"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Weerbeer

Zaterdag, 27 juni, 2020

Geschreven door: Peter Varg
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Overdadige verbeelding in de vorm van een oude mythologie

[Recensie] Dit boek begint direct goed, met mammoeten en wolharige neushoorns. Mijn interesse was gewekt. Mijn slotconclusie is dat dit werk beter is dan het eerste in de reeks, De jaguarkrijger en mijn beoordeling komt dus uit op net vier sterren. Laat ik er direct bij zeggen dat het vier sterren is als je weet wat je bij deze fantasyboeken kunt verwachten. Wellicht had ik dit boek ook drie sterren gegeven als dit het eerste boek was dat ik had gelezen van de reeks Kukulkans Meesterplan. De schrijfstijl is namelijk heel anders dan wat gebruikelijk is binnen het fantasygenre en zal niet iedereen aanspreken. Denk eerder aan The Silmarillion dan aan The Lord of the Rings. Peter Varg kiest voor een alwetende verteller die een mythe overdraagt, op een gedragen toon, waarbij gevechten met hoogdravende taal worden beschreven maar in twee regels voorbij zijn, waarbij duizenden vallen in een oogwenk en mensen van de ene uitvergrote emotie overgaan in de andere. ‘Tell’ in plaats van ‘show’, ook wat de karakters betreft. Neem bijvoorbeeld een passage als: “Zijn ogen vulden zich met tranen die als zeldzame juwelen schitterden in het zilveren licht van de maan. Dan gleed Monica in zijn open armen en alles was weer goed.” In gevechten komt de oplossing vaak van een nog niet eerder beschreven eigenschap van bepaalde karakters, bijvoorbeeld als feeën zich opeens in libellen blijken te kunnen veranderen. Een echte ‘deus ex machina’. Dit is anders dan de meeste moderne fantasyverhalen, waarbij de schrijver in de huid van een karakter kruipt en je laat ervaren wat die ervaart, laat voelen wat die voelt.

Niets van dat alles hier. Varg grijpt terug op oudere verteltradities, zoals deze verhalen in de lange winternachten rond het vuur werden overgedragen. Ik vond zijn manier van vertellen in dit boek beter werken dan in het eerste. Ten eerste omdat ruwweg de helft van het boek zich in het verre verleden afspeelt en verhaalt hoe de god Wodan met zijn entourage naar een andere wereld reist. Het eerste boek speelde zich nog meer in onze wereld af, met werkelijk bestaande historische karakters. Hier was ook een deel van het verhaal gesitueerd in België, maar direct na aankomst ontmoeten Peter en Monica al mensen die eigenlijk weerberen zijn, oude godinnen, Berserkers of vuurwezens. Dus je krijgt nooit echt het gevoel dat de auteur probeert het normale leven te beschrijven. Ook de verhaallijn in België heeft niks met het echte België van doen. In deze verhaallijn gebeurt verder ook weinig, behalve dat de karakters uitleg krijgen over de achtergronden van dezen en genen. Wat dus wel heel interessant is, zoals de mythische geschiedvertelling in The Silmarillion erg boeiend is. Fascinerend is hoe Varg elementen uit verschillende mythologiën samenweeft: Chileense heksen en het Noorse godendom, maar ook de elfen, feeën, buitenaardse levensvormen, reuzen en ga zo maar door. Ook goed gedaan is hoe gruwelijk het allemaal wordt.

De mythevormende manier van vertellen zorgt ervoor dat het niet te dichtbij komt, zodat de schrijver behoorlijk ver kan gaan. Dit is geen vrolijke fantasy, maar behoorlijk duister. Ook aan de kant van de zogenoemde ‘goeden’. Net als in het vorige deel vond ik dat de hoofdpersoon wel heel makkelijk onschuldige mensen kwaad kon doen. Hier wordt wel genoemd dat hij er gewetensproblemen mee heeft, maar dat voelde ik niet echt mee. Ik ben altijd een beetje wantrouwig als een zogenoemd goede zaak van de ‘goeden’ verlangt dat ze gruweldaden bedrijven. Dit wordt nog extra gecompliceerd doordat de schrijver zijn hoofdpersonage naar zichzelf heeft genoemd en diens vrouw naar zijn echtgenote, ook uit Chili afkomstig. Ik hoop niet dat hij in werkelijkheid op deze Peter lijkt. Net zo heb ik er wat moeite mee dat de slechte godheid in dit verhaal, Akash, volgens mij verwijst naar de God van de bijbel. Ik heb geen probleem met verhalen waarbij de Heidense goden werkelijk blijken te bestaan of waarin de kerk een onderdrukkende instantie is (mijn eigen De Krakenvorst is ook best kritisch op georganiseerde religie). Maar hier zag ik in de gelederen van de goeden de zevenkoppige draak uit Openbaring terug, en werd gesuggereerd dat Lucifer en de gevallen engelen ook tegen Akash streden. Ik kreeg er een ongemakkelijk gevoel bij, net als bij de gruweldaden die de hoofdpersoon verrichtte zonder blijvende consequenties. Dit zegt echter meer over mij dan over het boek, maar lezers die een vergelijkbare achtergrond hebben als ik zouden hier ook over kunnen vallen. Wie voor deze punten niet gevoelig is, en houdt van een wat verheven, afstandelijke vertelstijl, heeft in dit boek een tot de nok toe volgestouwd avonturenverhaal in handen, met op bijna elke pagina wel een fascinerende, schokkende of indrukwekkende gebeurtenis, en scenes die in de verbeelding blijven hangen. Deze serie blijft uniek binnen de Nederlandse fantasy. Geen traditionele queeste in een middeleeuws aandoende wereld, maar een totaal originele magische mengelmoes. Aanbevolen, vermits de lezer over een sterke maag beschikt.

Wandelmagazine

Eerder verschenen op Hebban

Boeken van deze Auteur:

De Zoon van de Slang

De Jaguarkrijger

De Weerbeer