"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Waarheid

Zondag, 27 juni, 2021

Geschreven door: Tom Phillips
Artikel door: Marcel Hulspas

Over het produceren van nonsens

[Recensie] ‘Fucking briljant’ staat er op de omslag. Was getekend Sara Knight. Dat is blijkbaar haar mening over dit boek. En dat zou dus een aanbeveling moeten zijn. Sara Knight (ik moest het opzoeken) heeft een aantal zelfhulpboeken op haar naam staan waarin heel vaak de woordjes ‘fuck’ en ‘shit’ voorkomen. Het is haar handelsmerk. Volgens haar kun je gelukkig worden door je fucking shit nergens iets van aan te trekken. Ze verkoopt, kortom, bullshit. En dat geldt ook voor deze aanprijzing. Tom Phillips, is allesbehalve briljant. Het boek is saai, voorspelbaar, flauw en beside the point. Ik zal dat toelichten.

Phillips studeerde en was sindsdien ‘werkzaam als’ journalist, factchecker en cabaretier. Bij aanvang belooft hij de lezer heel wat. Waarheid, schrijft hij, ‘neemt je mee op een busreisje langs de ongelooflijkste leugens, de krankzinnige onzin en de meest hardnekkige onwaarheden uit de geschiedenis. Veel van wat je hier kunt lezen is werkelijk niet te geloven […] Aan het eind van dit boek zul je begrijpen waarom er nooit een tijdperk van waarheid is geweest en zul je een nieuw soort waardering krijgen voor het schitterende spectrum van nonsens dat wij als soort hebben weten te produceren.’

Die waardering heb ik helaas niet mogen ervaren. Om de simpele reden dat Phillips niets, maar dan ook werkelijk niets nieuws te melden heeft. Het boek opent met een korte bloemlezing van opmerkingen over leugens en leugenaars, gevolgd door een gratuit overzichtje van ‘zeven redenen waarom leugens zich verspreiden’. Hij noemt: er wordt niet gecheckt, we weten niet beter, iedereen zegt, het klinkt mooi, we zijn koppig, we zijn onverschillig, we hebben ze niet door. Een lijstje dat zich moeiteloos laat uitbreiden. En als het dan tijd wordt voor de ‘ongelooflijkste leugens’ et cetera, (vanaf pagina 53), dan blijkt dat alles wat hij te vertellen heeft overbekend is, dat zijn voorbeelden al in tientallen boeken hebben gestaan, en in even zoveel Wikipedia lemma’s zijn vastgelegd – en dat vaak beter.

Komt daarbij dat het vrijwel allemaal uit de Angelsaksische bullshittrommel komt. De almanakgrap van Benjamin Franklin, olifanten op de maan, een slang in New York, de brieven van Jack the Ripper, de Mattoon gasser… en dan zijn we al halverwege dit boek. En we eindigen met de hersenvervolging, de middeleeuwse beschuldiging dat lepralijders (of joden) het drinkwater vergiftigden, en wat grappen in Wikipedia. En dat in thematische hoofdstukjes, zonder enig richtinggevoel. Een ‘schitterend spectrum’? Goed, voor wie volkomen nieuw is op dit al zo vaak afgegraasde terrein valt er misschien nog iets te genieten maar voor wie een beetje ingevoerd is in dit thema bevat Waarheid niks nieuws. Phillips verwijt journalisten in het bijzonder en de mens in het algemeen, dat ze niet de moeite neemt om verdachte feiten te checken. Dan wil ik hem bij deze graag verwijten dat hij voor dit boekje totaal niet de moeite genomen heeft om wat originele voorbeelden te verzamelen.

Boekenkrant

Flauw, zei ik ook. Phillips is stand up comedian en dat zullen we weten. God, wat is die man grappig. Ik geef één voorbeeld van de manier waarop hij zijn boek probeert op te leuken. Het betreft John Brinkley, een kwakzalver die oudere mannen een hernieuwde jeugd beloofde door ze met bokkenhormonen (of iets dergelijks) in te spuiten. Phillips (p. 243) gaat al licht hysterisch van start:

“Een van de meest opmerkelijke – en meest succesvolle – kwakzalvers van de twintigste eeuw was ‘dokter’ John R. Brinkely, bij zijn tijdgenoten beter bekend als de ‘geitenklierendokter’.
Waarom hij zo genoemd werd? Tja. Interessante kwestie. Blij dat je ernaar vraagt.
Dat kwam doordat hij bokkentestikels in mensen implanteerde.”

Dergelijke ‘humor’ maakt het lezen bij vlagen erg zwaar.

Waarheid is ook beside the point. Het thema ‘bullshit’ heeft de laatste jaren immers enorm aan actualiteit gewonnen. Je hoeft niet terug naar de middeleeuwen, en je kunt alle stokoude versleten voorbeelden samenpersen in één hoofdstuk en je kunt je concentreren op de man die het fenomeen bullshit de afgelopen jaren een totaal nieuwe lading heeft gegeven: Donald Trump. Zeker, Trump wordt genoemd in de inleiding. Maar dat doet Phillips om vervolgens excuserend te zeggen dat er vroeger óók best wel gelogen werd. Goh. En wanneer Phillips te spreken komt over politici, schrijft hij braafjes dat ze eigenlijk helemaal niet zo veel liegen als mensen wel denken – en schittert Trump weer door afwezigheid. Wat een enorme gemiste kans. Daarmee dondert dit boekje in de bodemloze put van ‘bij elkaar geharkte werkjes door auteurs die niks te zeggen hebben’.

Bullshit is tegenwoordig zo veel méér dan een (al dan niet te hand gelopen) grap. Bullshit is een gevaarlijk politiek wapen geworden. Leugenaars waren er altijd. En er worden al eeuwenlang pogingen gedaan om de politiek te manipuleren door middel van leugens. (Phillips geeft het voorbeeld van Benjamin Franklin die tijdens de Brits-Amerikaanse vredesonderhandelingen een nepkrant liet drukken waarin te lezen stond dat de Britten de indianen hadden gevraagd scalpen van Amerikanen te verzamelen.) En er zijn schaarse voorbeelden van manipulators die door middel van een stortvloed van leugens gedurende korte tijd grote macht vergaarden, zoals Titus Oates, de niksnut die een katholiek complot tegen koning Karel II ‘onthulde’ en Engeland op zijn kop zette (het wikilemma is leuker dan Phillips). Maar Trump heeft op dit vlak een nieuw niveau weten te bereiken. Hij creëerde een omvangrijk systeem van leugens, hondstrouwe leugenaars en media die bereid zijn zijn leugens verspreiden, en dat stelde hem in staat om de macht te grijpen. En terwijl Titus Oates na zijn diepe val door heel Londen werd geschopt, zijn we nog niet van Trump verlost. De kans is misschien niet groot, maar zeker ook niet verwaarloosbaar dat Trump over vier jaar met dezelfde tactiek opnieuw het Witte Huis weet te veroveren. En dan zal zijn wraak zoet zijn.

Kortom, Bullshit is sinds kort geen grapje meer. We zijn een nieuw bullshit-tijdperk ingegaan. Wat we dringend nodig hebben, is een nieuwe kijk op bullshit. Maar wie daar meer van wil weten, kan deze Kleine geschiedenis van complete bullshit met een gerust hart links laten liggen.

Eerder verschenen op Sargasso