"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Volledige Werken Deel 5 Onder professoren/Uit talloos veel miljoenen

Dinsdag, 20 juli, 2021

Geschreven door: Willem Frederik Hermans
Artikel door: Quis leget haec?

Universiteitsromans

[Recensie] Uit talloos veel miljoenen. Beide zijn romans met een satirische inslag en nemen het academische milieu in Groningen op de korrel. Hermans heeft jarenlang deel uitgemaakt van dat milieu als assistent van een hoogleraar en later als lector aan de Universiteit van Groningen.

Nu was zijn functioneren daar onderwerp van discussie waar zelfs de politiek zich tegenaan bemoeide, hoewel Hermans’ naam uiteindelijk gezuiverd werd. Hij nam echter ontslag en schreef later deze werken. Het zijn natuurlijk sleutelromans, hoewel Hermans dit altijd ontkend heeft en zelfs bij Onder professoren een hilarisch nawoord toevoegt van ene Prof. Dr. B.J.O. Zomerplaag waarin deze professor dit ook stellig tegenspreekt. Op de vraag van Rob Delvigne hoe de fictieve professor aan zijn voorletters komt schrijft Hermans:

“Ik denk dat het komt doordat de bejo, net als de papegaai een vogel is, die wel wat zeggen kan, maar het moet hem eerst worden voorgezegd.”

De hoofdpersoon uit Onder professoren is de hoogleraar chemie Rufus ‘Roef’ Dingelam, die op een dag bericht krijgt dat hij de Nobelprijs voor chemie heeft gewonnen. Die krijgt hij voor de synthese van een stof die belangrijk is als de derde witmaker in wasmiddelen. Dat hiervan ook een potentieverhogend middel kan worden afgeleid is natuurlijk ook niet onbelangrijk. Roef is getrouwd met Gré, die maar nauwelijks besef heeft van het belang van de prijs. Gonnie, de vrouw van een collega, wel;

Boekenkrant

“het is toch zeker voor miljoenen huisvrouwen van het grootste belang dat de was schoon wordt?’… ’Of die idiote vluchten naar de maan,’ ging Gonnie verder, ‘en waarmee komen ze terug, van de maan? Met hun kleren vol stof! Geef mij maar een wasmiddel…”

De buurman van hun vakantieboerderijtje geeft hen spontaan een haan cadeau die ze als huisdier besluiten te houden, en langzamerhand stromen de felicitaties binnen. Niet van iedereen, want Tamstra, zijn superieur op de universiteit, heeft Roef altijd tegengewerkt en zal dat blijven doen.

Dat blijkt als de studenten een bezetting organiseren waardoor de huldiging van Roef gevaar loopt. Tamstra is daar eerst fel op tegen, maar schaart zich later achter de studenten. Hilarisch is het verhaal als Roef en Gré collega’s thuis op bezoek krijgen, maar niets in huis hebben. Het is al laat en alleen het plaatselijke eroscentrum is nog open voor een drankje en daar gaat het gezelschap dan naar toe. Laten ze daar nu Tamstra tegenkomen… Ook de bezetting gaat door en dat levert een paar smakelijke scènes op. Uiteindelijk wordt het toch druk voor Roef en Gré en vertrekken ze naar Monte Carlo om er even uit te zijn.

Het is een roman zonder groot plot of spanningsboog en de ontvangst was wisselend na publicatie. Ik heb mij er echter uitstekend mee vermaakt. Het is een satirisch verhaal, Hermans schrijft vlot en ik ben fan van zijn manier van vertellen;

“Het enige wat er viel te horen, was het geknetter en gehijg van een overjarige Volkswagenmotor, maar daarvoor moet je wel een beetje verstand van Volkswagenmotoren hebben en dat heeft niet iedereen.”

Verder vond ik het opvallend dat Hermans vaak situaties beschreef die potentieel tot ellende konden leiden, zoals het parkeren op een parkeerplaats waar het niet mocht, een reerug totaal anders klaarmaken dan het recept voor de lastige eter Roef, maar waar er vervolgens geen vuiltje aan de lucht was. Er volgde geen bon en de reerug smaakte Roef prima. Dat leest ook lekker weg merkte ik.

Uit talloos veel miljoenen speelt ook in Groningen en wel in Paterswolde. Clemens van Wissel is universitair medewerker en baalt ervan dat hij nog steeds geen hoogleraar is. Zijn vrouw Sita is aan de drank en probeert zichzelf te lanceren als schrijfster van kinderboeken over het Beertje Bombazijn. Hun huwelijk is geen toonbeeld van perfectie;

“Dag schat, ik heb een kopje thee voor je gezet’… En met een ruk ging zij rechtop zitten in bed. Hij zette het blaadje op het tafeltje bij haar hoofdeinde en dacht: Ik heb er alweer geen chloraal, geen arsenicum, geen thallium in gedaan… Ik ben een nobel mens.”

Sita heeft een dochter, Parel, uit een eerdere affaire die steevast op de verkeerde mannen valt. Dat wordt helemaal een ding als zij valt voor een lector die net boven Clemens is aangesteld. Die lector is jonger en hoger in functie, dus zal eerder hoogleraar worden en kan nu zijn schoonzoon worden. Een recept voor ellende. Dat loopt allemaal wat anders, want Parel heeft gedoe met mannen en belt dan steevast haar moeder;

“Toen werd de verbinding verbroken. Omdat in Nederland de telefoon zo perfect werkt, dat er nooit door onverklaarbare oorzaak een verbinding verbroken wordt, was het duidelijk dat Parel de hoorn neergelegd had.”

Clemens worstelt met zijn carrière en Sita mag zowaar op gesprek bij een uitgever in Amsterdam. Parel heeft ineens geld als water en of dat allemaal bij elkaar komt moet u zelf maar gaan lezen. Ook dit vond ik een prima verhaal.

Voor beide romans geldt dat de ontvangst nogal wisselde. Ze hebben misschien niet de intensiteit van Nooit meer slapen, maar ik heb mij geen moment verveeld en we praten toch over ruim 800 pagina’s in totaal. Schrijver/criticus Hans Warren schreef over Uit talloos veel miljoenen:

“Mensen die je in het werkelijke leven met stokken van de deur zou houden, vallen via deze roman urenlang bij je binnen om je voor drie tientjes dood te vervelen.”

Andere schrijver/criticus Ab Visser rekende deze beide romans juist weer tot de meest geslaagde romans van Hermans. Zo ziet u maar, ga ze lezen en oordeel zelf maar. Van mij mogen ze blijven. Van toegevoegde waarde is de uitgebreide ontstaansgeschiedenis van beide romans, die achterin het boek is toegevoegd.

Eerder verschenen op Quis leget haec?