"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

What happened to my buildings

Donderdag, 11 mei, 2017

Geschreven door: Hilde de Haan
Artikel door: Robert Visscher

Wat gebeurde er met mijn gebouwen?

Schitterend boek over ontwerpen architecte Marlies Rohmer

[Recensie] Verkleurde gevels, rebellerende werknemers en een overwoekerde kijktuin. Nee, de dagelijkse realiteit van woningen, scholen en kantoren is vaak anders dan de architect het ooit bedacht. Daarom gaat architecte Marlies Rohmer op reis langs haar eigen gebouwen en praat met de gebruikers. Dat levert een briljant boek op vol belangrijke inzichten.

“Als je naar buiten gaat terwijl het regent, is het net of je een emmer water in je nek krijgt”, zegt een bewoner van een huis in Almere. Het werd ontworpen door Marlies Rohmer en in 2001 opgeleverd. Boven de entree is de gevel bekleed met mooie leien. Maar die hebben dus het eigenaardige effect om voor een waterval te zorgen bij een fikse regenbui. Nee, zo had Rohmer het niet bedoeld. Maar zo pakte het wel uit.

Daar kwam ze pas achter door met de bewoners te gaan praten na oplevering van de woning. Dat zou eigenlijk iedere architect moeten doen. Natuurlijk is het allemaal met de beste bedoelingen bedacht, maar de praktijk is vrijwel altijd weerbarstiger. Rohmer stelt zich zeer kwetsbaar op. Na bijna dertig jaar ontwerpen gaat ze in een busje langs haar eigen gebouwen om met de gebruikers te praten.

What happened to my buildings…? is een van de beste boeken die ik dit jaar las. Het is origineel, prachtig geïllustreerd en bij vlagen hilarisch. De odyssee langs 25 gebouwen is opgeschreven door Hilde de Haan en Jolanda Keesom en verschijnt in een tweetalige (Nederlands en Engels) uitgave.

Kookboeken Nieuws

Vaste flexplek

De open houding van Rohmer levert fascinerende, maar soms ook ongemakkelijke verhalen op. Neem het hoofdkantoor van de Nederlandse Voedsel- en Warenauthoriteit. Rohmer nam dat onder handen. Er kwam binnen een open ruimte met flexplekken voor de werknemers. Helemaal in overeenstemming met het nieuwe werken, waarbij je niet meer iedere dag op een vaste plek zit.

Prima bedacht zo’n moderne aanpak zou je denken. Maar wanneer Rohmer het pand bezoekt, wordt het volstrekt anders gebruikt. Veel werknemers waren ontevreden, een aantal zelfs boos dat ze geen eigen ruimte meer hadden. Ze maakten rood-witte afzetlinten rond hun bureau’s. Er staat zelfs een partytent in de open ruimte zodat groepen zich kunnen afzonderen. Rohmer heeft een surrealistisch gesprek met iemand die aangeeft een ‘vaste’ flexplek te hebben in het pand. Kasten staan ineens rommelig door de ruimte. Tja, zo had ze het niet voorzien. Als ze had geweten dat de ruimte zo anders zou worden gebruikt, had ze een ander ontwerp gemaakt.

Gelukkig gaat er ook genoeg goed. De aanpak van Rohmer bij de Dobbelmanfabriek in Nijmegen wordt geprezen door de bewoners. De lofts in oude pakhuizen zijn prachtig en plezierig om in te wonen. Heel fijn, maar het is interessanter, leuker en leerzamer om te lezen waar het misgaat.

Ontwerpergernissen

Een aansprekende misser is te vinden bij de school de Matrix in Hardenberg. Rohmer ontwierp een gigantisch en opvallend pand met grote witte panelen. Die panelen blijken veel meer vuil aan te trekken dan verwacht en moeten vaak worden schoongemaakt. Voor het pand, liet Rohmer knaloranje containers plaatsen als bergruimte. Die zijn nu weg, want veel ouders dachten daardoor dat er nog steeds gebouwd werd. Bovendien kregen veel juffen de zware deuren ervan niet open.

Schoolgebouw De Matrix in Hardenberg. De gevelpanelen trekken vuil aan en moeten vaak schoongemaakt worden. Dat komt overigens doordat ze ruw in plaats van glad zijn vanwege de brandwerendheid. Bij een brand bleek inderdaad dat de gevelpanelen niet brandgevoelig waren. De containers die voor het schoolgebouw stonden, werden vervangen door kleine huisjes. Henk-Jan van der Klis, Flickr, CC BY 2.0.

Na het lezen van dit boek heb ik geen moment gedacht dat de bouwwerken van Rohmer mislukt zijn. Natuurlijk pakten niet al haar beslissingen goed uit. Maar dat maakt haar ontwerpen niet mislukt. Schoolgebouw de Matrix is niet opeens een misser, door al die vuiligheid op de panelen. Ik kan haar aanpak, moed en de getoonde kwetsbaarheid niet genoeg prijzen. Rohmer wil leren van het verleden. Dat lijkt me een van de meest waardevolle kwaliteiten van een architect en daarmee onderscheidt zij zich op een positieve manier van veel van haar collega’s.

Het zorgt bovendien voor een bijzonder geslaagd boek. Een paar weken geleden schreef ik voor NEMO Kennislink een recensie van Hoe moeilijk kan het zijn van Jasper van Kuijk over alledaagse ontwerpergernissen. Hij stelt daarin terecht dat het vreemd is dat nu vaak recensies van gebouwen in kranten staan, waarin helemaal niets wordt vermeld over het gebruik ervan. Want dat is tenslotte toch heel erg belangrijk om de vraag te beantwoorden of een pand geslaagd is? Ik denk dat Rohmer het met hem eens is. En dat Van Kuijk haar aanpak wel kan waarderen. Hoe dan ook heb ik hard gelachen, me verwonderd en genoten van What happened to my buildings…?.

Eerder verschenen op Kennislink