"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vijf bijlen

Dinsdag, 2 februari, 2021

Geschreven door: A.L Snijders
Artikel door: Quis leget haec?

Zijn verhalen zijn wat ze zijn.

[Recensie] Een boek met 335 zeer korte verhalen in 657 pagina’s. Dat moet lekker weglezen, zo dacht ik in mijn vakantie. Toch wist ik in eerste instantie niet goed raad met dit boek, Vijf bijlen van A.L. Snijders.

Het las namelijk helemaal niet zo snel weg. De verhalen zijn kort, soms zeer kort, maar niet altijd rechttoe, rechtaan. Ik moest even wennen aan de schrijfstijl. Mede daarom heb ik toch mijn tijd genomen en er anderhalve maand voor uitgetrokken. Met resultaat.

Waar zit hem dat nu precies in? De verhalen van Snijders zijn, anders dan columns die vaak over een concreet onderwerp gaan, meer meanderende gedachtestromen. Soms begint een verhaal heel concreet, maar komt er meteen een gedachte vrij;

“Mijn jongste zoon heeft een vriendin (zou ik ook  kunnen schrijven ‘zijn vriendin heeft mijn jongste zoon’?)”

Boekenkrant

Terwijl de auteur heel goed weet dat hij dat mag schrijven, want elders geeft hij aan dat dat precies is wat hij doet. Er hoeven geen diepe lagen te zijn, het mag aan de oppervlakte, zijn verhalen zijn wat ze zijn.

Toch volg ik hem niet altijd, wat overigens prima is. Ik lees ook poëzie die ik niet altijd kan duiden. Zo presteert hij het om in het verhaal Droog Brood (18 regels) te verhalen over een jongen, die werkt op een flessenfabriek (op?) maar gaat reizen naar China, met oversteek naar Tasmanië. Weinig geld heeft hij, hij eet veel droog brood. Even later bevinden we ons bij de kassa van Casino Géant in Nevers waar iemand een Senseo-apparaat (Nederlandse uitvinding) staat af te rekenen, waarbij de makers van de documentaire Hiroshima mon amour Nevers beschouwen als het middelpunt van Frankrijk én van Franse burgerlijkheid. Bent u er nog?

De verhalen staan vol van die twisten en kronkelingen. Na verloop van tijd raakte ik gewend en werd echt benieuwd naar het volgende verhaal. Soms grijpen de verhalen terug op elkaar. Het zijn uiteindelijk autobiografische verhalen, waar ik eerst dacht te maken te hebben met louter fictie. Om een indruk te krijgen van de stijl, neem ik een prachtig verhaaltje op dat mij na aan het hart ligt qua onderwerp;

ARGUMENT

“In een ziekenhuis in Deventer rijdt een benauwde jongeman van 31 jaar in een rolstoel. Hij heeft een ziekte die zijn longen opvreet, hij weet al 20 jaar dat hij jong zal sterven. Op zondag mogen de gelovigen naar de ziekenhuiskerk. De meeste patiënten op de zaal van de jongen bezoeken de dienst, hijzelf gaat niet, hij gelooft niet in God. Zijn argument: er zijn zoveel klootzakken die oud worden.
Ik vind het een eenvoudig en goed argument, zakelijk en praktisch, zoals een goed stuk gereedschap. Dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn, vind ik ook mooi, maar meer iets voor de poëzie, niet geschikt voor het dagelijks leven.”

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur: