"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De vader van Serafyn

Vrijdag, 1 september, 2006

Geschreven door: Marga Claus
Artikel door: Julia Krul

Dan liever een werkelijk missieverslag

In 1963 werd Nederlands Nieuw-Guinea, ooit onderdeel van de kolonie Nederlands Indië, overgedragen aan de autoriteiten van het sinds 1949 onafhankelijke Indonesië. Het grootste deel van het nieuwe stuk Indonesisch grondgebied werd bewoond door Papoea-stammen, maar de Indonesiërs wisten net zo min van hen af als de Nederlanders. Alleen een handjevol christelijke missionarissen had al sinds een paar generaties hun parochiën in de simpele bergdorpjes gevestigd en leerde geleidelijk steeds beter de levenswijze van de plaatselijke bevolking kennen. Over zo’n missionaris, de jonge Friese franciscaan Gerhard, gaat Marga Claus’ De Vader van Serafyn.

In een lange serie bonte, grappige en soms behoorlijk aangrijpende anekdotes beschrijft Gerhard zijn confrontatie met die vreemde, ‘wilde’ cultuur van peniskokers, kaurischelpen, varkensfeesten en geestenuitdrijving. Hij bespreekt de moeilijkheden die bij het leven onder zulke primitieve omstandigheden komen kijken, zelfs voor een franciscaan die een bezitloos bestaan heeft gezworen, en gaat in op de theologische vraagstukken waarmee hij te maken krijgt wanneer hij met het natuurvolk om hem heen over het bestaan van de christelijke God probeert te communiceren. Zelfs de repressie en uitbuiting van de Papoea’s door de Indonesische bezetter komen naarmate het boek vordert steeds meer aan de orde.

De vorm van de roman is een uitgave van Gerhards dagboekaantekeningen, na zijn dood verzorgd door zijn goede vriend en collega Johan. Claus heeft die fictie zo consequent volgehouden dat zelfs de eindnoten bij de tekst van Johans hand zijn. Slechts de bibliografie die daarop volgt verraadt dat zijzelf een flink aantal uiteenlopende bronnen over de Friese missie in het toenmalige Irian Jaya heeft geraadpleegd. Het zullen waarschijnlijk de missieverslagen zijn die haar ertoe hebben gebracht zo’n anekdotische manier van vertellen te handhaven. Jammer genoeg is die precies de reden waarom De vader van Serafyn weliswaar een heel interessant boek is als politieke aanklacht en als inspiratiebron voor iedereen die zich tot ontwikkelingshulp, de leer van Franciscus of allebei aangetrokken voelt, maar waarom het als roman niet zo veel voorstelt.

De verhaaltjes over Gerhards belevenissen blijven tot het eind toe weinig samenhang vertonen. Zo bouwt hij met de dorpelingen een vliegstrip, bespreekt thema’s als monogamie, taboe en heiligheid met zijn parochianen, maakt ruzie met zijn meerderen, moet herhaaldelijk terug naar Nederland vanwege een slopende ziekte, adopteert een weesmeisje – de Serafyn uit de titel – en ontdekt in de grote stad hoe corrupt de Indonesische ambtenaren en militairen zijn. Allemaal losse gebeurtenissen waarvan je je blijft afvragen of het nu uiteindelijk nog ergens heen zal gaan. Bijna niemand, zijn collega’s noch de Papoea’s die hij ontmoet, krijgt een blijvende rol en wordt meer dan versiering. Een paar maal wordt er vooruitgesprongen naar een weerzien op zijn oude dag met een Papoea die ooit zijn kok was. Die vertelt hem uiteindelijk bepaalde verbanden tussen personen en gebeurtenissen die voor Gerhards leven van ingrijpende betekenis blijken, maar voor de lezer is dat niet meer genoeg om te besluiten dat er toch sprake van een plot was.

Boekenkrant

Nu zijn er natuurlijk genoeg geslaagde romans die enkel de levensloop van de hoofdpersoon beschrijven, maar die moeten het dan minstens zo zeer van taalgebruik, sfeer en diepgang hebben. Ook daarin schiet Claus tekort. Nooit staat ze met meer dan een regeltje stil bij hoe de omgeving, een personage, een handeling er precies uitziet, terwijl het oerwoud en de exotische gebruiken van de Papoea’s daarvoor toch stof genoeg te bieden hebben. Evenmin geeft ze ooit een echt uitgebreide beschrijving van Gerhards emoties en theoretische bespiegelingen. Zeker die laatste zouden in een roman over een missionaris toch centraal moeten staan.

Het probleem van De Vader van Serafyn is dat het twee elementen mist waarvan een roman er minstens één moet bevatten: een spannende verhaallijn en een prikkelende stijl. Nu is het boek niet meer dan een realistisch missieverslag van het type dat Marga Claus zelf als bronmateriaal heeft gebruikt. Misschien had ze beter op basis van zulk werk een biografie van iemand als Gerhard kunnen schrijven. Dan had ze de wel degelijk enorm interessante thematiek gewoon voor zichzelf kunnen laten spreken.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.