"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Wil

Vrijdag, 13 januari, 2017

Geschreven door: Jeroen Olyslaegers
Artikel door: Marnix Verplancke

Hulpagent tijdens de Tweede Wereldoorlog

De eerste zinnen

“Een plotse sneeuwval. Het doet me denken aan de oorlog.”

Recensie

De hoogbejaarde Wilfried Wils kijkt terug op zijn bewogen leven en worstelt daarbij met de vraag of dit een invloed heeft gehad op de zelfmoord van zijn kleindochter Hilde, meer dan twintig jaar eerder. Wilfried was een Antwerpse hulpagent tijdens de Tweede Wereldoorlog, iemand die de orders van zijn oversten opvolgde en steeds vaker vuile klussen diende op te knappen voor de bezetter. In hoeverre was hij een collaborateur? Of deed hij gewoon zijn werk? At hij van twee walletjes en hield zij zowel de professor die joden probeerde te redden als Nijdig Baardje, die hen wou verdelgen en hun bezittingen inpalmen daarom te vriend? Of speelde hij hen tegen elkaar uit en koos hij uiteindelijk toch partij?

Jeroen Olyslaegers’ Wil, het slot van zijn www-trilogie, brengt een originele, nieuwe kijk op een periode die kapotgeschreven en vooral kapotgefilmd lijkt. Het boek geeft een extra dimensie aan de jacht op de joden in het door de nazi’s bezette Antwerpen doordat Olyslaegers deze beschrijft vanuit het politiestandpunt. Opeens zijn er drie partijen in het spel en dat vergroot de mogelijkheden. Door van Wilfried een dichter te maken komt daar nog een reflecterende dimensie bovenop. Gitzwarte gedichten schrijft hij, waarin hij afrekent met het naoorlogse optimisme van het nieuwe begin en waardoor hij een voorbeeld zal worden voor zijn gothic kleindochter; een voorbeeld dat haar zal teleurstellen

Drie vragen aan Jeroen Olyslaegers

Hoe past deze roman in het rijtje van Wij en Winst?

Olyslaegers: “Ik heb nooit een klassieke trilogie voor ogen gehad, maar wel een echokamer waarin de lezer zelf al luisteren zijn weg moet zoeken. Inhoudelijk is er natuurlijk wel een lijn: hoe het individu staat tegenover de gemeenschap. Voor mij is dat meer dan ooit een brandend thema. Wat zijn wij die gemeenschap als individu verschuldigd? Behoren wij nog wel tot een gemeenschap? En is die gemeenschap niet gebaseerd op exclusiviteit, of zoals ik het in Wij bijna wiskundig schreef: ‘Wij. Gij niet dus’. Het zijn vragen die doorheen de drie boeken spoken.”

De drie romans stralen samen een diepzwarte, bijna sardonische wereldvisie uit. In hoeverre is dat ook de jouwe?

Olyslaegers: “Ik ben een heel optimistisch mens. Ik geloof in de menselijke geest en in de creativiteit, de verbeelding en de voorzienigheid van mensen, en ik ben ervan overtuigd dat er geen enkel probleem is dat we niet samen kunnen oplossen. Ik ben dus niet verbitterd of cynisch, maar ik heb wel het gevoel dat ik als romanschrijver af en toe de man ben die op zondagavond de vuilniszakken buitenzet. Dan wil ik iets zeggen over de wereld waarin we leven.”

Komt dat sardonische uit de Griekse mythologie waar je regelmatig naar verwijst? Tegelijk met Wil verschijnt ook Mount Olympus, het script voor de gelijknamige theatervoorstelling die je samen met Jan Fabre opzette.

Olyslaegers: “Ik denk dat dit te maken heeft met de verteltraditie van mijn familie. Mythologisch denken is de wereld proberen vatten in een verhaal om hem zo beter te begrijpen. Daarom schrijf ik ook. Voor mij is die mythologie een herbronning. We leven in een bizarre tijd. Overal heerst verwarring. Dan loont het de moeite om met de thema’s uit de Griekse mythologie bezig te zijn, zoals de vraag wat ons bindt en wat ons uit elkaar scheurt. Alle tragedies kun je in feite samenvatten in één zin: er staat een rekening open en die moet worden vereffend. Ecologisch gezien staat er vandaag een reuzengrote rekening open. Die moet worden vereffend, maar we stellen dat collectief uit en houden ons liever bezig met andere zaken waarvan we denken dat het rekeningen zijn. Hier kunnen we iets leren van de Griekse tragedies, omdat zij recht in de ogen van het monster kijken, en daar kunnen we in onze tijden van verdringing best een voorbeeld aan nemen.”

Eerder verschenen in Knack

Boeken van deze Auteur: