"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Voor wie in het donker op mij wacht

Vrijdag, 19 april, 2019

Geschreven door: Antonio Lobo Antunes
Artikel door: Anke Cuijpers

Verbeeldingskracht in een aftakelend brein

Sommige schrijvers lees je vanaf hun eerste roman, terwijl anderen pas in je aandachtsveld komen bij wat misschien hun laatste werk gaat zijn. António Lobo Antunes (1942) schreef een omvangrijk oeuvre bij elkaar waaraan in 2016 het, nu in het Nederlands vertaalde, Voor wie in het donker op mij wacht werd toegevoegd. Zo leer ik Antunes kennen zoals ik in deze roman Celeste, de negenenzeventigjarige actrice die aan Alzheimer lijdt, leer kennen: grotendeels post rem.

[Recensie] Zonder haar verbeeldingskracht zou de wereld van de oude Celeste beperkt zijn tot haar appartement, met slechts af en toe een uitstapje naar de arts om te zien of ze al naar een verpleegtehuis kan. De neef van haar man, die beloofd heeft voor haar te zorgen, doet dat niet erg van harte. Hij blijkt voortdurend te azen op de erfenis, hij stapt in het appartement rond terwijl hij hardop de waarde taxeert van de woning. Zijn vrouw is nog inhaliger dan hij zelf is, en de dame op leeftijd die is ingesteld om Celeste te verzorgen lijkt ook alleen bezorgd om haar baan en de extra’s die ze probeert te krijgen door slecht eten te koken en spullen te verdonkeremanen. Celeste geeft bij dat alles een venijnig en helder commentaar, ook als ze tenslotte niet meer hardop spreken kan. Haar verbeeldingskracht is aanstekelijk, voor de lezer, maar ook voor de mensen om haar heen. Zo is er een moment in het verhaal waarin de neef van haar man verzucht: nu hoor ik ook al iets blaffen in de keuken. We zijn in dit verhaal overgeleverd aan de oude actrice, en horen de dialogen zoals zij ze hoort:

‘‘’Vergis ik me of heb je daar een blaffende hond zitten?’
misschien zou ik de schort ’s middags moeten uitlaten, als dieren lang binnenblijven kwijnen ze weg, de dame op leeftijd hing de schort aan de spijker
‘Waar wou u daarmee heen?’
zorgen voor de gezondheid van het dier natuurlijk, wat een domme vraag, de neef van mijn man zette het meisje met de zwaan terug op het kleedje
‘Hoezo repetitie vandaag u bent toch niet weg geweest of bent u in ochtendjas naar het theater gegaan?’
en inderdaad, ik had mijn ochtendjas aan, geen jurk, geen make-up en geen schoenen, de leugen
‘ik heb me meteen omgekleed’
een domme leugen want niks geen jurk op bed, niks geen jurk op de vloer, mijn haar slordig en toe aan een verfbeurt, een gezicht dat dat van mij nabootst als ik wakker word, rimpels en kreukels, een ontstoken ooglid, en dat komt allemaal door de spiegel, want ik ben helemaal niet zo’”

Er staat geen enkele punt in bovengenoemd citaat. Het verhaal dat Celeste vertelt bestaat uit welgeteld vijfentwintig zinnen. Wie al bekend is met het werk van deze auteur zal dat niet verbazen. Antunes heeft een hele beeldrijke, associatieve en springere stijl van schrijven geperfectioneerd. In deze roman bestaat de proloog en elk volgend hoofdstuk uit een lange meanderende zin vol herinneringen en commentaar op haar omgeving, onderbroken door de opmerkingen van de neef van de man van Celeste, de huisarts, en de dame op leeftijd die haar verzorgt. Deze extreem doorgevoerde stream of consciousness zorgt ervoor dat we Celestes belevenissen ervaren alsof we door een virtuele dementiebril kijken, soms helder, soms bizar.

Boekenkrant

Alzheimer is een ziekte waarbij het kortetermijngeheugen als eerste hapert, en lijders aan die ziekte verwarren steeds meer de dagelijkse realiteit met wat in hun geheugen bewaard ligt. Steeds meer verwijlt Celeste bij haar vroegste herinneringen, eerst bij haar twee huwelijken, als actrice aan het toneel, we lezen over de moeite die ze moet doen om kleine rollen te krijgen bij de actrices uitbuitende directeur, en gaandeweg steeds meer als kind bij haar ouders. Langzaamaan begrijp je bijvoorbeeld waar de fixatie op het kruisbeeld boven het bed vandaan komt, dat ook al tegen de muur klapperde als haar ouders stiekem vreeën om het kleine dochtertje niet wakker te maken. Antunes laat daarbij zien hoe dat cirkeltje waarin het geheugen zit steeds kleiner wordt, en daarmee ook wat zij oppikt van de werkelijkheid. Dit is bezwerende lectuur. Vermakelijk door de fantasie van Celeste, fascinerend door de stijl die Antunes hanteert. De laatste pagina van deze roman is zonder paginanummer, wanneer hou je inderdaad op te bestaan, is niet meer over je te vertellen. Op die laatste pagina wil je als lezer het boek nog even geopend laten, zoals je in een theaterzaal na een mooie voorstelling nog even blijft zitten nadat het doek is gevallen, het kleine moment voor het applaudisseren begint.

António Lobo Antunes wordt genoemd als kandidaat voor de Nobelprijs. Heel terecht. Hij schrijft zinnen die kolken en buitelen. Lees Antunes en je snapt hoe betekenis kan ontstaan in taal.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

Fado Alexandrino

Voor wie in het donker op mij wacht