"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vingers van marsepein

Donderdag, 22 mei, 2008

Geschreven door: Rascha Peper
Artikel door: Rachel Levy

Zweven tussen jeugd en volwassenheid

Vingers van marsepein is het verhaal van twee tienjarige kinderen afkomstig uit dezelfde buurt van Amsterdam – maar levend in een geheel andere tijd. Benjamin leeft nu; Bregtje in 1704.

Bregtje is het nichtje van de Nederlandse anatoom, zoöloog en botanicus Frederik Ruysch (1638 — 1731). Ruysch verwierf wereldfaam door de manier waarop hij duizenden lichamen en lichaamsdelen van mens en dier conserveerde en zo een bizarre en soms ronduit lugubere ‘kunstcollectie’ opbouwde. Zijn geheim van de conservering, een liquor balsamicus, wilde Ruysch aan niemand verkopen. Dit gegeven, alsmede het feit dat Ruysch in 1717 een groot deel van zijn collectie aan Peter de Grote verkocht, waarna die in St. Petersburg terechtkwam, vormt de achtergrond van Peper’s boek.

Benjamin, woonachtig schuin tegenover het huis waar ooit Bregtje woonde, ontdekt tijdens een reis naar Rusland de collectie van Ruysch. Bij Bregtje draait de verhaallijn rondom het ontfutselen van het geheim van de liquor balsamicus.

Het oeuvre van Rascha Peper staat bekend om zijn rijke verteltraditie. Ook in het huidige boek wordt daartoe een poging gedaan. Met Ruysch’ werk als achtergrond krijgt het verhaal reeds vanaf het begin een brede context. Zeker voor Nederlanders, die de vaderlandse geschiedenis meestal slecht kennen, is het belangrijk wanneer een auteur het stof van de historische figuren afblaast en ze tot leven wekt. Dat doet Peper goed: ze slaagt er in een lezer mee te nemen in Ruysch’ bizarre werkplaats en beschrijft hem tot in fotografisch detail terwijl hij werkt.

Prettig is dat ze daarbij niet Ruysch zelf, maar diens nichtje Bregtje als hoofdpersoon neemt – waardoor wij, de lezers, Ruysch en zijn werk ineens kunnen aanschouwen door de ogen van een achttiende-eeuws kind. De levens van Bregtje en Benjamin kennen verschillende parallellen. Beide kinderen maken deel uit van ‘gebroken gezinnen’: Bregtje woont in bij haar oom en diens gezin nadat haar eigen ouders, broer en zus bij een ramp zijn omgekomen. Benjamin is kind van gescheiden ouders en deelt zijn leven tussen zijn vader en zijn moeder. Ook hij verloor een klein zusje, aan wie hij, net als Bregtje, nog slechts een vage herinnering heeft.

Hoewel hun leefwerelden danig verschillen, doet zich bij beide kinderen hetzelfde verschijnsel voor: ze zijn niet meer echt kind, maar ook nog niet volwassen. Ze krijgen wel signalen over kwesties die spelen in de wereld der volwassenen – maar slagen er nog niet in om deze afdoende te doorgronden.

Bregtje voelt lange tijd niet dat ze wordt gebruikt en voor de gek wordt gehouden door een concurrent van haar oom die de anatoom het geheim van zijn liquor balsamicus wil ontfutselen. En hoewel Benjamin zich verantwoordelijk voelt voor zijn moeder die vaak depressief is en hoofdpijn heeft, begrijpt hij niet dat veel van haar klachten zijn terug te voeren op de dood van zijn zusje, de mislukte huwelijksrelatie en de langzaam duidelijk wordende werkelijkheid dat zijn vader en diens nieuwe vriendin samen een kind gaan krijgen.

De manier waarop Peper de lezer dit soort zaken eerder laat begrijpen dan de hoofdpersonen zelf, bewijst dat ze een kundig schrijfster is en op overtuigende wijze een kind kan neerzetten.

Zo blijkt gaandeweg dat het verhaal niet draait om het geheim van de liquor balsamicus noch Benjamins Ruslandreis, maar om die fascinerende leeftijd van tien jaar, waarop men zweeft tussen kind en tiener, naïviteit en ervaring, begrip en onbegrip over de wereld der volwassenen.

Juist daarom is het jammer Peper dit onverwacht loslaat ten behoeve van een seksscène van de dan zevenjarige (!) Benjamin en zijn even oude klasgenootje:

‘Nog voor hij begreep wat er gebeurde, had ze haar mond tegen de zijne gestoten, priemde haar tong door zijn gesloten lippen en zocht daarmee, tot zijn afgrijzen, zijn mondholte af.’ […] ‘Klaske trok hem beter over zich heen, schikte zich behaaglijk onder hem en liet haar benen wat uiteenvallen zodat hij recht op haar lag. Alsof ze het al helemaal gewend waren, vonden hun lippen elkaar en begon het kussen opnieuw.’ […] ‘Klaskes lijf begon onder hem te golven, zodat hij vanzelf op en neer ging en hij wist dat dit het opwindendste was wat hij ooit had meegemaakt.’

De hele beschrijving duurt ruim twee bladzijden. Behalve dat het een stijlbreuk is met de rest van het boek, is de passage dodelijk voor datgene dat Peper elders in het boek zo goed doet – het accuraat en genuanceerd beschrijven van die fascinerende tussenleeftijd van tien jaar. Niet meer klein, maar evenmin volwassen zijn.

 


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Handel in veren

Vingers van marsepein