"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Was opa een nazi?

Woensdag, 27 september, 2017

Geschreven door: Koen Aerts
Artikel door: Chris Reinewald

Graven in foute familieverledens

[Recensie] In Was opa een nazi? Speuren naar het oorlogsverleden, reiken Belgische oorlogshistorici en archivarissen nazaten van collaborateurs  sleutels aan voor de zoektocht naar het vaak onuitgesproken oorlogsverleden van hun (groot)ouders.

Behalve een praktische gids voor het doolhof aan lokale archieven, wordt vooraf een historische  context geschetst voor de speurder. Een vondst in een koffer op zolder met politiek verdacht propagandamateriaal, foto’s van je opa in een vreemd uniform. Het verre familielid dat zich verspreekt op de begrafenis van je oudtante. Onverkwikkelijke familiegeheimen als oorlogsverledens steken vaak twee generaties later de kop op. Alleszins begrijpelijk. Het familielid deed er wijselijk altijd het zwijgen toe. Verder heeft de overheid de collaborateur na zijn straf met rust gelaten. Confronterende dossiers bleven gesloten. Alleen historici en justitie mochten er in grasduinen – en dan nog beperkt. Inmiddels zijn in België – net als in Nederland – de strafarchieven open gegaan voor familieleden.

Zo’n half miljoen Belgen – Vlamingen, Brusselaars en Walen – hebben een familielid dat ‘fout’ was tijdens de Tweede Wereldoorlog. Opa, oma, vader, moeder, oom of tante. In het Vlaams gebruikt men daarvoor de bijnaam “zwarte”, vanwege de tint van hun uniform.

De titel van het boek Was opa een Nazi? is een aansprekende en begrijpelijke zin maar klopt niet. Maar natuurlijk zou ‘Was opa zwart?’ nog meer verwarring gegeven hebben. Het is trouwens een hardnekkig misverstand dat niet-Duitse Nationaal-Socialisten Nazi’s zouden zijn. Ze waren in de eerste plaats nationalistisch en dan anti-Frans  – of in Baltische staten – anti-Sovjet. Veel Vlamingen vielen voor het ideaal van een Groot Germaans Rijk omdat ze – net als in de Eerste Wereldoorlog – niet onder de plak van de Walen wilden zitten.

Boekenkrant

73 jaar geleden, september 1944 werd België bevrijd. Belgen, die voor de verkeerde kant hadden gekozen, namen massaal de benen. “Red uzelf voor een noodzakelijke taak.” ried de collaborerende priester Cyril Verschaeve zijn kudde “zwarte schapen” aan. Emiel Van Coppenolle, Belgisch Rijkswacht in dienst van de Duitse bezettingsmacht was nog duidelijker in zijn vluchtadvies: “Laat u niet afslachten door het gepeupel.”

De september-evacuatie van vijftienduizend Vlaamse en tienduizend Waalse collaborateurs was onvermijdelijk na de Geallieerde opmars op 6 juni 1944, leidend tot de bevrijding van Europa. In allerijl vluchtte men per trein naar Noord-Duitsland. Er werd een Vlaams-Waalse nationaal-socialistische regering in nazi-Duitse ballingschap opgericht die al gauw door onderlinge ruzies uiteenviel.

België was op 2 september vrij. Veel mensen die zich eerst stil hadden gehouden koelden hun woede op de volksverraders, voor zover die niet waren gevlucht. Bij hun terugkomst en die van gedeporteerden in mei 1945 deed zich een tweede volksgericht voor. Kapot geslagen interieurs en winkels. Vrouwen die het met Duitsers hadden gehouden werden publiekelijk kaalgeschoren. Lees Hugo Claus’ prachtige Het verdriet van België er maar op na.

Op een veelzeggende foto in Was opa een nazi? zien we een groepsproces tegen Rexisten, een van de meerdere Nationaal-Socialistische groeperingen. De rechtszaal in Charleroi zat in juli 1946 volgepakt met vermeende landverraders die voor het gemak een volgnummer omgehangen hadden gekregen.  (Nederland telde naast de NSB hoogstens twee of drie splinterpartijtjes In België waren er een stuk of tien Vlaamse en Waalse groeperingen.)

Aanvankelijk legt men ruim 400.000 dossiers van collaborateurs aan. Zo’n 100.000 van hen werkte ook samen met nazi-Duitsland. De straffen liepen uiteen van terechtstelling over vrijheidsberoving tot verlies van rechten. Veel collaborateurs mochten tot jaren na de oorlog niet stemmen of raakten hun staatspensioen en persoonlijk vermogen kwijt.

Wie eindelijk het gerucht over dat opa ‘fout’ was wil gaan uitzoeken moet – na het bekomen van de schrik en de schaamte – meer weten over de politieke context. Joden aangeven is van een andere orde dan op de zwarte markt etenswaren verkopen. In België ligt het zo mogelijk nog gecompliceerder: tot in het koningshuis. Koning Leopold verliet weliswaar zijn land niet maar ging in Duitsland op skivakanties. Na de Bevrijding diende zich de Koningskwestie aan. België werd net geen republiek. De regering zette Leopold op een zijspoor en schoof zijn bleue, politiek onbeschreven en levensonervaren zoon Boudewijn, toen 18, naar voren als nieuwe koning.

In het eerste deel van het boek worden de historische en sociale kanten geschetst als aanloop naar de rechtsgang, de straf en de persoonlijke impact ervan. Praktisch gezien was het behoorlijk gecompliceerd en tijdrovend om eind 1949 de resterende 53.005 strafzaken af te handelen. Een Bijltjesdag, waarop de verraders hun verdiende loon krijgen, lijkt mooi, maar toch zal je met deze landgenoten op zeker moment verder moeten. Met rancune kom je dan niet ver. Met waarheidsvinding, bestraffing en verzoening wel.

In het tweede deel worden per geval en vaak per regio de weg naar mogelijke vindplaatsen gewezen. (In Nederland kun je daarvoor centraal terecht bij het CABR bij het Ministerie van Justitie in Den Haag en bij het NIOD in Amsterdam) Een archiefonderzoeker moet zich altijd blijven beseffen dat de juridische verslaglegging maar een kant van de zaak toont. Vanwege de massaliteit werden lichtere gevallen standaard behandeld. In zoverre je niet meer de (groot)ouders of andere familieleden erover kunt of wilt praten, helpt het om beschouwingen te lezen. Een oorlog kent namelijk geen winnaars, alleen verliezers.

Dit is wat Rosine de Dijn in Gasten van de Führer (eerder besproken op DLVA) schreef over de laatste oorlogsdagen. Op 26 april 1945 namen vier naar Damnatz, Duitsland gevluchte Vlaamse Rex-vrouwen met hun kleine kinderen het heft in eigen handen. Of ze een straf boven het hoofd hing maakte niet uit: ze wilden naar België. Met een paard-en-wagen, bestuurd door een bevriende Russische dwangarbeider, waren ze net begonnen aan de lange weg terug toen hun vol geladen wagen op een bermbom reed en ontplofte. Niemand die het overleefde.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

Kinderen van de repressie

Was opa een nazi?