"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Er zal eens...

Zaterdag, 24 oktober, 2020

Geschreven door: Anaïd Haen
Artikel door: Johan Klein Haneveld

Goed geschreven SF-verhalen over menselijke relaties

[Recensie] Als liefhebber en schrijver van sciencefictionverhalen juich ik elke Nederlandstalige SF-publicatie van harte toe. Het genrelandschap werd tot voor kort gedomineerd door fantasyboeken, vaak in de traditie van Tolkien en zijn opvolgers, in trilogieën en reeksen, maar een hele tak van de verbeeldingsliteratuur bleef onderbelicht en ondergewaardeerd. Gelukkig lijkt daarin de laatste jaren verandering te komen, met publicaties als de Ziltpunkbundel van Taïs Teng en Jaap Boekestein, de dystopische Slaves-serie van Miriam Borgermans en de harde SF-reeks De zwijgende aarde van Quasis (waaraan Django Mathijsen en Anaïd Haen trouwens ook meewerken). Lezers zoals ik kunnen hun hart ophalen! Korte verhalen zijn vanouds een van de belangrijkste vormen van het sciencefictiongenre geweest en het verschijnen van bundels kon daarom niet uitblijven.

Deze bundel bevat alleen maar sciencefictionverhalen. Geen fantasy te bekennen. Dat wordt onderstreept door de titel van de bundel, die een duidelijk contrast aangeeft met de andere tak van het genre. Beide auteurs hebben hun sporen in de sciencefiction ook al ruimschoots verdiend. Ik las hun verhalen al in uitgaves van het blad Pure Fantasy en Anaïd was de drijvende kracht achter de invloedrijke wedstrijd ‘Fantastels’. Hun verhalen, alleen geschreven of met elkaar, wonnen regelmatig competities zoals Trek Sagae en eindigden vervolgens ook bij de Edge.Zero-wedstrijd hoog genoeg om in de bundels gepubliceerd te worden – een paar daarvan zijn trouwens in deze collectie opgenomen. Wie deze bundel oppakt hoeft zich dus geen zorgen te maken over de kwaliteit ervan.
Gezien de resultaten van hun verhalen in wedstrijden zal er een groot lezerspubliek zijn dat hiervan zal smullen. De schrijfstijl van beide auteurs is vlekkeloos te noemen. De verhalen zijn vlot verteld, met mooie, goedlopende zinnen en natuurlijk overkomende dialogen. De redactie van deze bundel is ook erg goed geweest en ik werd niet door storende fouten uit de verhalen gehaald. Het is soms niet duidelijk welke verhalen door de ene auteur zijn geschreven, welke door de ander, en welke door hen samen, maar dat is een goed teken. Ze hebben de sterke kanten van elkaar overgenomen, zo lijkt het, en zijn daardoor als auteurs nog krachtiger geworden.

Waar deze verhalen heel goed in zijn – en gezien de verhalen in haar eerdere bundel Wraak op het spoor denk ik hier vooral de invloed van Anaïd te kunnen onderscheiden – is het levensecht en geloofwaardig weergeven van liefdesrelaties en gezinssituaties. Heel wat verhalen hebben een kleinschalige setting en behelzen mannen en vrouwen, ouders en kinderen. De spanningen en emoties die in deze situaties kunnen ontstaan zijn heel goed beschreven en als lezer wordt je er helemaal in meegenomen. Als deze verhalen één ding bewijzen is het dat dat sciencefiction niet koud of gevoelloos is (wat critici van het genre nogal eens beweren), maar dat het genre net zo menselijk is als enige andere vorm van literatuur. Geen met laserwapens zwaaiende helden hier, geen ruimteoorlogen en zelfs geen onderzoekers of ontdekkingsreizigers, maar mensen zoals jij en ik, met hun eigen sores in situaties die net even wat anders zijn dan wat wij ervaren. Zo wordt in één verhaal een conflict tussen de oma van de hoofdpersoon en haar bemoeizuchtige buurman heel mooi weergegeven. Ik genoot daar in elk geval erg van.
Helaas moet ik twee kanttekeningen maken bij deze bundel die het leesplezier in elk geval voor mij enigszins verminderden. Ten eerste lijkt het boek me beter geschikt voor lezers die niet heel erg geïnteresseerd zijn in de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen of die weinig moderne SF hebben gelezen. Ik vond in deze verhalen namelijk geen reflectie op recente wetenschappelijke ontdekkingen. De verzonnen werelden en levensvormen kwamen niet werkelijk geloofwaardig over. De zanddraken en de astrorka leken bijvoorbeeld beter te passen bij de SF-verhalen uit de pulptijdschriften van de jaren ’30 waarbij wetenschappelijke geloofwaardigheid niet zo belangrijk was. De ideeën van de verhalen zelf leken ook eerder bij oudere SF te passen. Het eerste verhaal doet bijvoorbeeld al denken aan Star Trek, compleet met een schip met een observatiedek, teleportatie van en naar een planeet en een rationele androïde die aan Data deed denken. Robots die zo uit de verhalen van Asimov gestapt konden zijn, kwamen meermaals voor en één verhaal was zelfs expliciet op een klassieker van deze schrijver gebaseerd. Ook de oorsprong van zwarte schilderingen op de wanden van een ruimteschip was makkelijk te raden door iemand die SF heeft gelezen over de dreiging van kernoorlog, bijvoorbeeld There will come soft rains van Ray Bradbury.
De meest interessante verhalen voor mij waren De epische, interstellaire queeste van een sleutelhanger … dat precies doet wat de titel zegt en een interessante vervreemding opriep, vooral door het perspectief. Ook fascinerend was het gedachtenexperiment van De naspelling. De corrector gecorrigeerd was een interessant tijdreisverhaal (al deed het me sterk denken aan de film Looper). Voorbij de zeeval had een boeiende omgeving en een sterk surfavontuur (ook al herkende ik de situatie uit het Storm-stripverhaal De zeven van Aromater). Het einde van Verstilde liefde bevatte een mooie wending, maar films als Interstellar hebben ook al uitvoerig met het uitgangspunt van dit verhaal gespeeld.

Ten tweede had ik vanuit mijn persoonlijke achtergrond mijn twijfels bij de conservatieve ideologie van deze verhalen. Ik vind dat ik dit bij de beoordeling van de kwaliteit van de bundel niet moet meenemen, maar ik wil het wel noemen, al was het alleen maar omdat de lezer van deze recensie dan een goed beeld krijgt van wat hij of zij kan verwachten. In deze verhalen komt klimaatverandering of destructie van ons leefmilieu (belangrijke thema’s in niet alleen onze werkelijkheid, maar ook in moderne sciencefiction) bijvoorbeeld nergens voor. Wel is er een sneer naar natuurbeschermers, die vooral bemoeizuchtig zouden zijn, en worden belastingen en regelgeving als kwalijke zaken neergezet. Het individu moet kunnen doen wat hij of zij maar wil – ook al is dat bijvoorbeeld met vervuilende auto’s blijven rijden wanneer er ook alternatieven zijn, of net zo veel kinderen krijgen als hij of zij wil ook al is de wereld overbevolkt. In een ander verhaal wordt het equivalent van een walvisvaarder als held neergezet. Het verhaal Vrijheid is standalone liet bij mij echt een nare smaak in de mond achter (verplaats het maar eens naar de VS in de 18e of 19e eeuw). Zoals gezegd is het mijn eigen overtuiging waardoor dit aspect van deze verhalen me niet zo beviel en hoeven deze thema’s voor andere lezers geen enkele belemmering te zijn om toch van de bundel te genieten.

Bergen

Eerder verschenen op Hebban

Boeken van deze Auteur: