"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Witte Schuld: Over Identiteitspolitiek

Dinsdag, 10 september, 2019

Geschreven door: Elma Drayer
Artikel door: Karl van Heijster

Wanneer identiteitspolitiek grimmig wordt

[Recensie] Sinds kort mogen ze zij aan zij staan in mijn boekenkast: Witte Onschuld van Gloria Wekker en Witte Schuld van Elma Drayer. De eerste in witte kaft, de tweede in het zwart. Beide een pleidooi tégen hun titulaire begrippen.

Hoewel, dat is niet helemaal waar. Ja, Wekker betoogt dat ‘witte onschuld’ niet bestaat omdat ‘witte’ samenlevingen doordrongen zijn van racisme. Maar het is niet zo dat Drayer meent dat ‘witte schuld’ niet bestaat omdat ‘witte’ samenlevingen in de kern a- of antiracistisch zijn. Het is eerder zo dat Drayer zich verzet tegen Wekkers racialisering van de samenleving. Vanuit die lens bezien, is het vangen van de schuldvraag in termen van ‘wit’ of ‘zwart’ op zichzelf al problematisch. Dat reduceert schuldigen tot een (raciaal gedefinieerd) collectief, om vervolgens dat collectief aan te klagen. Vroeger hadden we een woord voor dergelijke redeneringen, maar je hoeft niet diep in beide boeken te hebben gedoken voordat je erachter komt dat Wekker en Drayer het niet gauw eens zullen worden over de definitie van dat woord.

Ik heb het over racisme, natuurlijk, maar het onderwerp van Drayers boek is breder dan dat. Dat gaat over identiteitspolitiek, het gegeven dat groepen in de samenleving zich organiseren rond een (of meerdere) bij de geboorte gegeven, veelal onveranderlijk kenmerk(en). Dat kan ras zijn, maar ook geslacht of seksuele voorkeur (of een combinatie daarvan, voor de intersectionelen onder ons). Het identiteitspolitieke wereldbeeld wordt met name gepropageerd door pleitbezorgers van ‘diversiteit’ in de samenleving. Witte Schuld is een helder geschreven verslag van de toegenomen invloed van die pleitbezorgers op het Nederlandse publieke debat. Denk aan de discussies over Zwarte Piet, onwelgevallige woorden (‘slaaf’ wordt ‘tot slaaf gemaakte’, ‘autochtoon’ ‘Nederlander met een migratie-achtergrond) of ‘te witte’ krantenredacties.

Schrijven Magazine

Drayer levert tevens een scherpe ontleding van die debatten. Ze is onverbiddelijk voor onzinargumenten die in naam van identiteitspolitiek naar voren worden gebracht, maar eerlijk genoeg om toe te geven wanneer haar tegenstanders een punt hebben. Zo is ze niet van mening dat straatnamen vernoemd naar ‘omstreden’ figuren veranderd dienen te worden. Het idee dat een vernoeming gelijk staat aan een verering, snijdt geen hout. Bovendien, door namen uit te wissen, wis je de geschiedenis niet uit. Maar voor evidente schurken wil ze heus een uitzondering maken – overigens zonder aan te geven wanneer iemand een evidente schurk is en wanneer niet.

Nu is de straatnaambordjesdiscussie natuurlijk een tamelijk onschuldig voorbeeld van identiteitspolitiek. Grimmiger wordt het wanneer ze schrijft over het – soms sluimerende, soms openlijke – antisemitisme van de activistische vleugel van pleitbezorgers van diversiteit. De almaar toenemende verbreding herdenkingen van de Shoah is wat dat betreft een interessante casus. Haar punt is het waard om uitgebreid te citeren, gezien het in de waan van de dag nogal eens wordt overzien:

“Wie de Kristallnacht- en de Dodenherdenking verbreedt naar hedendaags en andermans leed zou zich wat mij betreft diep moeten schamen. En niet alleen omdat het een vorm van culturele toe-eigening is – het verschijnsel dat activisten zo laken als het om andere gemarginaliseerde groepen gaat. Het is vooral beschamend omdat je aldus het lot van de échte slachtoffers van destijds neutraliseert en relativeert.”

“Bovendien,” voegt ze toe, “niemand zou het wagen om te pleiten voor verbreding van de slavernijherdenking op 1 juli.” Het kan niet anders dan dat deze activisten heel anders aankijken tegen Joodse en zwarte slachtoffers – ja, de eerste groep vaak niet eens zíen als slachtoffers. En dat brengt de discussie meestal op de politiek van Israël, nog zo’n voorbeeld waarin het individu wordt gereduceerd tot en afgerekend op het collectief waartoe ze behoort.

Identiteitspolitiek gaat de problemen waar Nederland mee kampt, niet oplossen. De hokjesgeest die erachter schuilgaat – “jij behoort tot die groep, ik tot de mijne; jij bent de dader, ik het slachtoffer” – levert een ongetwijfeld zeer overzichtelijk beeld van de samenleving. Maar, vraagt Drayer, wie helpt wie daarmee vooruit? Haar boek is uiteindelijk dan ook een oproep om mensen, om Martin Luther King te parafraseren, niet te beoordelen op hun ras, geslacht of seksuele voorkeur, maar op hun karakter. Wat dat betreft kan Wekker nog wat van Drayer leren.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

Witte schuld

Witte Schuld: Over Identiteitspolitiek