen die een zonder meer verrassende kijk op de geschiedenis levert.

Full disclosure: ik ken Marcel persoonlijk, ben heel zijdelings bij zijn eerste boek over de islam betrokken geweest, maar niet bij dit boek, dat ik u desalniettemin van harte aanraad.

Eerder verschenen op Apoftegma