"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zelfs de honden

Vrijdag, 26 februari, 2021

Geschreven door: Jon McGregor
Artikel door: Jan Koster

De zelfkant van het leven

[Recensie] Lezers die een boek verwachten met een chronologisch verhaal, met een herkenbare verteller en geschreven in een toegankelijke stijl kunnen maar beter niet aan Zelfs de honden van Jon McGregor beginnen. Wil je worden uitgedaagd en ben je bereid er energie in te stoppen dan zou het zomaar kunnen dat je vol bewondering terugkijkt op een unieke belevenis.

Een stoffelijk overschot als middelpunt

De hoofdpersoon heette Robert Radcliffe. Hij is ergens tussen kerst en nieuwjaar overleden. Radcliffe heeft een veelbewogen leven achter de rug. Hij was verslaafd aan alcohol, dat heeft hem zijn relatie gekost. Jarenlang heeft hij gewoond in een appartement dat niet meer als woning te boek stond. Zijn laatste jaren bracht hij door in het gezelschap van een wisselende groep verslaafden die hij een slaapplaats bood in ruil voor drank. Waar hij aan is gestorven weet niemand, ook zijn dochter niet. Zij was bij hem teruggekeerd en leefde als één van de junks in het huis.

Het klinkt als een beroerd leven. De titel komt terug in een deel van een uitspraak van een politieman:

Kookboeken Nieuws

“en de politieman die zegt Zelfs de honden.”

Dat is een zin die onaf is. Wen er maar aan, want dat is in Zelfs de honden eerder regel dan uitzondering. Deze zin is nog eenvoudig af te maken. Deze zin heeft een punt aan het einde, wat bepaald niet altijd het geval is. Er is zelfs een hoofdstuk waarin vrijwel alle zinnen abrupt eindigen. Dient dat een doel of is het een truc?

Mijn stellige overtuiging is dat het eerste het geval is. Je krijgt kaders aangereikt die je naar eigen believen kunt invullen. Maar ook: het kenmerkt de warrige, onsamenhangende en springerige gedachten van mensen die maar aan één ding kunnen denken: het volgende shot.

Wat leidt naar het volgende karakteristieke element. Er is niet een verteller, geen ik, noch een alwetende. Het is een afwisseling van stemmen, innerlijke monologen zonder dat je een duidelijk beeld hebt van wie aan het woord is. Zij blikken terug op het verleden, bijvoorbeeld de vernietigende gevolgen van de Bosnische oorlog en op hoe zij in de greep raakten van hun verslaving, aan wat dan ook. Heroïne, methadon, alcohol, noem maar op.

Een rode draad is de vraag wat er met Robert is gebeurd. Niemand die het weet en dus zijn er volop speculaties. Er komt zelfs een onderzoeksrechter aan te pas, maar die kan er ook geen chocola van maken. Het is gebeurd, hij is gevonden en dat is het enige wat zeker is.

Het is aangrijpend, schrijnend en pijnlijk. Wat dat betreft is het “hoogtepunt” misschien wel als zijn lichaam uit elkaar wordt gehaald bij de obductie. Het proces wordt tot in detail beschreven, klinisch. De onderzoekers zijn heel zorgvuldig, hygiënisch, vol aandacht en toewijding. Wat zou er van hem geworden zijn als hij dat bij leven had mogen ervaren? Hoe groot is het contrast tijdens en na zijn leven?

Zelfs de honden is geen gemakkelijk boek. Je moet ervoor werken en sommige passages moet je herlezen. Je fantasie moet aan het werk. Lukt dat dan krijg je een indringend beeld van het leven van de onzichtbaren van onze wegwerpmaatschappij. Deprimerend, zeker. Wel gruwelijk goed.
Manon Smits zal een hele kluif aan de vertaling hebben gehad, maar die is uitstekend geslaagd.

Eerder verschenen op JKleest.nl

Boeken van deze Auteur:

Het woord voor rood

Zelfs de honden