"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

"Ze doen ons niets"

Woensdag, 15 november, 2017

Geschreven door: Carry van Lakerveld
Artikel door: Henk Slechte

Vervolging en deportatie van de Joden in Nederland 1940-1945

[Recensie] De titel van het boek is ontleend aan Marga Minco’s roman Het bittere kruid. Hierin wandelt Marga na de Duitse inval met haar vader op straat. Als blijkt dat de Duitse soldaten zich keurig gedragen, zegt haar vader: “Ze doen ons niets”. Dit boek vertelt een breed publiek wat de Shoah was, en wat die voor de Nederlandse Joden en voor Nederland betekende. Dat gebeurt in de historische context van de komst naar en vestiging in Nederland van de Joden in de late 13de eeuw. Hier ontwikkelde zich een Joodse gemeenschap, die in de 14de eeuw de schuld kreeg van de pestepidemie en daarom werd vervolgd en verjaagd. Ze werden buiten de gilden en dus buiten veel beroepen gehouden, en moesten aan strenge – financiële – voorwaarden voldoen om zich in steden te mogen vestigen. Na de verkiezing van Hitler waren Joodse vluchtelingen niet welkom bij de Nederlandse overheid die de immigratie beperkte maar ook niet bij veel Joodse Nederlanders, omdat ze een bedreiging op de arbeidsmarkt zouden zijn. Zij werden geweigerd aan de grens of opgevangen in kampen als Westerbork, Wieringen en Nieuwersluis.

Na de Duitse inval begon de vervolging zo geleidelijk dat bij de Joden bewust de indruk werd gewekt dat het allemaal wel meeviel. Dat veranderde met de gelijkschakeling en de invoering van de verplichte identificatie in 1941. Daarna volgde de Jodenster en begonnen de razzia’s en de deportaties, maar braken ook stakingen uit, zoals de Februaristaking die voor de Duitsers aanleiding was rigoureuzer en openlijker te handelen. De geschiedenis van de onderduik is aangrijpend. Omdat veel Joden dachten dat de straf voor onderduiken erger zou zijn dan tewerkstelling in Oost-Europa, meldden ze zich vrijwillig. Het was bovendien voor arme Joden die niemand buiten hun eigen gemeenschap kenden, moeilijk een onderduikadres te vinden. Dat betekende niet dat de Joden zich als makke schapen naar de gaskamer lieten voeren. Ze organiseerden in de Hollandsche Schouwburg een indrukwekkend verzet tegen de vervolging. Die schouwburg was de plek waar ze werden verzameld voordat ze werden getransporteerd naar de kampen Westerbork of Vught en vandaar naar de vernietigingskampen. De Nederlandse kampen krijgen veel aandacht, net als de vernietigingskampen in Duitsland en Polen, waar in Auschwitz-Birkenau meer dan 56.500 Nederlandse Joden vermoord zijn. Schrijnend is het verhaal van de ontvangst van de Joden die de gaskamers overleefden, maar hun verhaal niet konden vertellen, omdat ze daarmee de vreugde van de bevrijding zouden verstoren… Nog schrijnender is dat die Joden na hun terugkeer met meer antisemitisme werden geconfronteerd dan voor de oorlog.

Dit boek geeft een indringend beeld van wat de Joden in de oorlogsjaren en meteen daarna moesten verduren, met veel feiten maar ook persoonlijke herinneringen van overlevenden en nakomelingen van Joden die het niet overleefden. Het heeft een uitgebreid apparaat voor wie verder wil lezen, en is indrukwekkend geïllustreerd. Twee opmerkingen. Voor de historisch minder ingevoerde lezer, voor wie dit boek bedoeld is, zou een tijdlijn met belangrijke data het toegankelijker maken. Dat zoveel nabestaanden aan het woord komen maakt het boek extra sterk, maar dat doet de vermelding van de namen van de omgekomen kinderen niet. Daarvoor zijn monumenten en een Holocaust Museum.

Boekenkrant

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine