"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zoete mond

Woensdag, 13 oktober, 2010

Geschreven door: Thomas Rosenboom
Artikel door: Hannah van Pijkeren

Een eeuwige zoektocht naar geluk

De personages in de romans van Thomas Rosenboom lijken altijd zoekende te zijn. In Zoete mond is dat opnieuw het geval, wat de roman echter geenszins overbodig maakt in het oeuvre van Rosenboom. Zoete mond is een prachtig verhaal over de zoektocht van twee buitenstaanders en tevens tegenpolen van elkaar, afgetekend tegen de Nederlandse samenleving van de jaren zestig. Een zoektocht naar acceptatie, erkenning en genegenheid: een veelomvattende roman.

De excentrieke Jan de Loper had in zijn jonge jaren groot succes. Zijn bijnaam dankt hij aan de wandeltocht die hij ondernam naar Parijs, op zijn sloffen. En ook dichter bij huis bedacht hij de gekste dingen: zo vervaardigde hij eens een zebrapad van stof, rolde deze vervolgens uit in het (fictieve) dorp Angelen en bracht zo alle verkeersdeelnemers danig in de war. Na de Tweede Wereldoorlog lijkt de moderne techniek hem echter in te halen en zijn de mensen meer geïnteresseerd in radio en tv dan in de streken van Jan de Loper. Hierdoor vervalt hij meer en meer in een ongecontroleerd zelfmedelijden en trekt hij zich steeds vaker terug in zijn villa buiten Angelen.

Tegenover deze Jan de Loper plaatst Rosenboom de verlegen en contactgestoorde Rebert van Buyten. De lezer maakt kennis met Rebert tijdens zijn studententijd, die hij volkomen geïsoleerd doormaakt. Na zijn studie begint Rebert als dierenarts. In deze periode ontmoet hij ook zijn vrouw Tine, met wie hij korte tijd erg gelukkig is. Maar Tine komt om bij een auto-ongeluk en Rebert is wederom alleen. Verscheurd door verdriet besluit hij zijn oude woonplaats Arnhem te verlaten en zich te vestigen in Angelen. Daar maakt hij kennis met Jan de Loper (aan wie hij direct een hekel heeft) en met de geheimzinnige Laura Banda. Rebert probeert haar voor zich te winnen om op die manier opnieuw te kunnen proeven van het geluk. Laura is echter een grote bewonderaar van Jan de Loper en praat dan ook veelvuldig over hem, tot grote ergernis van Rebert. Jan de Loper is weer niet op zoek naar de aandacht van één vrouw, maar wil zich opnieuw de liefde van een compleet volk toe-eigenen.

Alhoewel de karakters van Jan de Loper en Rebert totaal verschillen, zit er wel een zekere overeenkomst in de levensloop van de twee mannen: beiden hebben zij het geluk gekend en beiden lijken ze zich wanhopig vast te klampen aan alles wat voor hen tot nieuw geluk kan leiden, in een allesoverheersende eenzaamheid. Het maakt de roman beklemmend en het zorgt zo nu en dan voor een pijnlijk gevoel van plaatsvervangende schaamte.

Boekenkrant

Behalve deze twee verhaallijnen is er nog een derde en wel die van de witte walvis, die Moby Dick genoemd wordt: een directe verwijzing naar de roman van Melville uit 1851. Moby wordt gevangengenomen door jagers, weet na enkele dagen te ontsnappen en zwemt uiteindelijk de rivier de Rijn binnen, totaal verzwakt en op zoek naar zijn familie. De zoektocht van Moby in totale eenzaamheid lijkt op de zoektocht naar geluk van beide hoofdpersonages en staat hier symbool voor.

De drie verhaallijnen zijn op een bijzondere manier met elkaar verweven en werken alledrie langzaam maar zeker toe naar een climax: eenieder hervindt op zijn eigen manier het geluk en de vrijheid. De gebeurtenissen lijken zich vertraagd af te spelen, doordat er veel gebruik gemaakt wordt van herhalingen en ellenlange zinnen. De roman krijgt hierdoor iets slepends, wat nog versterkt wordt door het archaïsche taalgebruik. Dit heeft een enigszins verdovende werking, die niet onprettig is. Heel af en toe lijkt Rosenboom het langzame tempo van zijn roman iets te ver door te voeren. Zo zal bijvoorbeeld een uitgebreide uiteenzetting over het opwekken van stroom door de energie van golven te gebruiken niet iedere lezer weten te boeien.

Een taaie passage hier en daar is Rosenboom echter snel vergeven. Door zijn beeldende en gedetailleerde beschrijvingen voel je je bijna constant zeer betrokken bij het verhaal. Zo wordt bijvoorbeeld de plaats Angelen zo duidelijk en filmisch beschreven, dat je het gevoel krijgt zelf in het dorp te staan en alle gebeurtenissen met eigen ogen te aanschouwen. De hoofdpersonen worden op eenzelfde manier tot volledige karakters uitgewerkt, waarbij hun hersenspinsels, gedachten en ontwikkelingen inzichtelijk worden gemaakt voor de lezer. Het zorgt ervoor dat de personages ondanks hun eigenaardigheden menselijk, geloofwaardig en navolgbaar blijven in hun gedragingen. Dit gegeven, in combinatie met het rustig voortkabbelende en bedwelmende taalgebruik, maakt Zoete mond tot een prachtig literair werk waarin een adembenemende zoektocht langzaam maar zeker gestalte krijgt.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: