"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zo zal ik bij je zijn

Maandag, 19 juni, 2006

Geschreven door: Daan Remmerts de Vries
Artikel door: Henk Bergman

Tussen lust en ergernis

Sommige boeken veroveren snel je sympathie. Ik geef me (voorlopig) gewonnen als ik kort na het begin de volgende zinnen lees: ‘Lawaai is de grote vloek van de tijd waarin ik leef. Niets kan je zo’n onveilig gevoel bezorgen als de herrie van anderen.’ Waarna de verteller ons enkele oorverdovende belevenissen vertelt over buren die denken dat hun smartlappen en hardrock anderen in dezelfde mate boeien als henzelf. ‘Ik ben daar half krankzinnig geworden,’ schrijft hij over de nieuwbouwbuurt in Amsterdam-West waar hij enkele jaren woonde – en dat voel ik voor de volle honderd procent met hem mee.

Maar die snel verkregen sympathie is natuurlijk niet onvoorwaardelijk. En ik moet zeggen: helaas, in de loop van zijn verhaal verliest Remmerts de Vries mijn aanvankelijke genegenheid. Zo zal ik bij je zijn blijkt namelijk een erg vermoeiend boek. Dat komt omdat het zo’n beperkte actieradius heeft. De hoofdpersoon Noël Ginnes – grafisch ontwerper van beroep – vertelt in dagboekvorm over zijn relaties met vrouwen in de periode 1995–2005. Ginnes maakt deel uit van de Amsterdamse scene van dertigers die zich eigenlijk maar met één ding bezighoudt: in een niet aflatende reeks bestaande relaties afbreken en nieuwe beginnen. Vaak is de nieuwe liefde een oude bekende – niet zelden zelfs iemand met wie al eerder werd verkeerd. Steeds gloort aan het begin de hoop dat dit wel eens de ware zou kunnen zijn, maar even vaak constateren betrokkenen alweer snel dat het idee van liefde ze benauwt en dat het dus beter is dat ieder weer z’n eigen weg gaat. En ja, natuurlijk blijven ze vrienden en houden ze contact. ‘Kon ik maar verliefd op je worden,’ zegt een van Ginnes’ liefdes. ‘Dan zou alles zo makkelijk zijn.’ Dat bedoel ik dus met vermoeiend.

Ginnes is zeker geen vervelende of saaie jongen. Helemaal niet. Hij filosofeert er lustig op los, weet veel van kunst, is gek op dieren, leest Nescio en Winnie de Poeh, gruwt van massavermaak als Koninginnedag en onderhoudt een liefdevolle relatie met zijn ouders. Maar zijn preoccupaties op relatiegebied overschaduwen dat alles toch ruimschoots. Zoeken naar gebondenheid is haast een dagtaak. Maar hij moet wel, want eenzame mannen dragen een soort stank om zich heen en vrouwen ruiken dat meteen. Aandacht krijg je als je al bezet bent: dan straal je iets aantrekkelijks uit.

Aanvankelijk pendelt Ginnes tussen Gabi, Claire en Maya (met wie hij al eens een lange periode heeft samengewoond). Die hebben natuurlijk ook allemaal hun serie nasudderende genegenheden plus hun lopende relaties – munitie genoeg dus voor een spervuur van twijfels, teleurstellingen, hoop en goede bedoelingen. Dan opeens is er Nathalie. Ze is mooi en sexy, maar ze heeft ook nadelen. Zo zit ze gevangen in een oninspirerend baantje en zegt ze dingen over zichzelf als: ‘Ik ben best wel een denker.’ Daarnaast is ze weinig taalvast, wat in brieven leidt tot formuleringen als: ‘Wie schertst mijn verbazing’. Ginnes wordt dus heen en weer geslingerd tussen lust en ergernis. Nathalie van haar kant zet zich af tegen Ginnes’ vermeende superioriteit. Ze voelt zich ook niet thuis in zijn vriendenkring, waar ze steeds vervalt in hardnekkige zwijgbuien. Kortom, het is duidelijk dat er aan de relatie gewerkt moet worden.

Boekenkrant

Dat ‘werken aan’ beslaat driekwart van Zo zal ik bij je zijn. En dat betekent voor de lezer maar één ding: meer van hetzelfde. Het verhaal wordt even voorspelbaar als het kapsel van Beatrix. Een tijdje gaat het goed, dan is het weer hommeles. Onvermijdelijk keren de geliefden elkaar een keer quasi-definitief de rug toe en moet Ginnes zich door het eerste Nathalieloze tijdperk heen worstelen. Dat duurt vijf weken. En natuurlijk blijft het niet bij die ene tijdelijke scheiding, maar steeds komt ook weer die verzoening. Tot het moment dat Nathalie zwanger raakt. Daar moet Ginnes niets van hebben en hij beweegt haar tot een abortus. Waarna we – voor de zoveelste keer – getuige zijn van het spelletje ‘Wie kiest voor wie?’ Ik kreeg er eerlijk gezegd behoorlijk genoeg van. Die Nathalie is en blijft een nietszeggend meisje. En Ginnes – inmiddels begin veertig – doet wel erg veel denken aan de radeloze achttienjarige die z’n eerste blauwtje heeft gelopen. Als Nathalie alle contacten met hem verbreekt aarzelt hij niet om een ex-buurvrouw op leeftijd en zelfs zijn ouders in te schakelen om te redden wat er nog te redden valt. De geliefden zien elkaar na lange tijd toch weer. Maar dan heeft de auteur de grenzen van de larmoyantie inmiddels ruimschoots overschreden. Ik zal maar niet verklappen hoe het drama afloopt.

Remmerts de Vries kan absoluut een verhaal vertellen – laat daar geen misverstand over bestaan. Jammer dat hij in dit boek eindeloos doorgaat over zo’n oninteressante relatie.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: