"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zonder rampspoed valt er niets te melden

Vrijdag, 6 januari, 2017

Geschreven door: Frans Pointl
Artikel door: Johan Bordewijk

Gebrek, achteruitgang en onvrede

Frans Pointl heeft te lang geleefd. Hoewel hij in 2015 overleed, had hij eigenlijk zes jaar eerder dood moeten zijn. Dat beweert hij althans in het postuum verschenen boekje Zonder rampspoed valt er niets te melden. Hierin beschrijft hij hoe hij die laatste jaren van zijn leven ervaren heeft en waarom hij eerder dood wilde. Het boekje bestaat uit een aantal verhalen en gedichten, sommige wat ouder, maar de meeste zijn ontstaan tijdens de ziekteperiode.

In 2009 bleek Frans Pointl te leiden aan het syndroom van Guillain-Barré. Hij herstelde weliswaar van het coma waar hij toen in weggleed, maar leefde daarna een leven dat gekenmerkt werd door verval en gebrek. Hij kon niet meer zelfstandig wonen en moest naar een verzorgingstehuis. Door de ziekte vergroeiden zijn voeten en kon hij niet meer lopen. Dat hem dat zwaar viel maakt hij zeer duidelijk. Soms met een understatement: “Nu de kwaaltjes in de rij staan, wordt het er niet fijner op.” Soms cynisch: “Al die wrakken (inclusief ikzelf) dienen in leven te worden gehouden, of ze nu willen of niet.” Hij baalt van de gebreken, van zijn leven tussen de krakkemikkige mensen en van de afhankelijkheid van zorg door anderen. Hij wilde gewoon dood.

Het boekje opent met een verhaal Sterven in de zon, dat zeker 20 jaar geleden geschreven is, maar niet eerder werd gepubliceerd. Het gaat over een weduwnaar in een verzorgingstehuis die zich ergert aan zijn achteruitgang en is daarmee een toekomstvoorspelling, want Pointl beschrijft wat hem later zelf zou overkomen. De sfeer in de verhalen over zijn eigen verval is echter grimmiger en meer doortrokken van boosheid dan hij in de fictieve geschiedenis bedacht heeft. “Vandaag ben ik – zoals meestal – gedeprimeerd. Niets komt ooit meer goed met mij.”

Wrokkig gepieker

In de verhalen, de meeste geschreven in briefvorm aan een fictieve vriend, en in de gedichten, kijkt Pointl ook terug op zijn (literaire) leven. Onder meer over hoe hij begon met publiceren in Hollands Maandblad. Een herinnering aan een ontmoeting met de schrijver A. Moonen ontaardt in wrokkig gepieker.

Yoga Magazine

De gedichten zijn milder van toon; er klinkt weemoed in door, maar ook daarin overheerst de doodswens. Elke ochtend bijvoorbeeld, gaat over de dagelijkse sleur van medicijnen innemen en het vooruitzicht van de gebrekkige jaren die niet nog moeten volgen.

[…] en altijd
dat verterend kistverlangen
de versleten tranen
elke ochtend

Nee, Zonder rampspoed valt er niets te melden is geen vrolijk boek. De verhalen zijn kort en hoekig geschreven en laten vooral zien hoe boos Pointl was. Geen vrolijk boek, maar wel een sterk boek, juist omdat het zo invoelbaar maakt hoe zuur een leven is dat wordt gedomineerd door verval.

Eerder verschenen op Recensieweb

Boeken van deze Auteur:

Zonder rampspoed valt er niets te melden

De laatste kamer