"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Van kamer tot kamer

Woensdag, 6 juni, 2018

Geschreven door: Ruud Spruit
Artikel door: Karin de Leeuw

Een kijkboek vol Hollands glorie

[Recensie] Mensen wonen al lang. En al lang is dat niet meer alleen een kwestie van bescherming zoeken tegen regen en wind. Woningen zijn steeds groter en steviger geworden. Er zijn kamers met verschillende functies gekomen. Dat geeft vorm aan onze dagbesteding en werkzaamheden. De indeling van een huis bepaalt of ondersteunt ook de sociale orde: ruimtes voor personeel en voor bijvoorbeeld kinderen. Huizen met hun kamers, ze zijn de randvoorwaarden in ons leven.

Iedereen weet hoe het is een kamer binnen te komen. Thuis komen is misschien wel de belangrijkste manier van ergens binnenkomen. Vaak gaat het onbewust. Maar er zijn ook de kamers waar je binnenkomt en bewust de sfeer op snuift: je kijkt rond, je sluit je af om de lelijke inrichting niet te zien of je bewondert juist wat je ziet, kijkt naar de vaas in de vensterbank en bewondert een schilderij.

Ruud Spruit bewoont samen met zijn vrouw Simone zelf een fraai optrekje, het Waterschapshuis in Medemblik. Al vele jaren schrijft hij artikelen over de kleine geschiedenis van woningen, kunst en antiek. Voor het tijdschrift Herenhuis schreef hij een serie artikelen over de verschillende kamers in het huis. Nu heeft hij dit uitgebreid tot een boek over de kamers van zitkamer tot wc en van zolder tot kraamkamer en bibliotheek.

In een fraai, maar niet overdreven protserig, boek – meer een tentoonstellingscatalogus dan een salontafelboek- neemt Spruit je aan de hand en loopt met je van kamer naar kamer. Een keur aan foto’s van stemmige zolders, keukens vol blauw-witte tegeltjes en koper en schilderijen waarop verdwenen interieurs nog te zien zijn. Het is een oogstrelend geheel. Door dit boek bladeren is een genot.

Boekenkrant

Alleen, zodra je een bijschrift leest ontbreekt ineens de informatie die je wilt ontvangen. Regelmatig staat er geen jaartal of zelfs maar een periode aanduiding bij. Ook in de tekst ontbreekt het schetsen van veel ontwikkeling. “In het verleden werden voorname gasten niet direct ontvangen in de privé vertrekken,” begint het hoofdstuk over de mooie kamer. In welke tijd, in wat voor soort huizen, bij wat voor mensen werden gasten niet meteen ontvangen in de mooie kamer, was er nog een regionaal verschil? Wat was de achterliggende logica van de gewoonte en hoe veranderde die? In dit boek lees je er niet over, maar is dat erg?

Soms wordt even een techniek besproken die gebruikt werd, zoals de beschrijving van die in de grote zaal van kasteel Amerongen. Het blijft echter bij een verslag van enkele regels over de restauratie van deze speciale vloer, zonder verwijzing naar andere technieken of ontwikkeling.

Ik mis dat, maar dat kan aan mijn manier van lezen liggen.

Al met al hebben we hier een erg mooi boek, maar ondanks de uitvoering is het een typisch salontafelboek: heerlijk om in te bladeren en plaatjes te kijken.

–-

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles