"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zondagskind

Zaterdag, 11 april, 2020

Geschreven door: Judith Visser
Artikel door: Nico Voskamp

Tasten in het halfduister

[Recensie] Welkom in de wereld van Jasmijn Vink. Een wereld met een boel problemen. Jasmijn komt in haar opgroeiende leven namelijk veel tegen dat ze niet begrijpt. Mensen die tegen haar praten, snapt ze niet goed. Of misschien snapt ze het wel een beetje, maar ze geeft niet de reactie die de mensen verwachten, waardoor ze haar vreemd aankijken. Soms ook worden die mensen boos, of negeren haar. Heel verwarrend allemaal. Doet Jasmijn iets fout?

Daarover gaat dit boek. Jasmijn is een op het oog normaal meisje dat echter op een aantal punten op slot slaat. Bij harde geluiden bijvoorbeeld, of te fel licht, of een sociale situatie die ze niet goed begrijpt. Dan kan ze niet meer reageren zoals andere mensen dat zouden doen; haar brein staakt dan eventjes de activiteiten. Jasmijn heeft het syndroom van Asperger, een vorm van autisme, en daarmee is het lastig om een ‘normaal’ leven te leiden.

De kracht van dit boek is dit het verhaal van Jasmijn van binnenuit. Judith Visser doet dat voortreffelijk en uit eigen ervaring. Zij ontdekte op latere leeftijd dat ze Asperger heeft en door herinneringen uit haar jeugd op papier te zetten, geeft ze een erg levensechte beschrijving van de obstakels die Jasmijn tegenkomt in het omgaan met andere mensen.

Die omgang met andere mensen bestaat voornamelijk uit ongemak. Dat begint al op de allereerste schooldag op de Prinses Marijkeschool. Heerlijke naam van die school trouwens, die precies het tijdsgewricht neerzet. Jasmijn is daar op school samen met haar moeder en haar hond Senta. Ze zijn net aangekomen en het moment van afscheid nemen is daar.

Boekenkrant

“Ze was twee jaar jonger dan ik, en andere mensen noemden haar een hond… Nu plukte mijn moeder mijn vingers uit Sentas dikke, zachte vacht en zei dat Senta met haar mee terug naar huis ging.

‘En ik dan?’ vroeg ik.

‘Jij blijft eventjes hier. Dat heb ik je thuis toch al verteld?’

Ik schudde driftig mijn hoofd. Mijn moeder had gezegd dat we naar de kleuterschool gingen, en ik had gedacht dat het net zoiets was als boodschappen doen. Niemand had iets gezegd over hier blijven!”

De schooljuf komt erbij om het te regelen, waarop de situatie volledig uit de hand loopt. Alle drukte, geluiden, reacties van andere kinderen komen zo heftig bij de arme Jasmijn binnen dat ze een soort ‘overload’ aan prikkels krijgt. Ze zet figuurlijk de hakken in het zand en rent terug naar huis.

Visser zet het verhaal consequent vanuit Jasmijns beleving neer, zodat haar perspectief ook dat van de lezer wordt. Zo komen de problemen waar Jasmijn tegenaan loopt, glashelder binnen. De lezer wandelt eenzelfde wereld binnen vol onbegrijpelijke etiquetteregels, niet te duiden gezichtsuitdrukkingen en slecht in te schatten sociale verwachtingen. Met als gevolg dat we met Jasmijn meebeleven hoe ze continu tastend haar weg als opgroeiend kind moet zoeken…

Een puntje van kritiek is wel dat Jasmijns verslag op een bepaald punt in het dikke boek veel herhalingen gaat vertonen. We kennen haar patroon, weten waar ze door in paniek raakt en kunnen dus aan het begin van weer een nieuw hoofdstuk al inschatten hoe Jasmijn nu weer in de problemen komt. Die uitgebreidheid had iets afgeslankt kunnen worden wat deze lezer betreft.

Wel krijgen we Jasmijns leven goed in beeld. Waarbij de vraag opkomt: hoe houdt ze dat vol? Steeds die paniek als er iets gebeurt dat niet direct binnen haar kader past, bij onoverzienbare ellende de noodstop die haar brein aanlevert in de vorm van migraine, het tenenkrommend moeizaam omgaan met vriendinnen. Gedurende het boek gloort er gelukkig licht aan de horizon: ze weet zich langzaam aan te passen aan al die regels in die andere wereld, zodat ze op wat latere leeftijd grofweg leert wat er van haar verwacht wordt. Al blijft het tasten in het halfduister.

Eerder verschenen op Nico’s recensies