"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Visser

Donderdag, 4 september, 2008

Geschreven door: Rob van Essen
Artikel door: Nico Voskamp

Diep triest

Wat gebeurt er met een man wiens eerste dochter is gestorven, wiens vrouw hem onverschillig laat en wiens tweede dochter gaat trouwen met een lullo? Wat als hij zijn baan als geschiedenisleraar kwijt dreigt te raken door een onhandig gemaakte opmerking voor de klas? En wat als een groep schreeuwers van die opmerking een Trots op Nederland-achtige ideologie maakt en de man tot leider kroont? Als je niemand meer snapt en niemand jou meer snapt, wat rest er dan? Onverschilligheid en triestheid.

Behalve als je dit boek leest. Dan word je vrolijk van de subtiliteit waarmee het verhaal is opgebouwd. Je glimlacht in jezelf als er weer zo’n bijna Reviaanse eindzin komt: ‘Hier en daar lopen bejaarden met kleine honden.’ Je bewondert de schrijver om een ingenieuze wending van het verhaal. Je voelt de intense droefheid van Jacob Visser, hoewel dat nooit met zoveel woorden gezegd wordt, en juist daarom bewonder je weer de subtiliteit van het verhaal. En je blijft bladzijden omdraaien want je wilt weten hoe het Jacob vergaat.

Niet zo best. Na zijn ongelukkige opmerking over een kampbeul ontspoort zijn leven. De opmerking wordt uit de context gehaald en ingelijfd door een groepje neonazi’s: ‘Er zitten mensen in kampen en er zijn mensen die die kampen bewaken, en dat zal altijd zo zijn. En waar wil jij dan bij horen? … Het gaat niet om links tegen rechts, het gaat om sterk tegen zwak.’ Ze bouwen er een holle ideologie omheen die een hedendaagse politicus zomaar op de beeldbuis zou kunnen spuien.

Iedereen wil opeens iets van Jacob terwijl hij alleen maar rust wil om na te denken over Lila. Zij stierf terwijl hij en zijn vrouw machteloos aan de kant stonden. Hij kan de dood van het kind niet bevatten: ‘Weduweverbranding, denkt hij terwijl hij langs donkere weilanden rijdt, waar deden ze dat vroeger, in India? Als een kind doodgaat zou je de ouders moeten verbranden.. …Kom, de brandstapel staat klaar, het is even doorbijten, maar dan bent u er ook verder van af; gelooft u ons, u hebt geen idee welke dienst we u daarmee bewijzen.’

Dans Magazine

Rondom Jacob slaat de wereld op hol. Jacob flipt als hij bij de buren is. Met de zoon van buurman Zeger Braamhaar gaat zijn andere dochter Rosa trouwen. Zeger is ook psychiater en zal Jacob behandelen, maar zo ver komt het niet. Jacob staat voor buurvrouw Braamhaar. ‘Hij herkent het kettinkje… Hij brengt zijn hand omhoog en sluit zijn vingers om de ketting, vlak boven de plek waar die in het decolleté van mevrouw Braamhaar verdwijnt. Hij geeft een stevige ruk. Mevrouw Braamhaar struikelt naar hem toe…’ Daar gaat Jacob over een grens zonder terugweg.

Aldus voltrekt zich Jacobs onttakeling. Als hij zijn vrouw bezoekt in het ziekenhuis, belandt hij in een kamer waar Lila ooit lag. Daar ligt nu een terminaal jongetje dat hij wil troosten. Er komt een clown aan het bed: ‘Hier is August de Flaugust voor de zieke kindjes!’ Jacob probeert de clown weg te werken maar die vecht terug. Al worstelend verslaat hij de clown, die hard tegen een kast valt. Hij pakt de kleren en schmink van de clown, maar de ouders van het kind zien hem aan voor de clown die ze besteld hadden. Aan het bed van het jochie voert hij op hun verzoek een ontroerende act op, verlaat dan uitgeput het ziekenhuis.

Van zijn ‘optreden’ zijn video-opnames gemaakt. De echte clown is ongelukkigerwijs overleden en de politie begint belangstelling te tonen voor Jacob. Daarnaast wordt de neonazi-beweging ‘de Visser-jeugd’ steeds populairder. Het gaat er langzaamaan steeds slechter uit zien voor Jacob. Wat moet hij doen?

Visser is een even tragisch als realistisch boek. Het onnoemelijke verdriet van een vader die voor zijn gevoel gefaald heeft toen zijn dochter stierf, doordesemt het verhaal. Jacob worstelt met de engel – hier de clown – en verliest zowel de strijd als zijn grip op de realiteit. De ironie waarmee hij zich probeert te wapenen is niet bestand tegen de krassen op zijn ziel. Er rest niets dan een allesoverheersende triestheid. Rob van Essen zorgt ervoor dat wij die triestheid tussen de regels door meevoelen en dat is razend knap.

Voor het eerst verschenen op Bazarow. Ook verschenen op Nico’s recensies.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: