"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De moord

Zondag, 27 mei, 2018

Geschreven door: Paul Cliteur
Artikel door: Karl van Heijster

De moderniteit onder vuur

Sommige ideeën zijn beter dan andere, en de beste ideeën – of liever: hun definitieve uitwerking – hebben we te danken aan de Verlichting. De grootste denkers van de zeventiende en achttiende eeuw – in het bijzonder Joods-Nederlands filosoof Baruch Spinoza – stuitten op het idee dat sindsdien als fundament van de Westerse beschaving geldt: de waardigheid van het autonome individu. De Verlichtingsfilosofie baarde democratie; raciale en seksuele gelijkwaardigheid; individuele vrijheid van levensstijl; volledige vrijheid van gedachte, expressie en drukpers; afschaffing van het religieus gezag ten aanzien van wetgeving en opvoeding, en volledige scheiding van kerk en staat – oftewel: de moderniteit. Een Hegeliaan zou kunnen concluderen: de geschiedenis is tot haar einde gekomen.

Maar hoewel deze leunstoeldenker op zuiver intellectueel vlak misschien een punt heeft, blijkt de werkelijkheid toch weerbarstiger. De Verlichtingsidealen liggen onder vuur, betogen tien denkers in essaybundel De Moord op Spinoza. De aanval komt van twee kanten. Aan de ene kant zijn daar de premodernen – belichaamd door islamitisch fundamentalisten – en aan de andere kant de postmodernen – multiculturalisten en policoristen. Een populist zou het ongetwijfeld zo verwoorden: moslimfundamentalisten en de cultuurrelativistische elite tegen de “gewone man en vrouw”.

Dat uitgangspunt leidt tot interessante filosofische bespiegelingen over hoe de staat met religie om dient te gaan (door Paul Cliteur), de rol van religiekritiek (Coen de Jong) en de ontwikkeling van het feminisme (Floris van den Berg). Sid Lukassen spreekt zich uit over de noodzaak van een Leitkultur – een set normen en waarden zonder welke een diversiteit aan opvattingen niet kan bestaan binnen één samenleving – en Dirk van den Blom illustreert veel van wat zijn mede-auteurs betogen concreet aan de hand van de moord op Theo van Gogh. De diverse manieren waarop de auteurs de aanval op de moderniteit aanvliegen, toont aan op hoeveel fronten hun strijd wordt gevoerd.

Boekenkrant

In het bijzonder David Pinto’s essay over de rol van cultuur, werpt een interessant licht op de zaak. Pinto maakt een onderscheid tussen fijnmazige en grofmazige culturen. Fijnmazige culturen kenmerken zich door een strakke hiërarchie en een scherp onderscheid tussen goed en fout. De ethische codes van een fijnmazige cultuur zijn geënt op concrete situaties en worden gedicteerd door het collectief. In grofmazige culturen is daarentegen veel meer ruimte voor het individu, die zijn eigen invulling mag geven aan abstractere leef- en gedragsregels. Dit onderscheid zou een welkome aanvulling kunnen vormen in het debat over islamitisch fundamentalisme, waarbij de focus op Koranteksten wordt verlegd naar de cultuur waarin de religie is ingebed.

Helaas is niet elk essay even sterk. Ton Nijhofs argumentatie voor het openbreken van de politiek correcte standpunten rondom immigratie en integratie is bijvoorbeeld wel erg zwak: in het verleden heeft de heersende opinie er ook wel eens naast gezeten. Dat is waar, natuurlijk, maar het toont op geen enkele manier aan dat dit ook nu het geval is. Ook de vele spelfouten in verschillende essays zijn ronduit zonde. Een extra redactieronde had het boek dus zeker niet misstaan. Desalniettemin biedt De Moord op Spinoza genoeg interessant en vlot geschreven leesvoer voor iedereen die de moderniteit een warm hart toedraagt, leunstoeldenker of niet.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

 

Boeken van deze Auteur:

Theoterrorism v. Freedom of Speech: From Incident to Precedent

Cultuurmarxisme

De moord