"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Fascisme

Dinsdag, 12 mei, 2020

Geschreven door: Madeleine Albright
Artikel door: Doeko Bosscher

Een waarschuwing

[Recensie] Madeleine Albright is een door de schade en schande van fascisme en communisme wijs geworden vrouw. In 1937 kwam zij in Tsjecho-Slowakije ter wereld als Marie Jana Korbelová en ontkwam met haar familie aan Hitlers gaskamers door naar Engeland te vluchten – zelf hoorde ze pas op latere leeftijd dat zij Joods was.
Ze bekroonde als Amerikaanse haar wetenschappelijke/diplomatieke carrière met een ambassadeurschap bij de VN en als minister van Buitenlandse Zaken onder Bill Clinton. In Fascisme. Een waarschuwing is ze niet zuinig met Cassandra-achtige oproepen tot waakzaamheid. Net als bij de Trojaanse koningsdochter lijkt het bij mensen als Albright soms alsof de wereld de schouders ophaalt over wat zij te melden hebben. Wie weet kan dit boek mede door zijn toegankelijkheid helpen de drempel te slechten tussen onverschilligheid en nuchter besef.
De aanleiding is Donald Trump – de auteur windt er geen doekjes om. De democratie is volgens haar in gevaar. Als we fascisme beschouwen als een\ bijna geheelde wond uit het verleden, zegt Albright, “dan is Trump in het Witte Huis plaatsen zoiets als het verband losrukken en aan de korst krabben.” De huidige Amerikaanse president geeft alle autoritaire leiders in de wereld inspiratie. Daarmee is hij nog geen fascist. Wel kan het principe ‘America first’ tot fascisme leiden. Albright is op en top Amerikaans patriot, maar verafschuwt eng nationalisme en culturele bijziendheid. Trouw aan je eigen land mag, zegt ze, nooit het punt passeren “waar loyaliteit aan je eigen stam omslaat in wrok en haat, en vervolgens in agressie jegens anderen.” Daar heerst het fascisme.

Hoe afwijzend Albright ook staat tegenover het geperverteerde communisme, zij toont zich ook wars van anticommunistische hysterie à la Joseph McCarthy in de jaren 1950. Gematigdheid en humaniteit kenmerken alles wat zij schrijft. Waarom doen de mensen elkaar verschrikkelijke dingen aan? Als Amerikaans ambassadeur bij de VN bezocht zij een keer de stad Vukovar in Kroatië, waar talloze lijken van door Serviërs vermoorde patiënten slordig naast het ziekenhuis begraven lagen. Wat zij zag, sloeg haar totaal uit het veld. Alweer een bewijs hoe nationalisme en fascisme hand in hand kunnen gaan. Zo staat alle geschiedenis bij Albright in dienst van het punt dat ze wil maken.

Erdogan

Een compleet hoofdstuk in Albrights boek gaat over de Turkse potentaat Recep Tayyip Erdogan. Verrassend misschien, want het lijkt wat vroeg deze man al prominent aan bod te laten komen in een vertoog over fascisme. Zijn zucht naar macht is evident, maar dat heeft hij gemeen met veel meer politici. Is Erdogan werkelijk een exponent van het omstandigheden- en eigenschappencomplex dat iemand tot fascist maakt? Uiteindelijk zegt Albright dat niet met zoveel woorden, sterker, zij wil hem graag nog een kans geven om de morele ondergang te vermijden. Maar “dan zal hij eerst moeten accepteren dat het grootste obstakel voor vooruitgang niet de gülenisten, de terroristen of rivaliserende politieke partijen zijn – het is de stem in hemzelf die hem zegt dat hij en hij alleen weet wat het beste is voor Turkije.” Zo vat de ervaringsdeskundige Madeleine Albright haar ideeën over de bronnen van het fascisme mooi samen in een portret van iemand voor wie het nog niet te laat is. Erdogan profiteerde van de domheid en kleinzieligheid van zijn seculiere tegenstanders. Zij weigerden bijvoorbeeld – Albright verbergt haar afschuw niet – de vrouw van Erdogan de hand te schudden omdat zij een hoofddoek droeg. Bovendien leken zij zich meer te bekommeren om mensen die zich al goed konden redden dan om de massa’s voor wie globalisering en secularisatie bedreigingen vormden. Koren op de molen van het fascisme. De autoritaire leider creëert slechts voor een klein deel zichzelf. Een groter deel kringelt omhoog uit de as van een schijndemocratie die het volk minacht en zijn noden negeert. Niet voor niets draagt Albright haar boek op aan allen die het fascisme bestrijden, “bij anderen en bij zichzelf”.

Boekenkrant

Dit boek verdient de schijnwerper. Jammer dat de (drie) vertalers er soms zo’n potje van maken. Zo laten zij Albright op pagina 10 (het is maar een voorbeeld) zeggen dat haar vader Josef Korbel (hoogleraar in Denver geworden) zich zorgen maakte omdat de Amerikanen “de democratie voor lief dreigden te nemen”. In werkelijkheid gold Korbels bezorgdheid precies het omgekeerde. Amerika zag democratie “als een gegeven” en besefte te weinig dat elke democratie blootstaat aan bedreigingen. Tja, “to take for granted” heeft verscheidene betekenissen. Je moet als vertaler van een boek over fascisme (!) wel even opletten welke je kiest.

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine

Doeko Bosscher was hoogleraar eigentijdse geschiedenis aan de
Rijksuniversiteit Groningen.

Boeken van deze Auteur: