"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers

Vrijdag, 3 april, 2015

Geschreven door: Rutger Bregman
Artikel door: Marjan Slob

Verdiende ongelijkheid

Toen in 1968 de vuilnismannen van New York in staking gingen, veranderde de stad binnen een paar dagen in een stinkend zooitje; de burgemeester smeekte de mannen om alsjeblieft weer aan het werk te gaan. In 1970 staakten de Ierse banken; de regering wachtte angstvallig af, maar er gebeurde helemaal niets. De bevolking zette via de pubs een alternatief geldsysteem op en de (lokale) economie groeide gewoon door.

Voor De Correspondent-journalisten Rutger Bregman en Jesse Frederik reden om de vraag te stellen wat handelaren, financieel specialisten, adviseurs en marketeers nu helemaal bijdragen aan de economie. ‘Het zijn stuk voor stuk mensen die geen welvaart creëren, maar vooral verplaatsen’. Waarop ze verzuchten: ‘(..) hoe is het toch mogelijk dat al die scheppers van welvaart waar we overduidelijk niet zonder kunnen – schoonmakers, politieagenten, verplegers – zo slecht verdienen, terwijl onbelangrijke, overbodige of zelfs schadelijke verplaatsers veel beter boeren?’ Een verklaring geven ze ook in dit verrassend diepgravende korte essay dat ze schreven voor de Maand van de Filosofie. Dat is mogelijk omdat ‘waarde’ en ‘prijs’ in onze economie van elkaar zijn losgezongen.

Eeuwenlang was economie de tak van de moraalfilosofie die analyseerde hoe maatschappelijke waarde tot stand kwam – waarde die publiekelijk wordt uitgedrukt in een neutrale maat: geld. Neoklassieke economen hebben de koppeling tussen waarde en geld echter doorgeknipt. ‘Als een markt echt vrij is’, zo redeneerden ze, ‘dan valt de prijs die op die vrije markt ontstaat precies samen met de waarde van het ding of de dienst.’ Een politicus die zich ten doel stelt de markt vrij te maken, is daarmee dus direct bevrijd van moeilijke discussies over de relatie tussen geld en maatschappelijke verdienste. Eventuele ongelijkheid in beloning is dan per definitie verdiend.

In de bovenstaande zin is ‘verdienen’ een neutrale beschrijving; verdiend geld is geld dat je niet gekregen of gestolen hebt. Maar heb je dat geld daarmee ook in meer normatieve zin ‘verdiend’? Drukt het een maatschappelijke verdienste uit? Neoklassieke economen (die in ons land politiek onderdak vinden bij ‘het lege liberalisme’ van de VVD) kunnen het verschil tussen de twee betekenissen van ‘verdienen’ conceptueel niet meer maken. Maar de maatschappij kan dat nog wel, getuige de woede die opstak nadat de ABN Amro-top de eigen salarissen wilde verhogen.

Kookboeken Nieuws

Bregman en Frederik vinden overigens dat er heus wel ongelijkheid mag zijn tussen mensen. Als daar maar goede, morele argumenten voor zijn. Het maatschappelijke debat daarover kan wat hen betreft per direct beginnen.

Verscheen in de Volkskrant


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers

Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers