"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vissen redden

Donderdag, 29 oktober, 2009

Geschreven door: Annelies Verbeke
Artikel door: Daan Stoffelsen

Verbeke redt een mens

Ze heeft één missie: de vis, onze verre verwant, te redden. Of eigenlijk een dubbele: publiek bewustzijn kweken en haar eigen herinnering vervagen. Monique Champagne was ooit schrijfster en geliefde, maar nu is ze een nieuwe mens, wordt een nieuwe mens. Annelies Verbeke redt een mens in haar nieuwe roman Vissen redden.

Die mens is nu gelukkig. Ze zingt. Ze baadt. Ze organiseert een afscheidsfeest. Ze gaat op reis. Ze is sterk. Ze zal de vissen redden. Monique Champagne is gelukkig, ondanks alles, en ze is zich er pijnlijk bewust van – en anders wij wel.

‘Ze maakte zich op en kleedde zich aan alsof haar iets belangrijks te wachten stond, wandelde met een stevige pas naar de bakker en nam er met een stralende glimlach een knapperig brood in ontvangst. Weer onderweg naar huis, hief ze haar gezicht op naar de zachte motregen, waardoor ze de regenboog boven haar stad opmerkte. “Wat mooi”, vertelde ze zichzelf.’

Monique is het voorstel gedaan om haar betoog in de krant voor de redding van de vis, op enkele conferenties van maritiem biologen en visserijdeskundigen te herhalen. Zij zou de droge betogen van de wetenschappers bezieling geven. Deze kans om haar idealen concreet te maken, laat Monique Champagne zich niet ontgaan. Wat volgt is een reis langs conferenties in Tallinn, Lissabon, Athene, Vladivostok. De bezieling van Monique groeit, krijgt evangelische trekjes, wordt ondersteund door consequent volgehouden leugentjes voor bestwil, terwijl de ontvangst door de wetenschappers matter en matter wordt. Weet Monique zichzelf te redden?

Boekenkrant

Zoals alle samenvattingen is dit een simplificatie, maar Vissen redden is vooral complexer door het schijnbaar consequente perspectief dat Verbeke toepast en de variatie die ze daarin toch aanbrengt. De nadruk waarmee ze Monique Champagne herhaaldelijk bij haar volle naam noemt, versterkt het besef dat we iemand bekijken, maar verduistert dat we niet met een alwetende verteller te maken hebben. We weten niet meer dan Monique zelf. En al is dat veel – qua viskennisniveau kan ze zich meten met veel sprekers op de conferenties -, helemaal betrouwbaar is die kennis niet. Op momenten vallen haar masker van opgeruimdheid en haar verdedigingswal van ratio weg en ziet ze een verband tussen de dood van Jezus Christus (ichthus) en het uitsterven van vissen. Of vervalt ze in mijmeringen over hoe mooi en geweldig het toch was met haar grote geliefde.

‘Ze gaat achterwaarts onder, want hij is hier, ze ademt rustig, want hij is hier. Hij strooit broodkruimels in het water, laat guppy’s om haar middel zwemmen, laat haar de vissen voelen. Ze weet niet of ze zonder hem zou duiken, want hij is hier, ze weet niet wie ze is, want hij is hier. Hij wijst naar onderwaterbergen. Hij is hier.’

Maar nu is hij er niet meer, en in maar enkele pagina’s anekdotes als deze, elk een heldere inkijk op eerst de opkomst, dan de ondergang van een liefdesrelatie, wordt pijnlijk duidelijk hoe ongelukkig Monique eigenlijk is. Niet ontoevallig ontbreekt haar naam in deze parenthesis: hier roept ze zich niet tot de orde, hier is ze zich niet bewust van geluk, ellende, toekomst. En hier is elke illusie van overzicht verdwenen. Op andere momenten wordt de af en toe terugkerende lyrische toon overweldigend tot onbegrijpelijk: ‘Deze namiddag voelde aan als een glazen bruggetje over een woeste rivier.’ Maar dan meteen: ‘Het nu was al slechter geweest, vond Monique.’ Na elke roes volgt ontnuchtering.

Maar volgt er herstel? Je zou het denken, zo’n normaal personage stond nog niet eerder centraal in Verbekes romans, zo nuchter en helder de toon, zo afwezig aanvankelijk de bizarre uitspattingen. Haar wakkere relaas betreft dan ook niet de roes van slapeloosheid, haar doodleuke beschrijvingen zijn niet van de gekte van freakshows – ze duikt hier in de stilte in en na de storm van verdriet na verlies. Dat lijkt normaal, en lange tijd hoop je als lezer dat Moniques geluk terugkeert – pas laat wordt je duidelijk hoe groot en definitief de verwoesting was. Dat spel met verwachtingen speelt Verbeke knap, net zoals ze een prachtig evenwicht vindt tussen helderheid en lyriek, nuchterheid en roes. Vissen redden is een nieuwe stap in Verbekes oeuvre, dichterbij de realiteit én dieper in de binnenwereld.

Monique ten slotte. Heeft Verbeke Monique Champagne dan niet kunnen redden? Ach, herstel is misschien te veel gevraagd, misschien volstaat vrede. Monique Champagne is dan niet gelukkig, ze leeft in ieder geval.

Annelies Verbeke zal 17 november optreden in Spui25. De bronnen van Annelies Verbeke gaat over de inspiratiebronnen van de Vlaamse auteur. Arjen Fortuin zal haar interviewen en acteurs Karlijn Smit en Daan Weddepohl zullen fragmenten voordragen.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.