"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vonkenregen

Woensdag, 21 oktober, 2020

Geschreven door: Hauke Friederichs
Artikel door: Marnix Verplancke

Op 1 september 1939 begon de Tweede Wereldoorlog. Hoe gingen de Europese grootmachten de maand voordien om met de oorlogsdreiging en waarom slaagden ze er niet in het conflict af te wenden?

[Recensie] Franz Honiok was het eerste slachtoffer van de Tweede Wereldoorlog. De Poolsgezinde Opper-Siliziër werd doodgeschoten terwijl hij samen met een stel kompanen op 31 augustus 1939 de Duitse radiozender van Gleiwitz aanviel, een daad van dusdanige buitensporige agressie dat nazi-Duitsland er een reden in zag om terug te slaan en op nog geen maand tijd heel Polen te veroveren. Of misschien toch niet, want was Honiok, een 43-jarige boer en handelaar in landbouwmaterieel, op 30 augustus immers niet opgepakt door de SS en opgesloten in de kazerne van Beuthen? Hoe kon hij de dag nadien dan een radiostation aanvallen? Heel eenvoudig: omdat hij een ‘conserve’ was, een van de tien Polen die de SS zouden vermoorden tijdens wat zij conform hun notoire galgenhumor ‘Actie Conservenblik’ noemden. Die operatie moest doen uitschijnen dat Duitsland aangevallen werd door Poolse commando’s, terwijl het in realiteit verklede SS’ers waren. 

Nadat Hitler met de oogluikende goedkeuring van Groot-Brittannië en Frankrijk het Sudetenland, Oostenrijk, Bohemen, Moravië en het Litouwse Memelland had ingepalmd, vond hij het stilaan tijd om ook Danzig weer bij het Groot-Duitse Rijk te voegen. Van 1815 tot 1919 was dat immers een Duitse stad geweest en 90 procent van de bevolking was Duitstalig. Dat de overwinnaars van WO I er een vrije stad onder bescherming van de Volkenbond van hadden gemaakt, zinde hem allerminst, net zomin als de corridor die Polen had gekregen doorheen Duits gebied en die het land met de Oostzee verbond en zo West- van Oost-Pruisen scheidde. Hitler vond dat het Verdrag van Versailles Duitsland onrecht had aangedaan door hele stukken Duits grondgebied aan de overwinnaars te schenken, en dus moesten de Volksduitsers die er woonden zo snel mogelijk weer echte Duitsers worden.

Actie Conservenblik

Boekenkrant

In Vonkenregen beschrijft Hauke Friederichs wat er de laatste maand voor die 1e september 1939 toen de oorlog begon gebeurde. Gevat, zakelijk en zonder enig commentaar laat hij de dagen passeren en volgt hij diplomaten, ministers en premiers in hun tevergeefse zoektocht naar de vrede. Want dat Danzig, de corridor en bij uitbreiding Polen als geheel een vogel voor de nazi-kat waren en dat die nazi-kat bereid was haar klauwen te tonen, dat wist iedere politieke analist eind jaren 1930. Zo ook de Britten en de Fransen die te allen prijze een nieuw Verdrag van München wilden vermijden. In dat verdrag, dat op 30 september 1938 was afgesloten, hadden zij nazi-Duitsland immers de toelating gegeven het Tsjechische Sudetenland in te palmen, zonder dat Tsjecho-Slowakije daarbij werd geraadpleegd. Hitler had in ruil vrede beloofd, maar toen hij een half jaar later heel Tsjechië veroverde, reageerden de Britten en de Fransen niet. Met hun appeasementpolitiek meenden ze Hitler in bedwang te kunnen houden, terwijl die er niet meer of minder dan een bewijs van hun zwakte in zag. Polen was echter een brug te ver, dat besefte ook Hitler. De Britten en de Fransen hadden mits de nodige verdragen het lot van Europa aan dat van Polen geklonken, en een oorlog tegen Polen zou er een tegen Groot-Brittannië en Frankrijk zijn. Maar stel nu dat de Polen eerst zouden aanvallen, redeneerde Hitler, dan mocht Duitsland zich toch verweren? En dus stak Actie Conservenblik de kop op. 

Reinhard Heydrich, die de Sicherheitsdienst leidde, de geheime dienst van de nazipartij, kreeg van Heinrich Himmler de opdracht een aantal acties op poten te zetten die de indruk zouden wekken dat Polen Duitsland aanviel. In totaal werden 300 SS’ers en politieagenten Polen binnengesmokkeld. 150 daarvan kregen een Pools legeruniform, wat een flagrante overtreding was van het internationaal recht dat zegt dat soldaten alleen een uniform van hun eigen land mogen dragen. Het idee was dat deze ‘Polen’ op een vooraf afgesproken moment een aantal Duitse doelen zouden aanvallen en dat daarbij tien doden zouden vallen, waarna Duitsland Polen zou binnenvallen, de Duitse luchtmacht een aantal Poolse steden zou bombarderen en het in Danzig gestationeerde slagschip Schleswig-Holstein de Poolse troepen en hun munitiedepot onder vuur zou nemen. 

Actie Conservenblik maakte dus deel uit van een politiek en militair theaterstuk dat al maanden aan de gang was. Ook Joseph Goebbels, Minister van Volksvoorlichting en Propaganda droeg daar zijn steentje toe bij. Zoals Ian Kershaw in zijn grote Hitlerbiografie schrijft, en wat Friedrichs jammer genoeg een beetje onder de mat veegt als louter propaganda, waren de Poolse Volksduitsers regelmatig het slachtoffer van discriminatie en pesterijen. Goebbels blies dergelijke gevallen enorm op, overdreef aantallen en zoog nog veel meer kommer en kwel uit zijn duim om tenslotte alle Duitse kranten de dwingen iedere dag hun voorpagina ermee te vullen. De term fake news bestond nog niet, en dag na dag raakten meer en meer Duitsers ervan overtuigd dat er dringend ingegrepen moest worden. In feite had Hitler in maart 1939 al beslist dat zijn volgende doelwit Polen zou zijn, en was het aantal Duitse troepen aan de Poolse grens geleidelijk opgevoerd, maar toch liet hij zijn Europese tegenstanders in de waan dat een wereldoorlog nog afwendbaar was. Er werd door verschillende personen op verschillende niveaus onderhandeld, soms openlijk, soms verdoken, waarbij het ene akkoord in de krant kwam en het andere alleen de staatsarchieven haalde. 

De Polen buitenspel

Omdat Danzig onder auspiciën van de Volkenbond stond, had in theorie Hoge Commissaris Carl Burckhardt het er voor het zeggen. Aangezien hij geen enkele macht had, kon hij echter alleen lijdzaam toezien hoe de Duitsers steeds meer SS’ers en wapens naar de stad stuurden en hoe de Polen van de weeromstuit ook hun troepenaantal opvoerden. Met de moed der wanhoop belegde Burckhardt besprekingen tussen de Duitsers en de Polen over een vreedzame toekomst voor Danzig en de corridor, maar het feit dat Duitsland in 1933 al uit de Volkenbond gestapt was, deed niet meteen het beste vermoeden. Bovendien liet het naziregime zijn minachting voor Polen constant blijken. Rechtstreekse onderhandelingen met Polen waren er amper. Net zoals Hitler in München het lot van Sudetenland beklonken had met de Britse premier Neville Chamberlain, zijn Franse ambtsgenoot Édouard Daladier en de Italiaanse duce Benito Mussolini, sprak hij liever over het lot van Polen met anderen, en daarbij kwam Chamberlain op de eerste plaats. 

Friederichs houdt zich strikt aan de gebeurtenissen, waardoor hij bijvoorbeeld geen oog heeft voor hetgeen Hitler al in Mein Kampf schreef, wat op meer dan een vlak een blauwdruk was van zijn latere acties. Wou Duitsland Europa veroveren, schreef hij, dan zou dat alleen kunnen na het sluiten van een verdrag met Groot-Brittannië, en dat niet alleen wegens de militaire macht van het Britse Rijk of de specifieke ligging van Groot-Brittannië op een eiland aan de rand van Europa, maar ook omdat hij respect had voor de Britten en hun cultuur. Dus onderhandelde Hitler met Chamberlain over het lot van Polen en niet met de Polen zelf, die hij simpelweg minachtte. In Hitlers wereldrijk toonde Mark Mazower al aan dat de meedogenloze roekeloosheid waarmee de nazi’s in Oost-Europa tekeergingen geen accident de parcours was, maar daarentegen al op papier stond nog voor de oorlog begon. Het waren Untermenschen die net als de Joden uitgeroeid  moesten worden om plaats te maken voor de Duitse kolonisten, zoals Timothy Snyder in Zwarte aarde schrijft. Want aangezien Engeland en Frankrijk de helft van de wereld hadden gekoloniseerd, had ook Duitsland recht op zijn kolonies, is in Mein Kampf te lezen. Ver hoefden ze daarvoor niet te gaan. Vlak bij huis, in het oosten, lagen enorme gebieden op Duitse kolonisten te wachten.

Onwetend van deze toekomstige gruwel ging Chamberlain vlot mee in Hitlers onderhandelingen, ook al vond hij de nazi’s in feite niet meer dan lompe paupers. Dat de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joachim von Ribbentrop ooit de Hitlergroet gebracht had voor de Britse koning Edward II, een absolute faux pas in diplomatieke kringen, zei volgens hem genoeg. 

Chamberlain minachtte de nazi’s, maar daardoor begreep hij hen ook niet. Zo was hij er bijvoorbeeld van overtuigd dat staatsleiders uiteindelijk altijd de vrede willen bewaren en dat geen mens bij zijn volle zinnen voor een oorlog zal kiezen. Er valt altijd te onderhandelen om de angel uit een conflict te halen, was zijn overtuiging, en dat Danzig zo’n angel kon worden besefte hij maar al te goed. ‘Danzig’, zei hij tegen een van zijn medewerkers, ‘zou best wel eens het nieuwe Sarajevo kunnen worden.’ En dus onderhandelde de Britse ambassadeur Nevile Henderson in Berlijn met Ribbentrop en Hitler over de voorwaarden waaronder de Duitsers Polen met rust zouden laten.

Parallelle onderhandelingen

Tegelijk met die onderhandelingen maar zonder dat Chamberlain of Hitler er aanvankelijk iets van wisten, bracht de Zweedse industrieel Birger Dahlerus op 7 augustus in het noorden van Duitsland een aantal invloedrijke Britten samen met nazikopstuk Hermann Göring, met wie hij goed bevriend was. Ook hier was het doel het vermijden van een oorlog en Duitsland ervan overtuigen dat de Britten het meenden met hun bondgenootschap met Polen. Naarmate de maand augustus vorderde, wist Dahlerus zich steeds meer op de voorgrond te wringen, in die mate zelfs dat hij uiteindelijk een parallel onderhandelingsparcours kon uitstippelen, naast dat van de Britse ambassadeur Henderson. Terwijl die praatte en nogal eens ruzie maakte met Ribbentrop en Hitler, pendelde Dahlerus heen en weer tussen Chamberlain en zijn minister van Buitenlandse Zaken Lord Halifax enerzijds en Göring anderzijds. Friederichs vermeldt het niet omdat het buiten het bestek van zijn boek valt, maar er hangt een verdacht geurtje rond Dahlerus, en dan vooral omwille van wat hij deed na 1 september. Wou hij alsnog de vrede bewerkstelligen, of probeerde hij de Britten een loer te draaien, feit is dat hij hen voorstelde Göring te steunen bij een staatsgreep tegen Hitler, terwijl daar in realiteit helemaal geen sprake van was. Dat de Britten tijdens het Proces van Neurenberg geen informatie wilden verstrekken over de oorlogsactiviteiten van Dahlerus, was ook hoogst verdacht. Voor wie werkte Dahlerus in feite? Voor de Britten? Voor de Duitsers? Of gewoon voor zichzelf? Een eenduidig antwoord is er nog steeds niet.

De vraag is echter of die onderhandelingen, waarbij Hitler in de laatste dagen van augustus duidelijk naar een bondgenootschap met de Britten hengelde, er wel nog toe deden. De put vullen hoefde in feite niet meer, aangezien het kalf al verdronken was, meer bepaald op 23 augustus, toen Ribbentrop en de Sovjetminister van Buitenlandse Zaken Vjatsjeslav Molotov in aanwezigheid van Stalin in Moskou hun niet-aanvalspact ondertekenden. Daarin beloofden de twee grootmachten elkaar niet aan te vallen, en ook niet in te grijpen wanneer een van beide een ander land zou aanvallen. In de niet-gepubliceerde protocollen werd verder gestipuleerd hoe Centraal-Europa er in de toekomst zou uitzien: Polen werd verdeeld tussen Duitsland en de Sovjetunie en dat laatste land kreeg ook Finland, Estland, Litouwen, Letland en delen van Roemenië. Alles ten westen ervan was voor de nazi’s. Er was bovendien een handelsluik aan het pact verbonden. Jaarlijks zouden Duitse producten ter waarde van 200 miljoen rijksmark geruild worden tegen Russische grondstoffen met een waarde van 180 miljoen rijksmark — moderne machines en wapentuig in ruil voor aardolie en voedingsmiddelen dus. 

Trage diplomatie

Maar het had ook anders kunnen lopen. Midden juli 1939 had de Sovjetunie Groot-Brittannië en Frankrijk naar Moskou uitgenodigd om te spreken over een pact dat in feite een kopie zou worden van de entente uit de Eerste Wereldoorlog. Stel dat nazi-Duitsland geprangd zat tussen de Britten en de Fransen aan de ene kant en aan de andere de Sovjets, die een akkoord hadden dat ze elkaars neutraliteit zouden garanderen, dan zou Hitler automatisch wel een toontje lager zingen, was Stalins gedachtegang. Als Hitler oorlog wilde, zou hij die op twee fronten tegelijkertijd moeten voeren, en al was het Duitse leger sterk, ook de Führer wist dat het om zo’n oorlog te voeren zeker nog vier of vijf jaar zou moeten groeien.

De Britten en de Fransen reageerden maar lauwtjes op het voorstel van Stalin. Hitler mocht dan wel een nazi zijn, Stalin was een communist, en was dat dan zoveel beter? Pas drie weken later vertrok een delegatie richting Leningrad aan boord van de City of Exeter, een vrachtschip met een topsnelheid van 13 knopen of zo’n 24 kilometer per uur, alsof ze Phileas Foggs reis om de wereld in tachtig dagen nog eens wilde overdoen en zeker niet te vroeg wilden aankomen in Rusland. Ook in Moskou, waar het gezelschap op 12 augustus aankwam, leken de Britten niet over te lopen van enthousiasme, en dus zette Stalin zijn geheime gesprekken met de nazi’s verder, gesprekken waarvan de Amerikanen trouwens door hun spionnen op de hoogte werden gehouden. Op 16 augustus stuurde de VS daarom een telegram naar Londen, om de Britten te waarschuwen en aan te zetten tot meer bereidwilligheid. Tevergeefs echter, want het Britse parlement was in reces en de veiligheidsdiensten lagen grotendeels stil wegens de vakantie. Pas zes dagen later werd het telegram gevonden, een dag voor Molotov en Ribbentrop hun akkoord ondertekenden. 

Stalins feestje

Zo’n pact met Frankrijk en Groot-Brittannië leek Stalin uiteindelijk toch maar niets. Veel liever nazi-Duitsland, redeneerde hij. Duitsland zou Polen binnenvallen. Daarop zouden de Britten en de Fransen Duitsland de oorlog verklaren. Jarenlang zouden ze elkaar uitputten, tot er niets meer van overbleef, en ze als rijpe vruchten in Stalins schoot zouden vallen. Ja, laat die kapitalisten elkaar maar afmaken, lachte hij in zijn vuistje, het communisme zal er alleen maar wel bij varen. Vrede met Duitsland zou bovendien betekenen dat hij zich volledig op het Oosten zou kunnen concentreren, op de strijd tegen Japan. En dus werd het een uitbundig feest, die nacht van 23 op 24 augustus in Moskou, waarbij de wodka rijkelijk vloeide en Stalin, gewoon om de nazi’s wat te jennen, om de haverklap een toost uitbracht op de Joden. 

Ook in de Berghof, Hitlers favoriete verblijfplaats op de Beierse Obersalzberg, gingen de pannen van het dak. Niets stond een invasie van Polen nog in de weg. Inmiddels had de Wehrmacht 54 divisies naar de Poolse grens gestuurd, waarvan er zes uitgerust waren met tanks en acht met andere militaire voertuigen, en ook 2500 vliegtuigen stonden paraat. In totaal ging het om zo’n anderhalf miljoen soldaten die, zo maakte Hitler bekend aan de legerleiding, op 26 augustus om 04.30 uur de aanval zouden inzetten. 

Het pact tussen de Sovjetunie en Duitsland was wereldnieuws. De Britten haalden de musea leeg en begonnen zandzakjes te vullen, Frankrijk ging over op alarmfase 4 en de Polen voerden de algemene mobilisatie in. Misschien kunnen we Hitler toch nog op andere ideeën brengen, dachten deze drie landen echter. Daartoe sloten ze op 25 augustus een nieuw bijstandspact af waarin ze beloofden dat er een wereldoorlog kwam wanneer Polen aangevallen zou worden. Tegen alle verwachtingen in begon Hitler toch te twijfelen. Hij was er immers altijd van uitgegaan dat hij Polen zou veroveren en dat Frankrijk noch Groot-Brittannië zou reageren, zoals dat indertijd met Tsjechië was gebeurd. Toen Mussolini ook nog eens liet weten dat hij niet meedeed aan de nakende oorlog omdat hij er niet klaar voor was, blies Hitler de aanval af. Maar niet voor lang. Dan doen we het maar alleen, sprak hij een dag later zijn wanhopige legerleiding toe. Op 1 september om 04.45 uur ging operatie Fall Weiss, zoals het strategische plan om Polen te veroveren werd genoemd, van start. Een paar uur eerder werd Franz Honiok uit zijn cel gehaald om de eerste van de ongeveer 55 miljoen slachtoffers van WO II te worden. 

Eerder verschenen in Knack