"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Unesco's levend erfgoed

Donderdag, 5 november, 2020

Geschreven door: Massimo Centini
Artikel door: Chris Reinewald

Niet-aanstootgevend cultureel erfgoed

[Recensie] De meeste cultuur ligt op straat of in een ambachtswerkplaats en veel minder binnen museummuren. Cultureel erfgoed is de antropologische verzamelterm hiervoor.

Men onderscheidt materieel of immaterieel: ding of doen.

Voorop het rijk geïllustreerde koffietafelboek Unesco’s levend erfgoed prijkt iets immaterieëls: de menselijke toren die bewoners van het Spaanse Tarragona vormen – uiteraard in coronaloze tijden. Volgens een doordacht fysieke constructie klimt jong op oud.

Een hedendaagse Spaanse conceptkunstenares heeft volgens hetzelfde principe ook een vergelijkbaar groepskunstwerk ontwikkeld.

Foodlog

Immaterieel impliceert meestal massaal. Vlamingen op hun bouwen graag reuzen, dragen die feestelijk rond en steken ze dan in de fik: een menselijke behoefte bij massavermaak, waarover Elias Canetti al in zijn standaardwerk Massa en Macht schreef.

De Unesco, de culturele tak aan de Verenigde Naties in Parijs, beoordeelt en registreert zulk erfgoed om volkstradities voor later veilig te stellen, benadrukt het degelijke en dor vertaalde boek meermaals.

Mooi, maar ís erfgoed werkelijk zo onwrikbaar? Veel tradities blijken 18de of 19de eeuws en werden tussentijds aangepast. Spanje viert vele volksfeesten, wortelend in heidense rituelen, die – ter behoud – in quasi-Rooms Katholiek jasje zijn herverpakt. Er bestaat zelfs een soort morenfeest met zwart geschminkte, blanke deelnemers, waar we hier (en helemaal al in het boek) maar beter over zwijgen.

De brave keuze en volgorde in dit wereldcultuurboek verbazen. Waarom slechts vier keer Afrika?! Is Vodou (Benin, Haiti, Louisiana, Amsterdam zuidoost) geen multicultureel erfgoed? Met het Portugese koebelmakersambacht, veel geborduur, flamenco, de Spaanse rijschool in Wenen en onze Kinderdijk-molens omzeilt men actuele discussies.

Juist iets bruut-ongecultiveerds als Poklada, een Kroatisch-Hongaars eindwinterfeest in Mohács met verkleedpartijen in schapenvachten en angstaanjagende maskers, belichaamt onze oerinstincten.

Daarbij is het in de Westerse wereld, anders dan in het rigide Japan, Korea en China met rotsvast omschreven ambachten, juist gewenst dat tradities met de tijdgeest meebuigen.

Ook aan die actuele discussie brandt het boek zijn vingers niet. Maar de foto’s zijn werkelijk prachtig en nodigen uit tot nog eens bekijken om je te verbazen over onze wereld.

Eerder in kortere vorm gepubliceerd in Museumtijdschrift