"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De coronastorm

Dinsdag, 7 juli, 2020

Geschreven door: René ten Bos
Artikel door: Bart Deckx

Filosofie met beide voeten in het leven

We leven in historische tijden. Een microscopisch klein virus uit China vernietigt niet enkel mensenlevens, maar ook onze zekerheden en verwachtingen. Middenin de gebeurtenissen staan, betekent ook onwetendheid. De crisis is als een puzzel. Voormalig Denker des Vaderlands René Ten Bos legt in De coronastorm. Hoe een virus ons verstand wegvaagde een stukje van de puzzel.

[Recensie] 2020 is een jaar zoals 1989 en 2001, een kantelpunt in de hedendaagse geschiedenis van de mensheid. We weten wanneer de coronacrisis begon, maar er is nog geen idee over het einde ervan. De Nederlandse minister-president Mark Rutte poneerde op 22 april dat we dan ook beter zouden stoppen met filosoferen. Net dat wil Ten Bos doen, nu meer dan ooit. Corona, zo schrijft hij, is de kroon op de globalisering. De oorzaak van deze pandemie ligt in onze omgang met de natuur, het ongebreidelde reizen en de ver doorgedreven instrumentalisering van de mens. Voor Ten Bos zou corona wel eens het einde van het liberaal-kapitalistische systeem kunnen inluiden. Maar hoe de tijd na corona eruit zal zien, daar is onenigheid – typisch voor onzekere tijden – over.

De maatregelen om corona te bestrijden zijn ongezien drastisch. De anderehalvemetersamenleving, lockdowns en verplichte mondmaskers zijn niet meer weg te denken. Zich aansluitend bij Emmanuel Levinas’ ethiek van het ‘Gelaat van de Ander’ vreest Ten Bos voor de filosofische gevolgen: “Mij komt het voor dat een samenleving die mensen op het moment van hun grootste crisis op afstand houdt, een wrede en onmenselijke samenleving is.” Zijn vergelijking met de behandeling van lepralijders in de middeleeuwen is zeer scherp. Zij moesten rondlopen met een luidruchtige ratel, zodat de gezonden zich snel uit de voeten konden maken. De samenleving sloot hen uit; andere zieken, denk aan pestlijders, werden net ingesloten in hun huizen. Zo ook in coronatijden: “Uitsluiten, wegstoppen, afstand bewaren, registreren, merktekenen aanbrengen, rechten wegnemen, controleapps … De ratel van de melaatsen zit nog ferm aan ons bureaucratisch hoofd vastgeklonken.” De term ‘coronafascisme’ valt dan ook meerdere malen.

Uiteindelijk werpt covid-19 de mens terug naar misschien wel de oudste filosofische vraag: waarom leven wij? Men zou het idee kunnen krijgen dat we niet langer belang hechten aan de zin van het leven, maar enkel aan de lengte ervan. Gezondheid is de belangrijkste waarde – en misschien wel de enige waarde die in onze nihilistische samenleving door iedereen gedeeld wordt -, en zelfs die wordt herleid naar fysieke gezondheid. Willen we vrijheid opofferen om de dood maar zo lang mogelijk uit te stellen? Willen we leven tot elke prijs? Laten we angst ons leven bepalen? De coronastorm. Hoe een virus ons verstand wegvaagde geeft in 26 korte hoofdstukjes, opgehangen aan elke letter van het alfabet, een eerste inzicht in deze ontstellende pandemie. Bevattelijk voor het brede publiek, actueler dan ooit tevoren, toont filosofie zich zoals het hoort: met beide voeten in het leven.

Boekenkrant

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles