"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Verder zien

Donderdag, 12 december, 2019

Geschreven door: Anja Frenkel
Artikel door: Jan Stoel

Verder kijken en dan verder zien

[Recensie] De missie van John en Marine Fentener van Vlissingen, de oprichters van de BCD Group, een van de grootste reisorganisaties ter wereld, is om mensen en bedrijven helpen slimmer te reizen en meer te bereiken. “Wij kijken verder dan de horizon en bedenken graag nieuwe manieren om problemen op te lossen,” staat te lezen op de  website van het bedrijf. Sinds 2008 bestaat Stichting Van Vlissingen Art Foundation. Ieder jaar mag één talentvolle Nederlandse kunstenaar een reis maken naar een bestemming naar keuze, om inspiratie tot bloei te laten komen, om een nieuwe stap te zetten in zijn/haar kunstenaarschap. Een publicatie over de reis en de kunstenaar en een tentoonstelling horen daarbij. Een kans voor de kunstenaar.

De kunstenaars die de voorbije tien jaar uitgekozen zijn worden geportretteerd in de publicatie Verder zien. Ze kijken terug op hun reis, maar kijken ook vooruit. Zonder uitzondering onderstrepen de kunstenaars het enorme belang van een toekenning van de Foundation voor hun ontwikkeling. Het is voor hen een sleutelmoment waardoor ze een nieuwe stap kunnen maken in de eigen kunstenaarspraktijk. Een publicatie, een tentoonstelling opent nieuwe mogelijkheden, zorgt ervoor dat nieuwe contacten ontstaan, musea en galeries geïnteresseerd zijn. En wat velen zeggen: de Foundation heeft voor erkenning  gezorgd.

“Kunst maken is als verlangen. Je komt nooit aan, maar je blijft reizen in de hoop dat je er zult komen. (Anselm Kiefer)”

De jubileumeditie van de Foundation, Verder zien is door Gert Jan Slagter prachtig vormgegeven. Ieder van de tien kunstenaars wordt geïntroduceerd met twee kenmerkende foto’s, een vermelding van hun woonplaats, de plek waarheen hij/zij mocht reizen, het thema van het werk. Auteur Anja Frenkel heeft eenheid aangebracht door in haar teksten iedere kunstenaar in een paar pagina’s perfect neer te zetten: een terugblik op de reis, de technieken en de materialen waarmee de kunstenaar werkt, wat hij/zij willen overbrengen op de toeschouwer, welke keuzes gemaakt worden. Het gaat ook over de spin off van de reis. En dat alles in duidelijke, begrijpelijke taal waar de passie van de kunstenaars van afspat. De diversiteit in disciplines komt mooi naar voren, maar ook de kruisbestuivingen die contacten met andere kunstenaars opleveren. Ieder portret wordt voorafgegaan door een kenmerkend citaat en geïllustreerd met representatieve afbeeldingen van kunstwerken. Het wordt duidelijk dat de kunstenaars nog steeds ‘op reis’ zijn. Het is een prachtig boek geworden, waarin kunst dichtbij de lezer gebracht wordt en dat je tot nadenken stemt.

Boekenkrant

Als inleiding heeft Anja Frenkel een  essay geschreven waarbij ze stilstaat bij de drang van de mens om nieuwe werelden te verkennen. “Het onbekende lokt, de blik moet verruimd worden.” Was het aanvankelijk bijvoorbeeld bijzonder om in de zestiende eeuw als kunstenaar naar Italië te reizen om daar te zien hoe collega-kunstenaars werkten, naarmate de infrastructuur beter werd (denk aan het spoorwegnet en de scheepvaart in achttiende eeuw) kon men ook in ‘verre landen’ inspiratie op doen, zoals in het Nabije en Verre Oosten. De kunst kreeg ook nieuwe perspectieven met de komst van de fotografie vanaf het midden van de negentiende eeuw. Schilderkunst was niet meer nodig voor pure registratie. De uitvinding van nieuwe materialen zoals de verftube gaf weer een andere dimensie. Kunstenaars voelden zich steeds vrijer om te experimenteren. De Wereldtentoonstellingen leverden kennismaking op met vreemde culturen, de Afrikaanse kunst, de Japanse prentkunst. De kunst veranderde steeds mee. Kunstenaars zijn nu globetrotters geworden. Frenkel constateert dat we nu in het antropoceen leven waarin de mens het aanzien van de planeet is gaan bepalen. Er ontstaan mondiale problemen: het klimaat, de ecologische crisis. Is de mens de uitbater van de aarde, rentmeester van de natuur of dient hij als eenheid te leven met de natuur? Kunstenaars bezitten het vermogen een andere wereld op te roepen kan ons laten nadenken, de werkelijkheid overdenken” stelt Frenkel. Vervolgens vertellen tien kunstenaars hun verhaal, waarin ze zich ook plaatsen in de traditie.

Beeldhouwer/schilder Eppe de Haan (1949) werkt in Toscane en in Den Haag, dichtbij de marmergroeven van Carara. Hij zoekt naar verbeelding van dromen, wordt geïnspireerd door de klassieke beeldhouwtraditie, werkt in marmer en wil zich nu meer verdiepen in het werken met glas. Hij zoekt een evenwicht tussen ideale schoonheid en realiteit.

Peter Blokhuis (1938) is tekenaar schilder en laat zich leiden door de complexe politieke en religieuze tegenstellingen. Hij is geïnspireerd door drama’s die zich afspelen bij de mensen die het moeilijk hebben. “Ik maak geen comfortabele kunst,” zegt hij.

Fotografe Scarlett Hooft Graafland (1973) reist naar afgelegen gebieden waar de traditionele cultuur nog zo goed als intact is. Ze zoekt het vertrouwen van de mensen en probeert daarmee in te gaan tegen de huidige tendens van wantrouwen. Zorgen om de wereld, zoals het stijgen van de zeespiegel, zijn onderwerpen in haar werk. Overal vind je transities naar het moderne leven, bijvoorbeeld in haar foto van een iglo opgebouwd van ijsblokken van limonade.

Glaskunstenaar Tomas Hillebrand (1977) werd geïnspireerd door Japan en zoekt vakmanschap, perfectie en pure natuur, combineert glazen sculpturen met Urushi (lakkunst uit Japan). Het is hem opgevallen dat de mensen in Japan een sterke band hebben met de natuur. Met zijn werk wil hij de kijker verleiden om over die verbondenheid na te denken.

Schilder Erik de Bree (1977) bouwt zijn schilderijen en collages op met lagen acryl en behangpapier, Daar breekt hij delen af en voegt weer toe. Hierdoor ontstaat een nieuw beeld. Onbevangenheid en onvoorspelbaarheid spelen in zijn werk een rol, net als in het leven.

Nathalie van Duivenvoorden (1988) reisde naar Noorwegen en zag dat de tinten daar anders waren. Ze maakt ruwe foto’s, bewust onscherp. Met kleurpotloden, laag over laag, ontstaat er een nieuw landschap met een eigen verhaal. Ze wil nu het smeltproces in Groenland willen vastleggen, omdat het belangrijk is om de consequenties van onze lifstyle-keuzes blijvend onder de aandacht te brengen.

Datzelfde idee heeft Vincent Mock (1980) die met zijn sculpturen de noodzaak van een radicale verandering van het menselijk gedrag jegens de natuur wil vastleggen. Activisme in het antropoceen is belangrijk voor hem. Zo maakte hij New Paradigm, waarbij het in de echte schedels van neushoorns een Chinese oude tekst graveerde waarin de essentie van de natuurbescherming naar voren komt. Dat wil hij in China en Hong Kong exposeren, de plekken waar de hoorn van de neushoorn gebruikt wordt.

Fotograaf Bastiaan Woudt (1987) werkt in zwart-wit. Kleur leidt te veel af. Hij wil mysterie creëren in plaats van alles af te beelden.

Mythologie en animisme staan bij Sophie Steengracht (1991) centraal. Alles is bezield, vindt ze. Ook bij haar heeft klimaatverandering een belangrijke plek in haar artistieke denken en ze voelt zich verbonden met de natuur.

Fotografe Rinske Former (1991) wordt beïnvloed door mythen en sagen (ze reisde naar Ierland) en verlangt naar een wereld waarin we niet ouder worden. Ze noemt zichzelf een modern romanticus en wil de blik houden van een kind.

Overal zie je op de reizen de verwondering bij de kunstenaars. Kunst kan helpen om onze kijk op de wereld te veranderen. Anja Frenkel weet het gezamenlijke van de kunstenaars fraai in een gedicht te verwoorden:

Verder kijken.
Kijken naar wat je ziet
in de wereld om je heen
Kijken naar jezelf
en zien waar je naar kijkt.
En dan verder zien.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

Verder zien

Rinske Former, Op zoek naar Tír na nÓg