"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De waarheidzoekster

Woensdag, 26 juli, 2017

Geschreven door: Pauline Micheels
Artikel door: Henk Slechte

Henriette Boas, een leven voor de zaak

[Signalering] Een nostalgische verrassing voor  de generatie krantenlezers die is opgegroeid met haar ingezonden brieven. Het boek is ook een verrassende historische beschrijving van Joods Nederland in de 20ste eeuw en van het leven in de jonge staat Israël in de late jaren ‘40. Henriette sprak redacties aan op fouten in hun berichtgeving en gaf ongevraagd haar opinie over affaires in de Nederlandse Joodse gemeenschap of in Israël en over andere zaken. Ze schuwde daarbij een contraire mening niet. Zo vond ze de verering van Anne Frank en Etty Hillesum maar niks. Haar brieven waren steevast  ondertekend met ‘Henriette Boas, Badhoevedorp’.

‘Jetty’ groeide op in een welgesteld en intellectueel gezin aan de Amsterdamse Den Textraat waar 50% van de bewoners Joods was. Haar vader leidde jongens op voor het staatsexamen gymnasium. Onder hen was Jacques Presser, de latere auteur van het beroemde boek Ondergang over de Jodenvervolging, dat ze fel bekritiseerde omdat het geen voorgeschiedenis geeft maar zich beperkt tot de oorlogsjaren, omdat ze het subjectief vond en omdat de titel suggereert dat de joodse gemeenschap na 1945 niet opnieuw tot leven is gekomen.

Haar liberale maar niet gelovige Joodse milieu is geen indicatie voor haar fanatieke zionisme en haar levenslange strijd met zichzelf, maar de gezinssituatie wel, althans zo zag zij het. Omdat haar ouders geen tijd hadden voor de kinderen, week ze uit naar de zionistische jeugdbeweging, waarna het zionisme haar leven en werk heeft getekend. Het eerste hoofdstuk geeft herkenbare rode draden in haar hele leven, zoals haar minachting voor mensen uit een minder intellectueel milieu, onder wie Presser. Jetty studeerde klassieke talen, psychologie en Hebreeuws. Ze was briljant maar ook contactgestoord. Ze kon uitgerekend in Palestina haar draai niet vinden, maakte ruzie met bijna iedereen die ze eerst sympathiek vond, kreeg geen baan of wist die niet te houden. Ze had een  moeilijk karakter maar leerde door haar jeugd ook om haar frustraties om te zetten in een actieve rol. Die speelde ze in grote kwesties zoals in de affaires Weinreb en Menten. Micheels schildert een intelligente en alerte vrouw die de weg in het leven niet kan vinden. Ze wil zich inzetten voor de Joodse zaak maar ook voor de wetenschap, en kan haar ei uiteindelijk alleen kwijt als tijdelijke lerares en schrijfster van ingezonden brieven en opiniestukken. Het boek is verrassend en spannend. Tot zover de welverdiende lof.

Maar ook een woord van kritiek: de auteur steekt helaas de lezers die de Joodse wereld slechts oppervlakkig kennen, nauwelijks een hand toe. Voetnoten waren geen overbodige luxe geweest, bijvoorbeeld om een blad als de Joodsche Wachter te duiden. Micheels verwijst naar artikelen van vader en dochter Boas in veel bladen en kranten, maar geeft zelden een datum. De lezer kan ze dus moeilijk terugvinden. Ze verwijst niet naar bronnen, maar had toch minstens een beredeneerd overzicht kunnen geven van de talloze kranten en tijdschriften waarin Jetty schreef, en van de vele spelers in haar leven, die de leek niet kent. En dan nog dit: er hadden echt een paar van die fameuze brieven in afgebeeld moeten worden.

Boekenkrant

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine