"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Waanwijze lasterbende

Woensdag, 3 april, 2019

Geschreven door: Geertje Dekkers
Artikel door: Karin de Leeuw

Ruzie maken over de jonge wetenschap

[Recensie] In de zeventiende eeuw veranderde het wereldbeeld. De tijd van de wetenschappelijke revolutie wordt het wel genoemd. Veel ontwikkelingen liepen door de Nederlanden. Mede daarom is er het laatste decennium in het Nederlands taalgebied sprake van een grote belangstelling voor de wetenschappelijke discoursen van die tijd. Het valt dan ook niet mee om daar nog iets origineels over te schrijven. Er zijn al zoveel diepgravende en veelzijdige werken verschenen.

Toch schreef historicus en freelance onderzoeker/journalist Geertje Dekker een onderhoudend werk. Ze nam daarbij de ruzies en felle discussies tussen wetenschappers van de zeventiende eeuw als uitgangspunt. Acht gevallen beschrijft ze, in acht gave hoofdstukken.

Dat de nieuwe wetenschappelijke inzichten tot discussies, verschillen in interpretatie en na-ijver leidden hoeft niemand te verbazen. De wetenschappers waren bevlogen mensen, mannen (meestal) die hun nek uitstaken. Ze vielen kennis aan die al eeuwen stand hield, soms al sinds de tijd van Aristoteles. Daar komt wat passie aan te pas.

Van het een komt dan het ander. Vaak zonder dat de denkers, uitvinders en nieuwlichters het wilden ging door hun wetenschappelijk werk hun wereldbeeld schuiven. Een aarde die stilstaat in het middelpunt van het heelal is nu eenmaal iets totaal anders dan een willekeurige planeet, aarde genaamd, die om een willekeurige ster, zon, draait, zoals Stevin na enig aarzelen concludeerde. Daarmee begon ook het godsbeeld te kantelen. De wetenschappers zelf hadden het daar maar al te vaak moeilijk mee. Vaak trachtten ze de kloof tussen wat ze in hun experimenten vonden en het theologisch beeld waarmee ze vanaf hun jeugd verbonden waren te overbruggen. Er wordt dan ook wel op gewezen dat zeventiende-eeuwers de veranderende inzichten minder als een revolutie ervoeren dan wij nu wel eens aannemen. Geloof in bezieling en magie waren hardnekkig, schrijft Dekkers. Zeker is dat ook zeer moderne mensen als Newton en Simon Stevin soms verrassend ouderwetse gedachten hadden. Zo geloofde Stevin dat er een oertijd was geweest, nog voor de Griekse filosofen, toen de mensen alles hadden geweten.

Boekenkrant

Er waren er echter die het heel bont maakten. De jurist Pieter Rabus, een belangrijk verdediger van moderne wetenschappelijke inzichten, geloofde dat zijn vrouw met een wichelroede goud kon vinden. Voor hem waren deze twee dingen niet tegengesteld. Zijn tijdgenoten ging het echter te ver. Hij werd om zijn wichelroede-verhaal uit gelachen.

Ruzies gingen over wetenschappelijke resultaten, maar vaak was er ook sprake van methodische meningsverschillen. Moest je experimenten doen of alleen maar waarnemen? Daarnaast was er gewoon jaloezie of beoordeelde men elkaar op stand en rang. Van Leeuwenhoek kreeg te maken met een jongere collega die op hem neerkeek. Van Leeuwenhoek was maar een ambachtsman en hij sprak niet het intellectuele jargon van de volgende generatie, die aan de universiteiten hadden gestudeerd. Ook de arts Van Deventer, een man die nu vaak gezien wordt als de grondlegger van de verloskunde, kreeg er mee te maken: hij mocht zijn vak niet uitoefenen omdat hij zijn proefschrift in het Nederlands had geschreven.

Naast ruzies en ambities in de natuurwetenschappen, filosofie en daaruit voortkomende discoursen over de theologie behandelt Dekkers ook een kwestie binnen de geschiedwetenschap. Michel de Montaigne had in zijn geschriften in de zestiende eeuw reeds aangedrongen op een fundamentele twijfel aan alles, ook aan geschiedkundige kennis. Twijfelen is één ding, maar de mens zit zo in elkaar dat hij vervolgens nieuwe zekerheden zoekt. Sommigen, onder wie mensen als Descartes, pleitten er voor om die te zoeken in de natuurwetenschappen. Naast veel nieuwe wetenschappelijke kennis werd dus in de zeventiende eeuw ook al de kiem gelegd voor de onderwaardering van de humaniora.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles