"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Edge.Zero De beste Nederlandse genreverhalen uit 2017

Zaterdag, 13 juni, 2020

Geschreven door: Tom Thys, Tais Teng, Diverse Auteurs
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Overwegend sterke SF- en fantasyverhalen

[Recensie] Dit is alweer de derde editie van EdgeZero, een initiatief om uit de gepubliceerde genreverhalen en verhalen die meededen aan wedstrijden door een jury de beste verhalen van het jaar te laten selecteren en die op verschillende wijzen te publiceren, zodat een zo groot mogelijk publiek bereikt wordt. Dat publiek mag vervolgens het beste verhaal kiezen, dat de winnaar wordt van dat jaar.

Dit jaar is er geen speciale Wonderwaan-uitgave van de bundel, maar zijn de verhalen op diverse wijzen digitaal beschikbaar en is er een mooie paperback, professioneel vormgegeven en opgemaakt. Wat mij betreft horen goede verzamelbundels bij een levendig genre en ik ben blij dat Nederland na het jaarboek Ganymedes nu ook EdgeZero kent. Zo kunnen meer lezers in aanraking komen met de diverse schrijvers die ons genre rijk is. Het blijft een uitdaging om uit het relatief kleine genrewereldje te breken. Van de organisatoren hoor ik dat het ze inderdaad lukt veel lezers te bereiken.

Aan de verhalen zal het in elk geval niet liggen. Die zijn bijna allemaal van erg hoge kwaliteit. Beter, naar mijn mening, dan in de vorige edities! Lezers van dit tijdschrift en het jaarboek Ganymedes zullen in deze bundel wat oude bekenden tegenkomen. Er zijn drie verhalen uit Fantastische Vertellingen opgenomen en één uit Ganymedes. Andere verhalen kende ik omdat ik veel verhalenbundels lees. Maar ook ik kwam genoeg nieuws tegen in deze bundel en werd verrast door het talent van een paar relatieve nieuwkomers.

Het verhaal Heidelberg, mon amour van Tais Teng en Jaap Boekestein is een mooie opener – een origineel tijdreisverhaal, met fantastische toekomstbeelden (ook van een Aarde miljarden jaren verder), een intrigerende relatie en een mooi einde. Zoals alle verhalen van dit duo buitelt dit verhaal van de vondsten, maar vooral van iets wat ik alleen maar kan beschrijven als ‘levenslust’. Het plezier van de schrijvers spat ervan af. Ik genoot ervan. Het verhaal van Anaïd Haen De vrouw van een halve eeuw is prima geschreven en bevat een goed en invoelbaar weergegeven centrale relatie. Het beschrijven van geloofwaardige relaties is echt de kracht van deze auteur. Het onderliggende SF-idee vond ik echter niet zo boeiend, want ik had het idee dat al veel vaker te zijn tegengekomen in verhalen en films, zonder dat dit verhaal daar veel aan toevoegde. Wouter van Gorp heeft een mooi jaar doorgemaakt met hoge noteringen in verschillende wedstrijden en een verhalenbundel Schemerwoorden. Zijn verhaal in EdgeZero stond ook in Schemerwoorden, maar het was zeker geen straf het opnieuw te lezen. Een demon verlangt naar verlossing. Goede, heldere beschrijvingen, een paar heel interessante wendingen en leuke theologische speculatie, daar kun je mij wel mee winnen. Ik ben heel benieuwd wat deze auteur nog meer gaat schrijven! Sophia Drenth toont haar talent weer duidelijk aan in het verhaal Fragmenten. Het doet wat denken aan The Time Travelers Wife – volgens mij is ze zich daar zelf ook wel van bewust, maar met een Drenth-draai en veel heftigere emoties. Het blijft hangen.

Ons Amsterdam

Tijs de Jong komt met Rassenhaat in vijf gangen met een heel verrassend verhaal over een magiër die zijn gave alleen wil gebruiken om te koken. Een leuke opbouw met likkebaardend lekkere gerechten, maar een heftig einde. Ook van deze auteur hoop ik meer te lezen. Iets over slapen en wekken van Sander de Leeuw vond ik zelf iets minder. Misschien omdat ik een beetje van mijn fascinatie met draken af ben, of omdat het einde me niet echt verraste. Het deed me niet zo veel. De Fuliaboeken van Joost Uitdehaag behoren tot mijn favoriete Nederlandstalige fantasy, maar hier toont hij aan ook prima SF te kunnen schrijven. Een onzekere vrouw gaat gebruik maken van AI om beter te kunnen onderhandelen, maar de kunstmatige intelligentie beschikt natuurlijk niet over morele afwegingen. Heel sterk vond ik het, al zie je het einde wel een beetje aankomen.

Met Het gelukkige land van Jack Schlimalznik was ik blij verrast. Ik was niet echt fan van het winnende verhaal van vorig jaar, maar dit verhaal vond ik echt goed. Heel sfeervolle, evocatieve beschrijvingen die je echt naar de exotische locatie van dit verhaal verplaatsten (al had hij misschien een alternatief voor het woord ‘plastic’ kunnen vinden, en een goed uitgedachte wereld met onder andere een rol voor de strandbeesten van Theo Jansen. Mijn enige puntje van kritiek is dat de vleesetende planten voor mij als ‘teveel’ overkwamen. Ik snap hun rol in het verhaal, maar zonder was het veel sterker geweest als apocalyptisch toekomstbeeld. De rol van plastic suggereert immers dat het onze toekomst zou kunnen zijn, maar de planten plaatsen het verhaal toch in een fantasyuniverum, voor mij in elk geval. Bij verhalen van Tom Thys weet je wat je kunt verwachten. Een lyrisch, doch grimmig taalgebruik dat de grauwe rafelrandjes van het grootstedelijk bestaan blootlegt, pure, rauwe karakters aan de zelfkant van de samenleving en gruwel waar je een sterke maag voor moet hebben. Ik vond het hier alleen jammer dat de identiteit van de dader geen verrassing was.

De Patch van Frank Roger is een mooi SF-verhaal met een ijzingwekkende ontknoping. Kort, maar krachtig. Het verhaal van Debby Willems, Tegenpolen, was erg leuk. Een man komt na zijn dood in een nogal bureaucratische versie van de hel en krijgt de taak mensen tot zonde te verleiden. Uiteindelijk ontmoet hij zijn hemelse tegenhanger. Ze besluiten samen te werken … Een emotioneel sterk einde! Ik hoop dat Willems nog veel meer gaat schrijven en hoop een keer een verhalenbundel van haar hand te kunnen lezen. Maarten Luikhoven komt met een echt SF-verhaal, Kielzog, dat zich in een heel verre toekomst afspeelt. Spekkie naar mijn bekkie. Het deed me denken aan de ‘golden age SF’ waar grote ideeën centraal stonden, maar op een goede manier. Hij had mij in elk geval helemaal mee. Jorrit de Klerk blijft zichzelf steeds verbeteren. Hij is een van de opkomende SF-schrijvers in ons taalgebied en ‘Vergeten getallen in een ver verleden’ is een volwassen verhaal, met levendige beschrijvingen van de invasie van Normandië en een aandoenlijke liefdesrelatie. Fris, origineel en wat mij betreft een van de beste verhalen in deze bundel. In 2019 verschijnt de debuutroman van De Klerk – ik kijk er al naar uit.

Tais Teng is een oude bekende. Hij reist opnieuw miljarden jaren in de toekomst voor een verhaal in de wereld van de Stervende Aarde van Jack Vance. Levendig en onderhoudend. Mike Jansen sluit deze bundel af met Fluxloos, een heel sterk SF-verhaal. Misschien een beetje lang voor het centrale idee, maar ik verveelde me geen moment. Het gaat ook meer om de levendige beschrijvingen van een totaal veranderde wereld, met een bijna buitenaarde ecologie. Goed uitgedacht en het zou zo de setting kunnen zijn voor een roman! Een sympathieke hoofdpersoon en een mooi einde. De Nederlandse setting werd ook mooi gebruikt, vond ik, en een niet-menselijke intelligentie werd goed weergegeven. Jansen schrijft behoorlijk consistent sterke verhalen en dit verhaal laat heel goed zien wat hij vermag. Al met al waren er dit keer geen verhalen in de bundel die me tegenvielen of die een naar gevoel achterlieten. De kwaliteit neemt in mijn ogen elk jaar toe en ik kijk al uit naar de editie van volgend jaar!

Eerder verschenen op Hebban