"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wat is leven?

Maandag, 23 november, 2020

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Esther Thole

In vijf stappen door het mysterie van het levenNobelprijswinnaar

Het fenomeen ‘leven’ is nog lang niet helemaal begrepen. Maar in zijn boek Wat is leven? praat Paul Nurse je snel bij over wat we nu wel weten en hoe we die kennis hebben vergaard. Een prima instapboek voor dit ingewikkelde onderwerp.

[Recensie] Met alles wat er ooit is geschreven over wat leven is, hoe het zich onderscheidt van de niet-levende wereld, hoe het ooit (mogelijkerwijs) is ontstaan en hoe evolutie werkt kun je aardig wat boekenkasten vullen. Dat weerhield bioloog en Nobelprijswinnaar Paul Nurse er niet van om ook in de pen te klimmen en zijn ideeën hierover te delen. Gelukkig maar, want ondanks de teleurstellend saaie titel biedt zijn boek(je) Wat is leven? een vlotte en toegankelijke samenvatting van de belangrijkste historische en actuele wetenschappelijke inzichten over deze vraag.

De ondertitel van het boek De vijf basisbegrippen van de biologie verklapt meteen dat Nurse een helder schema voor ogen heeft om de lezer houvast te bieden in de immense hoeveelheid informatie die je nou eenmaal voor je kiezen krijgt als je nadenkt over wat leven is. Dat werkt heel goed. In vijf korte hoofdstukken legt Nurse je van alles uit over de cel, het gen, evolutie, chemie van het leven en de rol van informatie. Niet door droge stof op te lepelen, maar vooral door te laten zien hoe het denken over ‘leven’ zich heeft ontwikkeld en hoe wetenschappers in theorie en praktijk onze kennis hierover hebben opgebouwd.

Celdeling

Boekenkrant

Het boek gaat over de biologie en chemie van het leven, maar ook – of juist – over de mensen die daar door de eeuwen over hebben nagedacht en aan hebben gewerkt. Je krijgt daarmee ook een beeld van hoe wetenschappelijk onderzoek in de praktijk werkt. Hoe uit totaal onverwachte richtingen een oplossing kan komen. Hoe tegenvallende experimenten ook belangrijke doorbraken kunnen leveren. En hoe je soms allerlei zijpaden in moet slaan en het lijkt alsof je nooit vooruitkomt.

Nurse (1949) put hiervoor uit zijn eigen ervaringen. Na zijn promotie in de biochemie concentreerde hij zich op de celcyclus. Cellen planten zich voort door zichzelf te delen, waardoor twee nieuwe exemplaren ontstaan. Die cellen gaan groeien, tot het moment dat het tijd wordt om zich weer te delen. Dat hele proces van celdeling via groei naar de volgende deling is de celcyclus. Een ingewikkeld proces, dat strikt gecontroleerd moet verlopen. Celdeling is essentieel om weefsels continu te vernieuwen, maar tegelijkertijd kan ongecontroleerde celdeling leiden tot kanker. Nurse wilde begrijpen hoe een cel bepaalt dat het tijd is om te gaan delen en hoe die celdeling in gang wordt gezet.

Nobelprijs

Al vrij vroeg in zijn carrière, ontdekte Nurse het cdc2-gen dat in gist een centrale rol speelt in de celcyclus. Bij gistcellen met veranderingen in dat gen is de celcyclus verstoord, wat je in een eencellige als gist goed kunt waarnemen. Met een microscoop kun je de cellen bekijken en zie je, in dit geval, dat ze veel te klein zijn als ze alweer gaan delen. De celdeling komt dus te vroeg op gang.

Logische vervolgvraag voor Nurse was of een vergelijkbaar gen ook in menselijke cellen voorkomt. Dat bleek niet zomaar opgelost, maar na ruim tien jaar hard werken, ontdekte Nurse met zijn team het Cdk1-gen, dat dezelfde functie vertoont als het cdc2-gen in gist. In 2001 kreeg Nurse de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde, samen met Leland Hartwell en Tim Hunt, voor hun ontdekking van de genen en eiwitten die de celcyclus reguleren.

Vurig pleidooi

Naast zijn eigen onderwerp, heeft Nurse ook duidelijk de ontwikkelingen in aanverwante onderzoeksvelden goed gevolgd. Hij weet waar hij het over heeft, dat merk je meteen, maar op een prettige manier. In de twee laatste hoofdstukken, waarin Nurse ingaat op de vraag hoe kennis ons kan helpen om de wereld ten goede te veranderen en wat leven nou eigenlijk is, valt hij een beetje in herhaling. Maar tegelijkertijd is het een vurig pleidooi voor de wetenschap.

Hij haalt flink uit naar politici en beleidsmakers die met plannen komen, waar de wetenschap vervolgens maar even de feiten en verantwoording bij moet leveren. “Politici komen aan de beurt ná de wetenschap, niet ervóór”, schrijft Nurse. Wetenschap is essentieel om te zorgen dat we al het mogelijke doen om de wereld te verbeteren, vindt hij. Niet alleen in onze eigen, directe omgeving en in de huidige tijd, “maar ook voor de generaties na ons en de ecosystemen waar we onlosmakelijk deel van uitmaken.” Want alles wat leeft is uiteindelijk familie van ons en van elkaar, zo besluit Nurse zijn boek. “We moeten om al dat leven geven, we moeten ervoor zorgen. En om dat te kunnen doen, moeten we het begrijpen.”

Eerder verschenen op Kennislink