"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wat we niet kunnen weten

Maandag, 6 november, 2017

Geschreven door: Marcus du Sautoy
Artikel door: Robert Visscher

“Het onbekende is zowel een vloek als een zegen voor de wetenschap”

Interview met Marcus du Sautoy over de randen van onze kennis

Onbekende dingen uitpluizen vormt het hart van de wetenschap, vindt hoogleraar Marcus du Sautoy van Oxford University. Iets nog niet weten is zowel een vloek als een zegen voor onderzoekers, maar is ook voer voor discussies over bijvoorbeeld klimaatverandering. In zijn nieuwe boek schrijft Du Sautoy hier uitvoerig over.

[Interview] “Ik kon er als kind al niet goed tegen dat we sommige dingen niet weten.” Du Sautoy is hoogleraar wiskunde en Simonyi Professor for the Public Understanding of Science (Simonyi hoogleraar voor het publiek begrip van de wetenschap) in Oxford. Vanuit die laatste functie schrijft en spreekt hij voor een breed publiek over hoe wetenschappers te werk gaan.

In de kast van Marcus du Sautoy staat iets dat je er niet verwacht. Tussen de boeken prijkt een potje met uranium. Tijdens het Skype-interview pakt hij het triomfantelijk vast. “Ik heb het gewoon via een website gekocht en het werd met de post bezorgd. Zo makkelijk is dat blijkbaar”, zegt Du Sautoy. “We weten niet wanneer uranium precies een volgende deeltje uitspuugt en straling uitzendt. Dat fascineert en frustreert me tegelijkertijd. Ik wil zo graag begrijpen hoe we dat wel kunnen voorspellen. Ik geloof dat het mogelijk is, maar tot nog toe hebben we geen flauw idee.”

Kookboeken Nieuws

Het zijn dit soort onderwerpen die Marcus du Sautoy bezig houden en waarover hij schrijft in zijn nieuwste boek Wat we niet kunnen weten, Verkenningen langs de randen van onze kennis. Hij verkent daarin de randen van onze kennis en schuwt hete hangijzers als discussies over klimaatverandering en het nut en gevaar van vaccineren niet.

U heeft een haat-liefdeverhouding met onwetendheid. Aan de ene kant is het een drijfveer om meer kennis te vergaren, maar als dat niet lukt is het een grote frustratie, schrijft u in Wat we niet kunnen weten.

“Ik kon er als kind al niet goed tegen dat we sommige dingen niet weten. Ik heb wiskunde gestudeerd en ik wil problemen oplossen. Je kunt het vergelijken met puzzels. Ik wil de oplossing vinden, dat vind ik heel interessant en als het af is, begin ik aan de volgende puzzel. Maar soms weten we iets echt niet zeker. Bijvoorbeeld of het heelal oneindig is. We kunnen dat niet zeker weten. Dat vind ik frustrerend, maar ook spannend. Wat we niet weten vormt het hart van de wetenschap, omdat wetenschappers altijd meer willen ontdekken.”

Op een dag zullen we dus wel zeker weten dat het heelal oneindig is en wanneer uranium een deeltje afscheidt?

“Daar ben ik van overtuigd. Eind negentiende eeuw riepen wetenschappers dat we nooit iets van sterren zouden begrijpen, omdat we ze niet konden bezoeken. Maar dat is onzin, want ook van een afstand, met nieuwe technieken, kunnen we veel over sterren ontdekken. Zo is het straks ook met het heelal. Door nieuwe mogelijkheden, die we nu nog niet voorzien, weten we straks ongetwijfeld meer.”

Eind negentiende eeuw waren er zelfs wetenschappers die beweerden dat we alles wel zo’n beetje wisten.

“En toen kwam Albert Einstein en zette de natuurkunde met zijn relativiteitstheorie volledig op zijn kop. Dat soort momenten zijn onmogelijk te voorspellen. Maar ze komen niet zomaar uit de lucht vallen. Einstein deed zijn ontdekkingen in een tijd waarin veel meer onderzoekers geweldige ontdekkingen deden, zoals de Nederlander Hendrik Lorentz in Leiden. Daar werkte hij niet voor niets mee samen. Zijn relativiteitstheorie was nieuw en een grote verandering, maar het bouwde tegelijkertijd voort op de kennis die er al was.”

Dat wetenschappers niet alles weten of tegenstrijdige meningen hebben, zorgt er ook voor dat niet alles serieus wordt genomen wat ze zeggen. Hoe kijkt u daarnaar?

“Het wantrouwen ten opzichte van wetenschappers vind ik zorgwekkend. Neem de twijfels rond klimaatverandering. Er zijn onder de wetenschappers buitenbeentjes die data op een verkeerde manier weergeven en zo twijfel proberen te zaaien. Ze stellen dat het wel meevalt met de klimaatverandering of vallen onterecht collega’s aan. Ik hou van de BBC en maak ook programma’s voor ze. Maar laatst nodigden ze een klimaatscepticist uit bij een item over klimaatverandering. Zij geven dan iemand die de feiten verdraait een platform en dat zou niet moeten. Dat doet het vertrouwen in wetenschappers geen goed.”

Bij hete hangijzers, zoals de discussie rond klimaatverandering, is het belangrijk dat wetenschappers goed communiceren. Hoe moeten ze dat in uw ogen doen?

“Ga het gesprek aan met mensen die twijfelen. Leg ze uit welke resultaten belangrijk zijn. Maar neem de ander altijd serieus. Dat is heel belangrijk. Begrijp hun zorgen. Het moet er niet om draaien dat een wetenschapper alleen maar even de feiten opsomt. Het goede nieuws is dat veel mensen wel een honger naar kennis hebben. Ze willen meer weten, daar kunnen wetenschappers bij helpen.”

“Dat maakt ook de discussie rond het vaccineren interessant. Als een kindje niet ingeent wordt, dan raakt dat de hele gemeenschap. De kans op een uitbraak van een besmettelijke ziekte wordt dan groter. Je moet dus begrijpen hoe vaccineren werkt door naar de hele gemeenschap te kijken. Veel mensen kijken eerst alleen naar hun eigen omgeving. Wetenschappers moeten ook niet verzwijgen dat er een risico is bij het vaccineren. Dan heb ik het niet over autisme, want dat is onderzocht en niet vastgesteld. Nee, je kind kan er bijvoorbeeld koorts door krijgen. Het is belangrijk dat te benoemen. Veel ouders zitten met terechte vragen, ook over de relatie tussen autisme en vaccineren. Die moet je dus netjes beantwoorden als wetenschapper.”

Hoe belangrijk is het om kinderen goed te onderwijzen?

“Dat is cruciaal. We moeten laten zien wat goede en slechte wetenschap is en vooral ook waarom dat zo is. Het is ook belangrijk om ze te leren dat er altijd iets is wat we niet weten. Dat is helemaal niet erg. Als wiskundige wil ik overal graag het mechanisme achter weten.”

“Ik ben bijvoorbeeld gefascineerd door dobbelstenen. Ik wil weten hoe we kunnen voorspellen hoeveel ogen ik gooi. Maar dat kan niet. Het is het ultieme symbool van het onkenbare. De toekomst van de dobbelsteen weet je pas nadat je hebt gegooid. Zit er een mechanisme achter? Vergelijk het met uranium, waarvan ik het potje in het begin liet zien. Het lijkt volkomen willekeurig wanneer het volgende deeltje wordt uitgespuugd. Maar dat betekent niet dat er bij de dobbelsteen en het uranium geen systeem achter zit. Dat wil ik ontdekken en weten door het te onderzoeken. Het zorgt ervoor dat wetenschap nooit verveelt of af is.”

Eerder verschenen op Kennislink

Boeken van deze Auteur: