Het rijke leven van een Hongaarse vluchteling
[Recensie] Elmar Berkovich was tijdens zijn leven een gevierd en veelzijdig ontwerper, maar raakte na zijn dood snel vergeten. De Hongaar vluchtte als verzetsstrijder in 1922 naar Nederland en werkte jarenlang bij Metz & Co in Amsterdam, waar hij bevriend raakte met Willem Rietveld, Willem Penaat en Marcel Breuer. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vervalste hij met Willem Sandberg persoonsbewijzen, wat hem uiteindelijk het Nederlanderschap bezorgde. In 1947 werd hij esthetisch adviseur bij Philips en richtte hij Europese vestigingen in met voor die dagen revolutionaire kleurenschema’s. Hij tekende interieurs voor Shell, Bata, ziekenhuizen en de nieuwe Stadsschouwburg in Eindhoven. In het Van Abbemuseum voorzag hij zalen van kleur, tot enthousiasme van toenmalig directeur De Wilde. Duizendpoot Berkovich ontwierp daarnaast verlichting, kachels, klokken en stoffen voor De Ploeg. Hij vond ook nog tijd voor lezingen en publiceerde regelmatig over meubels en interieur.
Dit rijke leven is bekwaam opgetekend en gedocumenteerd door Harry Broekman en Madeleine Lim in de oeuvrecatalogus Elmar Berkovich – meubelontwerper en interieurarchitect. Opnieuw een mooie uitgave van de Stichting BONAS die het werk van negentiende- en twintigste eeuwse Nederlandse (interieur)architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten in kaart brengt. Lim en Broekman baseerden zich op de ontsloten archieven van Berkovich en Metz & Co. Zij typeren Berkovich als een bemiddelaar. Een trait d’union tussen de klant en ontwerper die experimentele ontwerpen in bruikbare meubels wist te vertalen. Toen hij merkte dat zijn klanten stalen buismeubels te kil vonden, ontwierp hij meer traditionele, monumentale, houten fauteuils. Maar tegelijk werkte hij aan experimentele meubels die kopers zelf moesten monteren. Tegenwoordig standaard, in het Interbellum een innovatie. Namens Metz verzorgde Berkovich ook de inrichting van modelwoningen van onder meer Rietveld, waarvoor hij allerlei experimentele oplossingen bedacht. Maar hij bemiddelde ook tussen ambachtelijke kunstenaars en massaproducenten, zelfs tussen arbeiders en fabrikanten. Berkovich hechtte grote waarde aan een allround vakkennis en was waarschijnlijk een van de laatste ‘universele ontwerpers’.
Het boek is een eerbetoon aan de verfijnde estheet Berkovich die ten onrechte in de vergetelheid raakte. Want hoewel geen revolutionair, slaagde hij er altijd in comfort, stijl en elegance tot een eenheid te brengen. Ook schrok hij niet terug voor experimenten. Al in 1926 onderzocht hij met een bevriende arts de werking van kleuren. Zij plaatsten proefpersonen voor een kleurvlak en maten na dertig minuten hun polsslag. De resultaten verwerkte hij in kleurenschema’s voor zijn latere fabrieksinterieurs.
Eerder gepubliceerd in Items, tijdschrift voor vormgeving en visuele communicatie
Bazarow Populaire Fictie
Bazarow Literatuur & Non-fictie
Bazarow Kinderboeken