"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Berichten uit de Sahara

Dinsdag, 19 mei, 2020

Geschreven door: Sanmao
Artikel door: Monique van Gaal

Heimwee naar de woestijn

[Recensie] In de jaren zeventig van de vorige eeuw was reizen nog best een hele kunst. De toenmalige reiziger was doorgaans nog helemaal op zichzelf aangewezen, wilde hij of zij een beetje kunnen overleven. Geen enkel punt voor Sanmao! Zij had al aardig wat van de wereld gezien toen zij, koppig als zij was, per se naar de Sahara toe wilde. Een reportage in de National Geographic had haar heimwee aangewakkerd, heimwee naar een voor haar onbekende plek, zo vertelt zij. Het liefst was zij helemaal van de westkust van Afrika door de woestijn naar de Rode Zee gelopen, maar zij vestigde zich in het hoofdplaatsje van de Spaanse Sahara (nu de Westelijke Sahara).

Rasverteller

Sanmao, pseudoniem voor Chen Ping, werd geboren in 1943 in de Chinese stad Chongqing, en verhuisde een paar jaar later vanwege de burgeroorlog met haar familie naar Taiwan. Zij woonde een tijdje in Duitsland en vervolgens in Spanje, alwaar zij haar man José ontmoette. Maar Sanmao móest en zóu naar de Sahara gaan, dus besloot José om werk te zoeken in een fosfaatmijn in de Spaanse Sahara. Het was het jaar 1973. Al in het daarop volgende jaar verschenen haar eerste verhalen in Chinese en Taiwanese kranten en tijdschriften; Sanmao ontpopte zich als een rasverteller. Nog eens twee jaar later (1976) verscheen haar boek, en nu, meer dan veertig jaar nadien, is eind 2019 de Nederlandse vertaling uitgebracht. Tot op de dag van vandaag is Sanmao een fenomeen in China en Taiwan. Zij wordt op handen gedragen door vrijheidslievende vrouwen die al dan niet worstelen met hun traditionele omgeving, waarin de familie de hoeksteen van de samenleving is en daaraan ontsnappen de nodige moed vereist.

“Ik had op deze wereld nooit het gevoel dat ik bij de rest van de mensen hoorde. Ik wilde steeds afwijken van de lijnen waarlangs het leven van anderen zich voltrok, dingen doen waarvan ik de reden niet uit kon leggen.”

Foodlog

Wars van cultuurrelativisme

In het hoofdstadje El Aaiún betrekken Sanmao en José een piepklein huisje in een arme wijk waar alleen Sahrawi, de oorspronkelijke bewoners, wonen. De Spanjaarden, de kolonisators, laten zich hier niet graag zien. Het stadje wordt omgeven door de onafzienbare zandvlakte. Dikwijls trekken Sanmao en José er in de weekenden opuit met hun aftandse autootje, diep de woestijn in. Sanmao beschrijft haar belevenissen op een unieke manier: zonder poespas en altijd goudeerlijk en direct. Soms met enige ernst, dan weer bomvol humor. Zij is de eeuwige, nieuwsgierige buitenstaander. Wars van enig cultuurrelativisme, beschrijft zij andermans gewoontes vanuit haar eigenzinnige perspectief. Cultuurshock is haar vreemd. En onbevooroordeeld als zij is, krijgt een ieder een kans bij haar, zelfs een tweede of een derde.. Zij gelooft heilig in de goedheid van mensen, maar tegelijkertijd krijgt diezelfde mens er flink van langs als hij het toch echt te bont maakt. Want ja, Sanmao heeft mensenrechten hoog in het vaandel staan.

“Voor de bewoners van deze woestijn had ik een onuitsprekelijke genegenheid opgevat, of het nu om hun lichaamshouding ging, hun manier van eten, de kleuren en stijl van hun kleding, hun gebaren, hun taal, hun huwelijksfeesten of hun religie.”

Ja, Sanmao verhaalt ook over ongelijkheid, de arrogantie van de kolonisator, de ‘domheid’ van de Sahrawi, de verborgen slavernij. Zij sluit innige vriendschappen met haar buren, maar hekelt het feit dat zij te pas en te onpas alles van haar ‘lenen’, zonder ooit iets terug te brengen. Ook kan zij het goed vinden met José’s Spaanse collega’s, die ‘nog nooit een Sahrawi-vrouw van dichtbij hadden gezien’. Sanmao behoort tot geen enkele bevolkingsgroep in de Sahara, en verwordt daardoor al gauw tot vertrouweling van deze of gene. Zij krijgt dingen te horen die voor anderen geheim blijven en mensen vragen haar om raad.

Humor en drama

Een meester-verhalenverteller, zo noemt haar broer haar in het nawoord. En dat is ze. Soms vertelt zij over de eenzaamheid, wanneer zij moederziel alleen in haar huisje hokt en José de hele dag aan het werk is. Dan weer beleven zij samen de dolste avonturen in de woestijn. Elk verhaal is een complete verrassing. Zo zit het verhaal Mijn gewaardeerde schoonmoeder vol humor, is Een benarde nacht ontegenzeggelijk het spannendste verhaal, en De doofstomme slaaf het meest dramatisch.

“Elke dag hadden we ontelbaar veel spullen uitgeleend en weggegeven aan onze Sahrawi-buren, maar de enige die me iets teruggaf was een slaaf die zo arm was dat zijn eigen lichaam hem niet eens toebehoorde.”

Dit alles speelt zich af in een tijd dat de Sahrawi vurig naar onafhankelijkheid verlangen en de macht van de kolonisator tanende is. Het is het jaar 1975. De bevolking komt in opstand, bommen ontploffen, en de situatie wordt nijpend. Sanmao’s verhalen getuigen van de onlusten en uiteindelijk – het duurt wel even voordat zij zich gewonnen geeft – ziet ook zij zich genoodzaakt haar ‘sprookjesland’ de rug toe te keren.

Treurig einde

Sanmao’s avontuurlijke bestaan kent een treurig einde. Nadat José in 1979 bij een duikongeluk om het leven kwam, keerde zij terug naar Taiwan. Zij maakte nog wel enkele reizen door Centraal- en Zuid-Amerika, maar in 1991 pleegde zij zelfmoord. Niemand weet waarom, maar zij leed waarschijnlijk aan depressies. Zinnen als ‘De werkelijke Sanmao is, zoals ik steeds weer benadruk, maar een onbetekenend persoontje’ doen al vermoeden dat zij bepaald geen hoge dunk van zichzelf had. Maar haar trouwe lezers zien haar waarschijnlijk liever in het licht van deze mooie zin:

“Voor mij is een vrij, vredig leven de hoogste vorm van beschaving.”

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles