"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Russische Krim

Dinsdag, 17 mei, 2022

Geschreven door: Emmanuel Waegemans
Artikel door: Jef Abbeel

De Krim zal voor altijd Russisch zijn

[Recensie] Dit boek heeft een uitdagende titel: de Oekraïners beschouwen de Krim nog altijd als een deel van hun land, het enige waaraan het schiereiland grenst. Het telt nu 1,9 miljoen inwoners en er wonen 80 nationaliteiten. De Russen zijn met 65 à 70% de grootste groep, de Oekraïners de tweede met 10 à 15%. In oppervlakte (26.081 km²) is het kleiner dan België.

De auteur schetst de lange geschiedenis en legt uit waarom de Russen ervoor willen vechten. Die geschiedenis begint in de 8ste-7de eeuw v.C.  Vele volkeren kwamen er wonen en heersen, onder andere Grieken, Romeinen, Mongolen, Tataren, Turken, Russen. Tussen 1550 en 1914 voerde Rusland twaalf oorlogen tegen het Turkse rijk om de baas te worden in Oekraïne en op de Krim (p. 28). In 1783 veroverde Potjomkin de Krim en bouwde er steden en havens. Ik lees hier nergens dat tsarina Catharina de Grote toen gezegd zou hebben: “De Krim zal voor altijd Russisch zijn”. Ze bedoelde: niet meer van Turkije. Van Oekraïne was er toen nog geen sprake. Poetin, die graag de geschiedenis gebruikt en misbruikt, verwees daarnaar toen hij in 2014 de Krim aanhechtte.

In 1787 bezocht Catharina de Zuidelijke gebieden, met in haar gezelschap onder andere keizer Jozef II en zijn diplomaat prins de Ligne. Doel van de reis was de wereld tonen dat Rusland rijk en machtig was. In 1798 publiceerde een jaloerse Saksische gezant het boekje ‘Potemkin der Taurier’ en verspreidde zo de mythe van de Potemkinse dorpen. De Nederlandse reiziger Pieter van Woensel, pro-Turks en anti-Russisch, deed er nog een schep bovenop. Hij beweerde ooggetuige te zijn, maar dat was hij niet (p. 52-57). Montefiore beweert in zijn recente studie over Catharina en Potjomkin dat de dorpen en steden wél echt waren. Het belangrijkste is wel dat Catharina en Potjomkin de Zwarte Zee veroverden, iets wat Peter de Grote niet gelukt was.

Ondanks de slechte wegen en het ontbreken van hotels begon toen het toerisme naar de Krim: eerst kwamen de wetenschappers, in 1786 ook een Engelse dame die vond dat Rusland de Krim nooit mocht opgeven en vervolgens alle tsaren van Alexander I tot Nicolaas II. In 1834 verscheen de eerste reisgids.

Boekenkrant

Waegemans legt ook uit hoe de Krimoorlog tot stand kwam, op welke (zeven) plaatsen hij zich afspeelde en wat er nieuw aan was. Het werd een psychologische nederlaag voor Rusland, dat niet in staat was om het veel zwakkere Turkije te verslaan. 450.000 soldaten sneuvelden: zij werden de helden van het verwoeste Sebastopol. De oorlog was niet enkel een bron van nationalisme, maar ook van afkeer van het Westen, want Frankrijk en Engeland hadden de kant van Turkije gekozen.

Het toerisme werd betaalbaar vanaf 1875, toen de eerste spoorweg van Charkov naar Sebastopol klaar was en zeker vanaf 1894, toen de tarieven daalden. TBC-patiënten trokken naar de Krim om er te genezen. En moslims uit de Kaukasus reisden via de Krim naar Mekka (p. 96-97).

In 1905-1906, in februari 1917 en in oktober 1917 was er op de Krim evenveel onrust als in de rest van Rusland. In 1918-19 vocht het Witte Leger van Denikin tegen het Rode van Trotski, aanvankelijk met succes, nadien niet meer. In november 1920 begon de exodus van 200.000 Witten. In totaal verlieten 1,5 à 2 miljoen Russen hun land, met pijn in het hart. Idem trouwens voor meer dan 10.000 Belgen die in de Donbas werkten en meer dan 200 bedrijven in Rusland hadden. De bolsjewieken richtten een waar bloedbad aan: ze doodden 20 à 25.000 Krim-bewoners (p. 99-101).

Dan brak er een hongersnood uit die 150.000 doden eiste. In 1917 woonden er 808.000 inwoners, in 1921 nog 570.000. De Krim werd een kuuroord voor arbeiders. In 1940 waren er 195 sanatoria en rusthuizen.

Op 22 juni 1941 vielen de eerste Duitse bommen op Sebastopol: de Krim was een springplank naar de olie van de Kaukasus. De Duitsers wilden de lokale bevolking verdrijven en er Duitse kolonisten vestigen. Er werd gecollaboreerd, de nazi’s executeerden 90.000 bewoners en roeiden 35.000 Joden uit. Na de bevrijding liet Stalin alle 190.000 Krim-Tataren plus 100.000 Bulgaren, Grieken, Armeniërs deporteren naar Siberië, ook als ze niet gecollaboreerd hadden. De overlevenden mochten pas in 1989 terugkeren (p. 103-107).

In 1954 gaf Chroesjtsjov de Krim aan Oekraïne, zonder de bevolking te raadplegen en zonder de wettelijke procedure te volgen. Velen beschouwen de overdracht als ongrondwettelijk. Toen lag niemand ervan wakker, want het bleef binnen de SU. De Krim telde in 1954 1,2 miljoen inwoners: 850.000 Russen(71%) en 264.000 Oekraïners (22%) en dan nog 4% Joden en Wit-Russen. Tussen 1990 en 1997 keerden 245.000 Tataren terug en namen (met geweld) hun vroegere huizen en gronden weer in.

In 2014 annexeerde Poetin de Krim en in 2018 verbond  een brug van 19 km over de straat van Kertsj de Krim met het vasteland. Het belangrijkste vakantie- en kuuroord van de SU en het jongerenkamp Artek waren weer bij het moederland. In 2018 kwamen er 6,8 miljoen toeristen. Dankzij de gedichten van Poesjkin, die in 1820 de Krim bezocht,  was het schiereiland  geliefd geworden bij de Russen. Ook Tolstoj, Tsjechov, Gorki en Volosjin brachten de Krim in de literatuur. En ook schilders zoals Ajvazovski vereeuwigden het.

De auteur eindigt met de oorlog tegen Oekraïne en vraagt zich af of deze agressie en die tegen de Krim aan Rusland meer schade dan voordeel zal opleveren. In de bijlagen krijgen we een lijstje met de plaatsnamen en een bibliografie. Daarin staat ook Marc Jansen, Geschiedenis van Oekraïne, 2014. Daarvan is in maart 2022 wel een heruitgave verschenen.

Dit boek is vlot geschreven, in zeer begrijpelijke taal en het leest zeer aangenaam. Mede door de mooie foto’s, krijg je meteen zin om het schiereiland te bezoeken. Enkele plaatsnamen op het kaartje vooraan (p. 11) zijn zo klein dat je er best een vergrootglas bijneemt. De brug van 2018 staat er nog niet op. Ik mis ook de verklaring van het woord Krim (Tataars voor wal, muur, greppel).

Nog een paar details: Sevastos op p. 36 moet Sebastos zijn; Theodosia  betekent ‘Godsgeschenk’, Feodosia is de Russische vorm (p. 133); idem voor simfero (p. 134) dat sumfero is in het Grieks. En tot slot: “De grote kiezelstranden zijn meestal klein” (p. 115) is een leuke tegenspraak.

Eerder verschenen op Jef abbeel

Boeken van deze Auteur: