"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Dochter

Vrijdag, 13 oktober, 2017

Geschreven door: Lenny Peeters
Artikel door: Marnix Verplancke

Leven als een cavia

De eerste zin

“Ik steek het mes in de grond en veeg mijn handen af aan mijn trui.”

Recensie

Dochter woont samen met haar vader in een verwaarloosd huisje. Het meisje is licht gestoord, wordt op school gepest en vindt rust en troost bij haar cavia’s die ze heel graag kleintjes zou zien krijgen. Daarom legt ze hen iedere dag op elkaar en steekt ze met een oorstokje kruiden en grassnippers in hun ‘vanvoren’. Tot ze sterven. Dat ze dit zo moet doen weet ze van haar oudere buurjongen Jonas, die haar graag zonder slipje ziet dansen. “Ga eens tot een bolletje opgekruld liggen,” zei hij, “net als een cavia,” waarna hij zijn stokje in haar stak en zij met bloed in haar slipje naar huis trok. Die avond propte ze kruiden en grassnippers in haar vanvoren.

Foodlog

In Dochter geeft Lenny Peeters een beeld van een totaal gedegenereerde wereld waarin seksueel misbruik de overhand voert. Er wordt incest geïnsinueerd, de huisarts heeft graag dat het meisje over zijn knie wrijft, zeker nu ze ‘bulten’ begint te krijgen en Jonas gaat steeds verder in de exploitatie van zijn buurmeisje. Naarmate de roman vordert, duiken er steeds meer gevangenisscènes op. Het mes dat dochter in de eerste zin van het boek in de grond steekt, heeft bloed gezien, begin je als lezer te beseffen, en het was vast geen caviabloed.

Peeters vertelt haar verhaal vanuit het standpunt van het gestoorde, nimmer oordelende meisje. Dochter lijkt niets shockerend of erover te vinden. Het overkomt haar gewoon. Het onthutsende effect hiervan wordt nog versterkt door de bijzonder efficiënte, spaarzame stijl van het boek: korte hoofdstukken die bestaan uit korte zinnen die je een haarscherp beeld geven van een bizar bestaan. Beter één detail dat je omverblaast dan een karrenvracht langdradige beschrijvingen die je uiteindelijk alleen maar in slaap sussen, lijkt Peeters’ devies. Het resultaat is een roman die tezelfdertijd sprookjesachtig en ranzig rauw is. Even een voorbeeld. Om de lokale rattenplaag het hoofd te bieden, vangt vader de dieren, waarna hij hun ‘vanachteren’ dichtbrandt met een gloeiende kachelpook. “Het vlees sist,”schrijft Peeters. “De rat krijst. Nadien heeft ze dorst. Ik vul een kopje tot aan de rand met water en zet het bij de val. We kijken hoe ze drinkt. Meer hoeven we niet te doen. Het geschreeuw van de dichtgebrande rat die niet kan plassen jaagt alle andere ratten weg.”

3 vragen aan Lenny Peeters

Je laat heel veel in het ongewisse in je boek. We weten niet waar het speelt, hoe oud de personages zijn of zelfs hoe ze heten. Waarom heb je dat gedaan?

Peeters: “Ik hou enorm van suggestieve literatuur. Dochter heeft nooit een naam gekregen omdat namen, net zoals uiterlijkheden, niet belangrijk zijn in mijn verhaal. Ze leggen een personage aan banden. Enkele namen mogen wel, maar dan alleen voor personages die er in feite niet toe doen. Maar niet alles is onbepaald of flou. Een aantal details komen uit mijn eigen leven. Zo had ik als kind ook cavia’s, en het huis waarin de vader en zijn dochter uit het boek wonen, kende ik ook persoonlijk. Ik groeide op in de Kempen. Het huis van de overburen was heel oud. Het was maar een paar kamertjes groot en had een vloer van aangestampte aarde. Telkens als de man het huis uit was, kwamen er andere mannen op bezoek bij de vrouw. Het gebeurde dat ik daar als kind stiekem kwam en dan voelde ik de seksuele spanning in de lucht hangen. Ooit gaf ik zo’n man zelfs een kusje en ik wist meteen dat er iets niet klopte.”

Was het moeilijk om je in de naïeve en wereldvreemde gedachten van Dochter te verplaatsen?

Peeters: “Nee, en ik denk trouwens dat ik er nog helemaal in zit. Dochter heeft autistische kenmerken en is ook zwakker begaafd. Een aantal jaar geleden heb ik een bachelor autismecoach gevolgd. Ik had toen zelf een overprikkeld brein en heb die opleiding nooit afgewerkt, maar wat me is bijgebleven, is hoe fascinerend die wereld is. Mensen met een autismestoornis zien bijvoorbeeld alles even vlak of opwindend. Zij kunnen daarin geen onderscheid maken. Dochter heeft dat duidelijk ook. Net zoals ze geen idee heeft van goed en kwaad. Voor haar is seks niet anders dan de afwas doen.”

Ben je niet bang dat sommige lezers geshockeerd zullen zijn door je boek?

Peeters: “Nee, dit is mijn verhaal. Ik hou van het ongewone en het morbide. Wat mensen raar of extreem vinden is hun zaak. Het is trouwens pas door mijn manuscript een paar keer te herlezen voor het naar de uitgeverij ging dat ik me ervan bewust werd dat het misschien wel wat extreem zou kunnen overkomen. Dat was me voordien nooit opgevallen.”

Eerder verschenen in Knack


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Dochter