"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wende

Woensdag, 19 september, 2012

Geschreven door: Johan Faber
Artikel door: Rein Swart

Een liefde overladen met geschiedenis

Het is een aansprekende ambiance waar de letterlijk zwaarwegende roman Wende naartoe voert: de omwenteling in Duitsland in november 1989, die over de hele wereld de harten veroverde. De val van de Muur luidde het afscheid in van het communisme en de overgang naar, wat velen dachten en Francis Fukuyama proclameerde, een vrije liberale wereld. Tegelijk verwijst de titel niet zozeer naar die omwenteling, die Wende, maar naar een meisje met de gelijkluidende voornaam. Lang voordat we naar Berlijn gaan, opent deze roman met haar.

Hoofdpersoon Peter Hemel ontmoet Wende, die hij al twintig jaar niet gezien heeft. Hij herinnert zich de eerste keer dat hij haar zag, naakt in het huis van haar broer Lodewijk Vriend, bij wie Peter een zolderkamer bewoonde. Hij werd op slag stapelverliefd op haar. Hij vond het fantastisch dat zij ook bij haar broer introk. We zitten in het studentenmilieu van de jaren tachtig. De flamboyante Lodewijk is assistent aan de subfaculteit Culturele en Politieke Filosofie waarin de marxisten het voor het zeggen hebben.

Inmiddels woont Peter gescheiden van zijn vrouw Mirjam in een dijkwoning. Hij werkt als schrijver van pulpboeken onder het pseudoniem Ciska de Boer. Eens in de twee weken komt zijn dochtertje Vicky bij hem. Wende heeft een al wat oudere zoon, Dennis, een kind van Peters vroegere vriendje Wolf. Als ze elkaar weer tegenkomen dringt Wende aan op een nadere ontmoeting. Vage verwijzingen naar informatie die uitgewisseld moet worden, houden de lezer scherp.

Faber schrijft met vaart, souplesse en in een eenvoudige taal. De gedeelten over de kleuterwereld van Peters dochter Vicky en haar beeldschone maar ongenaakbare juf Tanja zijn beeldend en zinnelijk, al heeft hij het net iets te vaak over bloeiende meisjes. Ook de universitaire wereld met marxisten die buiten de deur niets in de melk te brokkelen hebben is mooi beschreven. Ze zitten daar hun tijd uit, schrijven artikelen van elkaar over – het momentum is voorbij, een nieuwe tijd is aangebroken.

Nederlandse Natuurkundige Vereniging

In Wende draait het om suspence. De Audi die in het eerste deel hinderlijk rond de dijkwoning racet, is daar een nogal overdreven voorbode van. Uiteindelijk hoort Peter Hemel van de chauffeur dat Lodewijk, die inmiddels onderminister is, een onderhoud met hem wil. Later begrijpen we dat Lodewijk tijdens hun studententijd verdacht werd van DDR-sympathieën. Peter moest hem in opdracht van diens baas bespioneren.

In het tweede deel, dat over de jeugdrelatie tussen Peter en de uit Duitsland afkomstige Wolf gaat, wordt het rommelig. Dat komt vooral door de brieffragmenten die in een ander lettertype zijn toegevoegd, en waarin de ik-figuur Peter zich in de verleden tijd tot Wolf richt. De brieven houden het verhaal op dat prachtige scènes kent, zoals wanneer de jongens in hun jeugd samen door een nauwe tunnel bij een fort tijgeren. In het derde deel gaan ze, inmiddels in de studentenleeftijd, in opdracht van Leo naar Berlijn om de informatie op te halen waarover we al eerder vernomen hadden. Wolf heeft echter geen idee van de opdracht en wil de bunker van Hitler bezoeken.

De lezer blijft lang in onzekerheid over de richting die het verhaal inslaat. Er wordt veel aangekaart, zelfs de aanval op de Twin Towers blijft ons niet bespaard. Terwijl er veel overhoop wordt gehaald wordt er weinig afgerond. Pretentieus noemt men dat. Veel speelt zich af in het hoofd van Peter Hemel. Een waanvoorstelling, noemt hij het zelf, al luidt de mening van Lodewijk, als hij zijn visie aan Peter probeert uit te leggen, dat het verhaal te groot is voor de meeste mensen.

‘Het leven is helaas geen verhaal’, zegt de wijsneuzige Peter in een brief aan Wolf. ‘Boeken, films, liedjes, tv series voeden ons op meet botsende karakters, conflicten, ontknopingen, maar in werkelijkheid is je leven een spanningsloze guirlande van gebeurtenissen en non gebeurtenissen.’ Deze oude lullo vindt het al heel wat om de jaren tachtig meegemaakt te hebben.

Uiteindelijk legt de schrijver ook zelf een verband tussen de twee Wendes:

 ‘Eerst was ze een herinnering geweest, maar naarmate de herinnering de hoekige contouren van het abstracte kreeg, werd ze geschiedenis. Het zou niet lang meer duren of Wende zou verstenen tot een historisch monument, zoals de gedenkstenen voor de oorlog.’

Johan Faber voert boeiende karakters ten tonele zoals Lodewijk, die doet denken aan Siem Sigerius uit Bonita Avenue, Dennis, de zoon van Wende, die uiterlijk sterk lijkt op Dennis Bergkamp en Peter, die vooral gek is op vrouwen. Ook bevat de roman aardige anekdotes – zo stuurt de vader van Wolf hem steeds ansichtkaarten zonder tekst en verbranden Lodewijk en Peter regelmatig marxistische boeken in de allesbrander. Maar ondanks alles blijft het boek steken in pretenties die uiteindelijk niet worden waargemaakt.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: