"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De blauwe viool

Maandag, 25 juni, 2007

Geschreven door: Jaap Dercksen
Artikel door: Daan Stoffelsen

Dominante wanen

Het is kort te vertellen, onthecht, zonder poespas: een man, Herman Overwater, pianist, krijgt een visioen in een Amsterdamse tram. Hij wordt vervolgens verwarder en verwarder, culminerend in de beklimming van de blauwe violist, een beeld in het Marnixplantsoen. Hij valt met beeld en al en belandt in het ziekenhuis. Daar laat hij zijn ex Hanna komen om voor z’n poes te zorgen; zij grijpt deze gelegenheid echter aan om meer over Herman te weten te komen. Uit hemzelf krijgt ze niet veel meer; eenmaal thuis krijgt Herman het opnieuw in zijn bol en rijdt naar het Noorden om zijn nicht Hetty op te zoeken. Inmiddels heeft Hanna een brief van Hermans moeder over Hermans Indische oorsprong weten te vinden waaruit een deel van zijn wanen te verklaren valt. Dat is te laat: Herman stapt in een nieuwe waan van de veerpont naar Vlieland af.

Zo kort kan het, maar het hoeft niet zo. Jaap Dercksen beschrijft in zijn debuut De blauwe viooleen introverte, ego-centrische figuur die verstrikt is geraakt in zijn verleden – zijn Indische roots, zijn nep-zusje Hetty – en tevergeefs ordening probeert aan te brengen in zijn wanen.

In een vergelijking tussen het paradijs en fotografie (‘Ingekaderde wil. Afdruk van negatief.’):

‘Zijn geest schopte tegen de kartelrand van de foto waar hij in opgesloten zat, wetend dat de wereld daarbuiten hem angst gaf. Het best kon hij zich verstoppen aan de achterkant. Onbedrukt wit. Veilig niets. Een foto van niets kan niet bewogen zijn, is altijd gelukt. Kan niet liegen ook. Niets kan niet liegen en vertelt dus de waarheid. De waarheid die niet gezegd hoeft te worden. Onuitsprekelijk wit. Niet het paradijs waar alles fout zal eindigen.’

Ons Amsterdam

De eerste vijfenveertig pagina’s zijn we bijna uitsluitend overgeleverd aan Hermans wanen vol onaffe herinneringen en droomachtige logica, en dan komt de introductie van Hanna als een opluchting. Niet dat er bij haar geen steekje los zit – mevrouw verkleedt zich als suffe muurbloem om haar ouders niet te laten schrikken en heeft een niet-van-echt-te-onderscheiden revolver bij zich –, maar haar denken is wat gerichter, logischer. Ze ontfermt zich over Hermans poes, eerst nogal moordlustig, later liefdevoller, en begint haar onderzoek naar de man waar ze zo lang mee samenleefde, maar waarvan ze niet meer weet dan zijn achternaam.

Haar onderzoek leidt tot bevindingen die onderdelen van Hermans wanen zouden verklaren als – ik speel hier nu even amateurpsycholoog – onderdrukte herinneringen. Maar wat zijn ziekte precies heeft veroorzaakt is niet duidelijk, en eerlijk gezegd maakt het me ook niet uit. Hermans geestestoestand wekt bij mij niet zozeer nieuwsgierigheid als wel irritatie op, en misschien heeft dat vooral met de vertelstem te maken, die ook al vóór het eerste ‘visioen’ wollig is, met nadrukkelijke zinsvolgordeaanpassingen, abstract taalgebruik en vooral het uitblijven van een concreet inhoudelijk punt.

‘Meer nog dan de overgang tussen het oude en nieuwe jaar was de laatste werkdag voor de zomervakantie er een van goede voornemens. Het vooruitzicht dat september aan zou breken, een maand waarin iedereen weer uitgerust en vol energie aan de slag zou gaan, gaf Herman aan het begin van de zomer altijd het gevoel dat er meer mogelijk was. De dagelijkse sleur moest niet alleen doorbroken worden, die moest ook nooit meer terugkeren. Te weinig kwam het voor dat hij met zichzelf tevreden was. Toch was daar ook altijd het besef van beter weten, het duiveltje dat hem vertelde dat juist acceptatie van zijn huidige toestand de enige oplossing was, wat weer zijn diepste verlangens in de weg stond.’

En toch bevat De blauwe viool zeker interessante elementen. Juist de voorgeschiedenis, een van heimwee naar Indië en onoorbare zaken, is interessant, en Hanna is een aardig personage. Daarbij ontwikkelt de plot zich verrassend. Maar door de dominante aanwezigheid van de saaie, teleurgestelde Herman en zijn pretentieuze stream-of-consciousness wil Dercksens debuut nergens continu leesplezier opleveren.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.