"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

En nooit was iets gelogen

Zaterdag, 11 juli, 2015

Geschreven door: Ellen Heijmerikx
Artikel door: Suzanne van Putten

Als je heel hard denkt, dan is het zo

Je man bekent op zijn sterfbed grote geheimen over zijn jeugd. Wat doet dat met een mens? Het overkomt Juanita. Na hem aangehoord te hebben gaat ook zij terug naar haar jeugd en vertelt erover. Niet aan Pepe – hij is inmiddels overleden – maar aan de lezer van En nooit was iets gelogen. In een raamvertelling gaan we bij toerbeurt terug naar de jeugd van Pepe en Juanita. In een mooi samengeweven roman vertelt Ellen Heijmerikx het verhaal van twee Spaanse immigranten in Nederland.

Pepe  heeft nog maar een paar dagen te leven, hij heeft de strijd tegen kanker verloren. Hij gebruikt deze tijd om zijn geheimen op te biechten aan zijn geliefde Juanita. Hij bekent een moord. Zij heeft daarom niet alleen te handelen met een sterfbed, maar ook met een emotionele strijd die ze omschrijft als een marteling.

 ‘De kracht van Pepe’s woorden groef me in. Ik zat daar maar, in die stoel naast zijn bed, mijn armen bewegingloos, mijn hoofd als een bal in de brandende zon.’

Pas aan het einde van de roman begint Juanita te begrijpen waarom hij al die jaren zweeg, ‘dat het een leven lang kan duren voor je iets van je af weet te schudden’.

Boekenkrant

Spel en werkelijkheid

Tot dat besef komt ze echter niet voordat ze zelf terugkijkt op haar leven. Ook zij durft zichzelf ‘niet volledig onder de loep te nemen, laat staan een waarheid te vertellen die [haar] ego niet ten goede komt’. Juanita groeide op in het toneelgezelschap van haar ouders. Ze worstelt met haar identiteit; ze moet al sinds haar tiende levensjaar volwassen vrouwen spelen en vraagt zich af of ze haar eigen leven leidt of dat van haar moeder. Het gezelschap leeft tijdens de dictatuur van Franco.

‘In het land waar ik ben geboren, verraadde men elkaar. In het land waar ik opgroeide zonder vaste woon- en verblijfplaats bleef de oorlog bij elke stap onder onze voeten doorsmeulen.’

De angst om onder het regime van Franco opgepakt te worden is steeds aanwezig. Heijmerikx weet deze angst, maar ook de toevlucht tot toneel en spel, heel overtuigend neer te zetten: uiteengerukte gezinnen die het gezelschap tijdens het rondreizen tegenkomen, mannen die hun leven in grotten doorbrengen om de Guardia Civil en de dood te ontvluchten, het continu op de hoede zijn voor verraders die hun verlichte ideeën doorvertellen. Juanita groeit op met het motto ‘Als je heel hard denkt dan is het zo’ – nooit is iets gelogen, als je het maar meent.

Vaderfiguren

Pepe heeft een heel andere jeugd gehad, die wordt gekenmerkt door het zoeken naar de vader die hij nooit had. Hij wordt veel gepest omdat zijn moeder van alles doet om rond te komen, inclusief het verkopen van haar lichaam. Pepe vindt een vaderfiguur in de dorpsgek Luiz, met wie communiceren in tegenstelling tot wat iedereen denkt, toch mogelijk blijkt: hoewel hij niet kan praten, zingt hij wel.

Maar ook de paters in het klooster waar hij enkele jaren woont, vormen zo’n identificatiepunt. Zijn verlangen naar een vader verklaart deels waarom hij nooit in opstand komt tegen het misbruik door broeder Esteban. Hartverscheurend zijn de passages waarin Heijmerikx Pepe’s onschuld beschrijft, zijn zoektocht naar de duiding van het misbruik.

Kunstig brengt Heijmerikx Pepe’s offer, zoals Esteban het beschikbaar stellen van Pepe’s lichaam noemt, met slachtoffers en daders in verband. ‘Het offer kon geen zonde zijn. En degene die het offer vroeg?’ Het beschadigt hem:

‘Hoe had hij kunnen denken dat hij het moeilijk had, toen, met de honger, de kou, het gepest, de dingen waar je gewoon woorden voor kon vinden. Dat was niets vergeleken bij dat wat er zich nu in zijn hoofd afspeelde.’

Heijmerikx bouwt sterke personages op: de gebeurtenissen zorgen voor karakterontwikkeling die de hoofdpersonen levensecht maakt. Juanita en Pepe worden beiden gevormd door hun jeugd bij het toneel, en als vanzelf vormt dat ook het verhaal. Thema’s keren terug: waarheid en verbeelding spelen een rol, maar ook de verschillende verschijningsvormen van angst. Van een angstaanjagend politiek regime tot religieuze misbruikers: het vormt wie Juanita en Pepe zijn. Op zoek naar thema’s en citaten kun je blijven strepen in de kantlijn: het boek kent nauwkeurige getekende verbanden en bevat geen losse draadjes.

Pepe neemt uiteindelijk zijn toevlucht tot het gezelschap van Juanita’s ouders. Zijn verblijf bij het toneelgezelschap stimuleert hem verder om de copla’s die hij al van jongs af aan schrijft, verder te ontwikkelen. De gedichten in het boek zorgen voor een aangename afwisseling van poëzie en proza. En nooit was iets gelogen is een af boek: compleet, weloverwogen en nauwkeurig samengeweven.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: