"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Census

Vrijdag, 14 december, 2018

Geschreven door: Jesse Ball
Artikel door: Marnix Verplancke

Wie orde wil, moet de chaos omarmen

Een stervende man reist naar het noorden, als volksteller, maar vooral ook als chroniqueur van het kleine in de mens, van datgene wat ieder net zo uniek maakt als zijn zoon met het syndroom van Down die hem vergezelt. Jesse Ball schreef er een kafkaiaans beklemmende roman over.

[Recensie] Wat doet het hebben van een kind met het syndroom van Down met een mens? Hij verandert erdoor, maar hoe? Sluit hij zich op in zijn gezin? Of gaat hij juist de straat op omdat hij zijn zoon of dochter wil tonen dat we allemaal anders zijn, maar toch zo gelijkaardig? Dat is het uitgangspunt van Jesse Balls roman Census, een uitgangspunt dat trouwens vanuit een heel persoonlijke drijfveer vertrekt, zoals de auteur in zijn voorwoord schrijft. Twintig jaar geleden stierf zijn broer Adam. De jongen had Down en Ball ging ervan uit dat hij na de dood van hun ouders voor Adam zou moeten zorgen. Toen de jongen stierf, voelde hij zich echter niet bevrijd; eerder gekortwiekt. Daarom besloot hij een boek over hem te schrijven, om hem toch nog alle eer te schenken die hij verdiende.

Of beter gezegd een boek rondom hem, want Census gaat niet over twee broers, maar wel over een vader en een zoon, en het is die vader die het woord voert. De man is een arts die te horen heeft gekregen dat hij nog maar een paar maanden te leven heeft. Tijd om datgene te doen wat zijn overleden vrouw en hij altijd van plan geweest waren, het land rondreizen met hun zoon met het syndroom van Down. Alleen weet hij dat hij niet meer terug zal keren. Een rondreis wordt het dus niet, eerder een tocht naar het einde van de wereld. Hoofdstuk na hoofdstuk reizen ze naar het noorden, van stad A naar gemeente B naar gehucht C, en terwijl de mensen steeds schaarser en de natuur steeds uitbundiger wordt, komen vader en zoon steeds dichter bij elkaar.

Samen zijn ze op weg naar Z, of naar nergens, het hangt er maar vanaf hoe je het bekijkt, want de vader heeft zich opgegeven om als volksteller aan de slag te gaan, en als er iemand is die van nergens naar nergens reist en nooit ergens echt aankomt, zal het wel een volksteller zijn. Vader en zoon bellen aan, proberen details uit het leven van de geïnterviewden te puren en plaatsen nadien een kleine tatoeage op hun rib, als teken dat zij al ondervraagd zijn. Op die manier ontmoeten ze de gekste figuren, zoals de twee zussen, een nymfomanie en een met een mannenfobie, die samen boeken schrijven, een arts wiens duimen door zijn vader werden afgeknipt zodat hij niet in een gevaarlijke touwslagerij zou kunnen gaan werken en een jongeman die dag in dag uit houten puzzels maakt.

Kookboeken Nieuws

Het zou Jesse Ball zelf kunnen zijn, denk je dan, want niet alleen heeft zijn roman een bijzonder hoog Kafka-gehalte, zowat tot halverwege lijkt hij verbijsterend onbegrijpelijk te zijn. Wat bijvoorbeeld te denken van de steeds terugkerende verhalen over mensen die in aalscholvers willen veranderen, net zoals Satan in Miltons Paradise Lost? Hoe verder je leest, hoe duidelijker het echter wordt waar Ball naartoe wil. Wie orde wil, moet uit de chaos oprijzen, of deze juist omarmen en er de schoonheid van inzien natuurlijk. En dat is wat in Census gebeurt. Het volkstellen wordt steeds minder belangrijk. De vader vertelt veel over zijn overleden vrouw, hoe hij haar ontmoette en hoe zij sprankeling en humor in zijn leven bracht. Laat eens een klem of een tang achter in het lichaam van een patiënt, gaf ze hem de raad, met een briefje erbij voor de vinder. Maar hij deed dat natuurlijk nooit.

Jesse Ball is het wonderkind van de Amerikaanse tegendraadse roman. Drie jaar geleden verscheen van hem Sinds het zwijgen begon, een filosofische fabel waarin stilte soms meer zei dan woorden. Net zo zeggen de vele witregels in Census vaak meer dan de dialogen. Ze zeggen iets over de liefde van een vader voor een kind, over de wijze waarop wij mindervaliden niet als volwaardige mensen beschouwen en vooral ook over de ondraaglijke leegte van het gewichtsloze leven. Ieder mens is op zoek naar die specifieke last die zijn leven waarde zal geven, vat de vader uiteindelijk zijn levensfilosofie samen, en zolang hij die niet gevonden heeft, komt hij niet aan leven toe. Voor de vader is die verlossende last zijn zoon, net zoals hij voor Jesse Ball zijn broer Adam was.

Eerder verschenen in De Morgen

Boeken van deze Auteur:

Het duikersspel

Census

Auteur:
Jesse Ball
Categorie(ën):
Literatuur

Sinds het zwijgen begon

Census