"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Zorg, een filosofische analyse

Dinsdag, 1 september, 2020

Geschreven door: Jan Vorstenbosch
Artikel door: Cyril Lansink

Is er nog ruimte voor echte zorg?

[Recensie] De zorg is een grote bron van zorg. Misstanden in verpleeghuizen, te dure kinderopvang, stakende huisartsen, uitgeprocedeerde asielzoekers: het gaat in de zorg om problemen waar de politiek maar geen goede oplossingen voor kan vinden. Voor de moderne burger is zorg vooral een obstakel op zijn weg naar volledige zelfontplooiing in werk en vrije tijd. Zorg is een verliespost, de debetzijde van de balans die de waarde van een leven berekent: ze kost tijd, energie en geld; zorgen betekent iets niet kunnen doen – genieten van je vrijheid, dingen doen die leuk zijn, hogerop komen, jezelf emanciperen. Zorg wordt dan ook gezien als een last, een verplichting die we maar al te graag uitbesteden aan anderen of overheidsinstanties.

De visie op zorg die hieruit spreekt past wellicht in een door economische doelstellingen en individualistisch-hedonistische motieven bepaald leven maar doet nauwelijks recht aan het fenomeen. Dat is wel de minste conclusie die getrokken moet worden na lezing van de filosofische monografie die ethicus Jan Vorstenbosch over het onderwerp schreef. Beginnend met een analyse van de dagelijkse taal rond zorg/zorgen – zorgzaam zijn, zorgvuldigheid betrachten, met zorg iets doen, zich zorgen maken – laat de auteur zien dat zorg(en) iets is wat het hele menselijke bestaan kenmerkt. Het is niet zomaar één aspect van het leven, maar de wijze waarop dit leven is. De mens is een zorgdragend wezen. “Hoe besteden we goede zorg aan…?” in plaats van “Hoe besteden we zo goed mogelijk de zorg uit?” wordt dan de brandende kwestie. Overigens heeft dit levensomvattende zorgen niet alleen betrekking op hulpbehoevende groepen mensen (zoals in de zorgsector) maar ook op handelingen en praktijken, dingen en dieren, de natuurlijke omgeving en de culturele instituties.

Belangrijk voor een begrip van zorg is het onderscheid tussen ‘zorgen dat’ en ‘zorgen voor’. In het eerste geval is zorgen een doelgerichte vorm van handelen. Er is sprake van een bewerkende relatie tussen diegene die zorgt en het resultaat dat hij op het oog heeft. Je zorgt dat het eten om zes uur op tafel staat. Eventueel door het koken uit te besteden. Maar op die manier is het zorgen voor een kind niet te begrijpen. Voorzover er daarbij doelgerichte handelingen een rol spelen (op tijd in bed, de kleren gewassen) zijn die ingebed in een affectieve opvoedingspraktijk. Zorgen heeft in dit geval een intrinsieke en relationele waarde. Weliswaar hebben de ouders in hun zorg een doel op het oog: het welzijn, nu en in de toekomst van het kind, maar dat maakt de zorgrelatie nog niet instrumenteel. En hoewel ouders bepaalde zorghandelingen kunnen uitbesteden (aan de oppas bijvoorbeeld), voor de zorgrelatie zelf is dat onmogelijk: die is onlosmakelijk met hun identiteit verbonden.

Vorstenbosch’ opvatting van zorg als een intrinsiek zinvolle praktijk waarin een affectieve relatie in het geding is, speelt in het politieke en economische debat over de zorg nauwelijks een rol. Sterker, door het probleem van de zorg steeds in financiële termen te vertalen – de zorg moet wel betaalbaar blijven, er moet meer geld naar de zorg –, ontneemt men het zicht op waar het in de zorg echt om gaat: de vraag of we in staat zijn adequaat voor kwetsbare mensen te zorgen. Geld mag daarvoor een conditie zijn. Maar zoals de ouder die het geld voor zijn of haar gezin verdient niet daarom een goede ouder is, zo heeft een zorgmanager die met veel vernuft de schaarse financiële middelen weet aan te wenden binnen zijn organisatie niet per se veel oog voor de zorgbehoevenden. Sterker nog, de vraag kan gesteld worden of het managen van zorg niet altijd op gespannen voet staat met het daadwerkelijk zorgdragen voor iemand. Vorstenbosch wijst er op dat adequate zorg juist rekening houdt met de eigen aard en eigenaardigheid van diegene die zorg nodig heeft. In wezen is elke zorgrelatie in hoge mate particulier, met dat kind, die chronisch zieke, die demente bejaarde. Dat maakt elke door economische efficiëntie ingegeven standaardisering van zorg verdacht. Voor elke ouder, thuiszorghulp en verpleegkundige is dat waarschijnlijk een stuk evidenter dan voor de manager, de ambtenaar en de politicus die van abstractie hun werk hebben gemaakt. Waar de ouder zich (als hij tenminste tijd neemt voor zijn zorg) nog kan laten leiden door behoeften, karakter, reacties en levensfase van zijn kind, wordt de professional in de zorg geacht haar betrokkenheid te ont-individualiseren en haar aandacht voor een persoon tot een aantal afgebakende, meetbare en controleerbare zorghandelingen (zorgmomenten!) terug te brengen. Waar zorg geprofessionaliseerd en geïnstitutionaliseerd wordt, zo kan uit Vorstenbosch’ analyse worden afgeleid, ligt steeds het gevaar op de loer dat het wezenlijke ervan wordt miskend.

Schrijven Magazine

Zorg is een belangwekkend boek dat een zorgvuldige lezing verdient. Het maakt duidelijk hoeveel er aan (begrip van) zorg verloren gaat als de economische en politieke benadering de overhand heeft. Door een ‘vergeten’ dimensie van zorg – vergeten zogauw de zorg vereenzelvigd wordt met een maatschappelijke sector die als elke andere aan de economische wetten moet beantwoorden – in herinnering te roepen, nestelt de filosoof zich als een horzel in de pels van onze samenleving. Dat hij daarbij nauwelijks tegemoetkomt aan de lezer die graag boter bij de vis wil, en ook oplossingen wil horen voor de grote problemen rond de zorg, heeft iets onbevredigends. Maar is het wel de taak van een filosoof de realiteit in een probleem-oplossingstructuur te vangen? Zijn analyse van het zorgen voor (iemand) maakt in ieder geval duidelijk dat we ook op een onherleidbaar andere manier betrokken zijn op de werkelijkheid. Wie zorgt voor een kind komt ongetwijfeld regelmatig problemen tegen, maar op een goede manier voor iemand zorgen is wat anders dan het vinden van handige oplossingen.

Eerder verschenen in Vrij Nederland

Het boek is niet meer regulier verkrijgbaar, maar via deze link te lezen.