"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Vriend & vijand. Decadentie, ondergang en verlossing

Zondag, 12 mei, 2019

Geschreven door: Arnon Grunberg
Artikel door: Arnold Heumakers

Arnon Grunberg verdiept zich in de omstreden denker Schmitt

Politieke filosofie Volgens de omstreden Duitse denker Carl Schmitt hoorden strijd en oorlog bij de zondige mens. Grunberg verdiepte zich in Schmitt en vooral in de vraag “Kan de mens zonder een vijand?”

 

[Recensie] Het onderscheiden van vriend en vijand was volgens de Duitse staatsrechtgeleerde Carl Schmitt (1888-1985) de kern van wat hij ‘het politieke’ noemde. Om te achterhalen wat iets in wezen was, diende men uit te gaan van de extreemste mogelijkheid. Bij het politieke was dat de oorlog, ondenkbaar zonder het onderscheid tussen vriend en vijand. Schmitt vond niet dat alle politiek oorlogszuchtig was of zou moeten zijn, maar een politiek die met oorlog geen rekening hield verdiende deze naam niet.

Strijd en oorlog hoorden bij de zondige mens, daarvan was de aartskatholieke Schmitt overtuigd. Met Kaïn en Abel en hun vijandschap was de wereldgeschiedenis begonnen. Aan de politiek, in het bijzonder de staat, de taak om althans binnen de samenleving orde en veiligheid te bewaren. Een taak waartoe de staat alleen bij machte was, als hij het geweld dat hij zijn burgers verbood zelf niet schuwde. Aan geweld, macht en strijd, hoezeer soms ook bedekt en verborgen, viel nooit te ontkomen.

Weinigen hebben in de twintigste eeuw zo consequent de machtsfactor in het recht en de politiek benadrukt als Carl Schmitt. Het maakte hem, mede door zijn keuze voor Hitler in 1933, tot een omstreden denker. Maar ook tot een denker die nog altijd gelezen wordt, zowel door links als door rechts. Iedereen die ontevreden is met liberalisme, humanisme of parlementaire democratie kan bij Schmitt terecht voor prikkelende en vlijmscherp geformuleerde argumenten. Zelfs zijn tijdens het Derde Rijk openlijk beleden antisemitisme heeft hem niet definitief tot persona non grata gemaakt.

Decadent vermaak

Ook Arnon Grunberg, nooit bevreesd om een ‘gevaarlijk’ denker serieus te nemen, gaat zich in Vriend & Vijand. Decadentie, ondergang en verlossing, verschenen in de sympathieke reeks Nieuw Licht (hedendaagse auteurs bespreken filosofische klassiekers), niet te buiten aan morele verontwaardiging. Met als uitgangspunt de vraag “Kan de mens zonder vijand?” reflecteert hij op Schmitts bekendste geschrift Der Begriff des Politischen uit 1932. Aan bod komen onder meer de mogelijke eenwording van de mensheid, de rol van het geweld in recht en samenleving, de betekenis van het politieke, het aandeel van de theologie in de politiek en de houding die we tegenover de vijand moeten innemen.

Het is opmerkelijk hoe ver Grunberg met Schmitt meegaat in zijn boeiende, zij het ook wel wat warrige betoog: meer een fonkelende improvisatie dan een consistente dieptepeiling. Ondanks zijn wereldburgerschap heeft Grunberg grote twijfel over de menselijke eenwording en hij gelooft – mede op gezag van Benjamin en Derrida – in de fundamentele betekenis van het geweld. Hij verdedigt weliswaar het decadente ‘vermaak’ (dat volgens Schmitt overbleef nadat het politieke in liberale neutraliteit was verdampt) als ‘spel’, maar houdt vast aan de ‘ernst’ die we vooral met betrekking tot het geweld niet uit het oog zouden mogen verliezen. Zelfs Schmitts abstruse ‘politieke theologie’ blijft gevrijwaard van spot en scepsis. Op diens notie van de katechon ofwel de ‘tegenhouder’ van wetteloosheid en catastrofe, gebaseerd op een raadselachtige passage in een brief van de apostel Paulus over de Apocalyps, gaat Grunberg uitgebreid in. Om tot de voor rechtse Schmitt-fans verrassende conclusie te komen dat tegenwoordig de EU de rol van katechon vervult.

Ook elders in Vriend & vijand wordt het denken van Schmitt, ongetwijfeld tot diens eigen postume verbazing, gebruikt om het huidige populistische nationalisme de oren te wassen. Van Hans Keilson (In de ban van de tegenstander) heeft Grunberg geleerd dat je een vijand pas begrijpt als je erin slaagt iets van jezelf in hem te herkennen, en dan kan hij dus ook worden ingezet ter bestrijding van je andere vijanden.

Eerder verschenen in NRC Handelsblad en op Arnold Heumakers