"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vaderland en vrede, 1672-1713

Woensdag, 7 november, 2018

Geschreven door: Donald Haks
Artikel door: Karin de Leeuw

Toen De Nederlanden een eenheid werd

[Recensie] In 1648 werd de Vrede van Westfalen gesloten, in Nederland meestal aangeduid met de deelvrede die in Munster gesloten werd. De vrede van Munster betekende voor de Zeven Provinciën de definitieve vrijheid en onafhankelijkheid. Hij werd dan ook gevierd, zij het niet altijd van ganser harte en zonder bijsmaak.

Het volgende historische feit dat de meeste Nederlanders die nog geschiedenis op school geleerd hebben zich herinneren is het rampjaar 1672. Naast de moord op de gebroeders De Witt vertelde juf of meester dat “we werden aangevallen door vier buitenlandse machten”. Waarom dat was, is de schoolkinderen en hun leerkracht ontgaan. Dat hindert niet. Het bloedstollende verhaal over de moord was die middag in de schoolbanken al spannend genoeg. En daar ging de bel.

Voor wie echter nog meer wil weten, schreef historicus Donald Haks een aantal jaren geleden een boek. Vaderland en vrede belicht de periode waarin de Republiek in drie internationale conflicten meevocht, met name tegen de zonnekoning, Lodewijk XIV en zijn Frankrijk.

In 1672 werd Nederland aangevallen door zowel Frankrijk als Engeland en door de Duitse vorstendommen Munster en Keulen. Het had niet veel gescheeld of het land was er aan ten onder gegaan. Die herinnering bleef de volgende generaties bij. Men kan hier waarschijnlijk spreken van een traumatische ervaring. Zes jaar duurde de oorlog. De Hollandse Oorlog (1672-1678) wordt hij genoemd. Hij werd gevolgd door de Negenjarige Oorlog (1688-1697) en tenslotte de Spaanse Successie Oorlog van 1702 tot 1713. In dat laatste jaar werd de Vrede van Utrecht gesloten. De koning-stadhouder Willem III was toen al elf jaar dood, maar zijn rol als bestrijder van Lodewijk XIV wordt nog altijd in veel publicaties breed uitgemeten.

Boekenkrant

Het conflict draaide eigenlijk steeds rond Frankrijk. Dat land wilde de omsingeling door het Habsburgse Rijk voorkomen, dan wel doorbreken. De Habsburgers hadden immers naast Spanje, ook veel bezittingen in de Duitse landen en Oostenrijk en bezaten de Spaanse, zuidelijke Nederlanden. Weliswaar hadden de Habsburgers na de dood van Karel V gesplitst, maar veilig voelde de Zonnekoning zich niet.

De drie oorlogen vroegen veel van de kleine Republiek en liet haar achter met enorme schulden en een definitieve tweede plaats op het internationale toneel. Het landleger, dat in 1670 een omvang had van 32.500 manschappen, was aan het einde van de periode bijna vier keer zo groot. De marine kromp iets. De Franse koning vocht nu eenmaal vooral op het land. Desondanks bleef ook daar voortdurend investeren nodig. De officieren, zowel ter land als ter zee, waren voor driekwart uit de Republiek afkomstig. Het voetvolk bestond voor een niet onaanzienlijk deel uit huurlingen uit het buitenland. Je zou dus kunnen denken dat het hier ging om oorlogen die buiten de Nederlanden werden uitgevochten, grotendeels met niet-Nederlandse militaire en dat men er dus weinig leed van ondervond. Toch stierven bij sommige belegeringen, veldslagen of zeeslagen zoveel mensen dat op den duur iedereen in de Republiek iemand gekend moet hebben die een bekende verloren had. Behalve verliezen in mensenlevens verminderde de economische activiteit, waren er meer weduwen en wezen en was de belastingdruk hoog.

Des te opmerkelijker is het dat de oorlogen konden blijven rekenen op grote steun binnen de bevolking. Zelfs kan men stellen dat de oorlogen in hoge mate hebben bijgedragen aan de eenwording van de Republiek. De term ‘vaderland’, waarvan meestal wordt aangenomen dat deze een uitvinding is van het negentiende-eeuws denken, werd  toen al gebruikt.

Donald Haks zocht in Vaderland en vrede naar een manier om de publieke opinie te onderzoeken. Hij bestudeerde daarvoor de publiciteit rond de oorlog. Hoe wisten mensen wat er speelde? Hoe werd hun mening gevormd in de vroeg moderne tijd. Publiciteit is dan een onderdeel van communicatie en vraagt om een groep toehoorders met min of meer gelijke waarden en normen, die een boodschap als herkenbaar en acceptabel kunnen ontvangen. Historici hebben als sinds de jaren zeventig gewezen op de “nooit en nimmer aflatende , en door alle segmenten en groepen van de samenleving gedeelde discussiecultuur” (Frijhoff en Spies) in de Nederlanden. Ook toen hadden Nederlanders al overal een mening over.

Welke middelen werden ingezet? Naast prenten en pamfletten, bijvoorbeeld ook loterijrijmen en liederen. Met name Willem III was niet vies van het manipuleren van nieuws. Verschrikkingen over de wandaden van het vijandelijk leger werden schaamteloos aangedikt tot mythische proporties.

Ruime aandacht besteedt Haks aan preken. In de kerk kwam, in die tijd, het grootste deel van de bevolking samen. Preken waren bij uitstek geschikt om invloed op de publieke opinie uit te oefenen. De Staten-Generaal riepen in deze periode vele tientallen bededagen uit. Daarvoor schreven predikanten speciale preken, waarin een veldslag of vrede uitgebreid werd toegelicht en van een opinie werd voorzien. Regelmatig werden zulke preken daarna gedrukt. Was het fenomeen van de bededag aanvankelijk een calvinistisch fenomeen, in de loop der jaren werd het door andere kerken overgenomen, zodat een steeds groter deel van de bevolking er mee in aanraking kwam. Ook dit versterkt het beeld dat de oorlogen een nationale zaak werden, iets van het hele publiek.

De studie van de publieke opinie in de vroegmoderne tijd is de laatste jaren in opkomst. Ik vind het een heerlijk onderwerp. Het stelt ons in staat dichter bij het gewone volk te komen. Eerder besprak ik al het boek van Fernando Martinez Luna over de Nederlandse beeldvorming van de Spanjaarden tijdens de Opstand. Het boek verscheen begin dit jaar. Het boek van Haks is iets ouder. Hij is er in geslaagd een werkelijk nieuw licht te werpen op de vormen van publiciteit die in deze periode, de late zeventiende eeuw, werden gebezigd.

Beide boeken zijn uitgegeven bij Verloren. Het zijn pockets op zwaar papier met veel, goed gekozen, afbeeldingen. Het gaat om degelijk wetenschappelijk werk. Soms wordt het daardoor iets theoretisch, maar de redactie is zodanig dat de leesbaarheid gegarandeerd blijft. Ik moet bekennen dat ik een fan ben van dit soort boeken.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur: