"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wij zijn ons lichaam

Zondag, 1 december, 2019

Geschreven door: Aldo Houterman
Artikel door: Tanny Dobbelaar

Pas als de voetballer gaat nadenken, gaat het mis

De schrijver

[Recensie] Aldo Houterman (1981) studeerde filosofie en kunstmatige intelligentie. Hij doceert filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en aan de Hogeschool Utrecht. Ook is hij lid van het Netwerk Sportfilosofie.

Waar gaat het boek over?

Hardlopen, voetballen, fietsen, roeien confronteert mensen met hun lichaam, hun verlangens en ambities. Sporten levert zo een speciaal soort zelfkennis, betoogt Houterman. Wie de sportervaring serieus neemt, begrijpt dat bewustzijn niet in je brein zit, dat kennis niet hetzelfde is als data en dat het brein onmogelijk het centrale commandocentrum kan zijn van al onze handelingen. Denk maar aan de voetballer die intuïtief op een bal reageert en raak schiet. Pas als hij erover gaat nadenken, schiet hij mis.

Boekenkrant

Kortom: wij zijn niet ons brein, betoogt Houterman. Wij zijn ons lichaam.

Toch schrijft Houterman niet zoveel over concrete lichamen, noch over bijvoorbeeld de invloed van darmbacteriën op je stemming of andere biologische processen. Het gaat Houterman vooral om de fenomenologische ervaring van het lichaam zoals bedacht door de Franse filosoof Merleau-Ponty. Hierbij laat de wereld, in dit geval het lichaam, zich kennen door onderzoek naar het bewustzijn ervan.

Houterman zoekt zijn voorbeelden niet bij de lichamelijk ervaring, maar bij Moby Dick of, in het laatste hoofdstuk, bij Serres’ fenomenologische interpretatie van de laatmiddeleeuwse tapijtenserie La dame à la licorne, die de vijf zintuigen verbeelden.

Na een uitvoerige beschrijving van Serres’ interpretaties van deze tapijten concludeert Houterman: “Het aloude adagium van Thomas van Aquino ‘Niets bereikt het verstand voordat het eerst door de zintuigen is opgepikt’ laat zien dat kennis niet moet worden opgevat als data, informatie of algoritmes, zoals Yuval Harari beweert in Homo Deus.” Grote stappen zet Houterman hier. Hij is snel thuis.

Een ander aspect van sporten is dat ze samenhangen met de maatschappij waarin ze worden beoefend. Dit illustreert Houterman met de diverse voetbalstijlen, zoals beschreven door de Duitse filosoof Martin Gessmann. Het Engelse systeem, ‘kick and rush’, bestaat uit onvoorspelbare stormlopen op de bal. Het ontstond tijdens de industrialisering. Waar voor werknemers in de fabriek discipline heerste, konden ze op het voetbalveld heldhaftig en ongecontroleerd hun gang gaan.

Daarentegen opereert een team in het Nederlandse totaalvoetbal als één lichaam dat gezamenlijk aanvalt of verdedigt, een horizontaal organisatiemodel dat improvisaties van individuen stimuleert zolang ze het collectieve belang dienen. Dit totaalvoetbal past bij feedbackloops uit de informatica van de jaren zestig.

De Duitse libero-stijl wijkt hiervan af, omdat die vooral aandacht heeft voor spielmachers die geniaal heten. Deze stijl associeert Houterman met Heidegger, zelf linksbuiten en een enorme fan van Franz Beckenbauer.

Mooiste passage

“Turners trainen volgens Serres hun ziel door zichzelf eromheen te buigen; hoogspringers gooien zichzelf boven hun ziel uit; honkballers en voetballers zoeken hun ziel door naar de bal te luisteren. Deze voorbeelden drukken de gedachten uit dat we onze ziel niet vinden in een onveranderlijke, geïsoleerde plaats in ons lichaam, maar op onvoorziene plaatsen: in het lichaam zelf of in de nabije omgeving.’’

Redenen om dit boek niet te lezen

Dit boek wankelt tussen het genre van het essay en het genre ‘filosofie voor leken verklaard’. Met mooie passages over zijn wielrenervaringen verleidt Houterman de lezer tot het idee dat lichamen vloeiend (maar ja, hoe?) communiceren met hun omgeving. Daarna gaat hij weer over tot frases als ‘Serres laat zien’, ‘Sloterdijk zegt’, ‘Volgens Gessmann geldt’, zonder veel tegengas of argumentatie. Het ontwikkelen van zijn eigen gedachten stokt, omdat hij met te veel eerbied filosofen citeert die hij bewondert, en te abrupt niet-filosofen als Harari en Swaab de oren wast.

Redenen om dit boek wel te lezen

Houtermans associatieve manier van schrijven biedt uitzicht op andere schrijvers en filosofen. Ik krijg zin om Moby Dick uit te lezen en om Sloterdijk weer eens ter hand te nemen. Ik krijg ook zin in een fiks stuk hardlopen, om met mijn hele lichaam in de wereld te zijn.

Eerder verschenen in Trouw en op Tanny Dobbelaar