"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Gevangen in zwart-witdenken

Zondag, 2 december, 2018

Geschreven door: Babah Tarawally
Artikel door: Esther de Haas

Van zwart-witdenken word je depressief

Babah Tarawally toont op verfrissende wijze een nooduitgang

[Recensie] “Ik vroeg je niet wie je bent, ik vroeg je alleen waar je vandaan komt.” De toon is gezet wanneer Babah Tarawally in 1995 zijn eerste stappen zet op Nederlandse bodem. Als ontheemde had hij zich gemeld bij de douane van Schiphol. Een politieagent verhoort hem. Zojuist bestempeld als illegale vreemdeling met herkomst Sierra-Leone mag hij vanaf dat moment gaan wachten, en dit begint op een glad skai-leren bankje.

Onzeker over wat er met hem gaat gebeuren en tussen witte lange mensen zich voor het eerst bewust van zijn zwarte huidskleur, weet hij één ding: mijn menselijkheid ga ik niet verliezen. Mijn naam is Babah Tarawally, ik ben 23 jaar en een trotse Mandingo-man. Mijn naam betekent ‘adviseur van de koning’. Ik ben gevlucht voor oorlog en hier aangekomen om hulp te vragen om mijn leven en land te redden.

Gevangen in zwart-witdenken, en hoe we kunnen ontsnappen is geschreven door Babah Tarawally (1972). Nu, 23 jaar later, is hij succesvol schrijver en journalist. Zo lonkt Zwart-witdenken naar de Socratesbeker, de prestigieuze prijs voor het beste filosofieboek van het jaar. Tarawally studeerde filosofie in Amsterdam. Naast westerse filosofie kent hij ubuntu, een filosofie uit Afrika. Zoals de westerse filosofie zich kenmerkt door Sartres uitspraak “De hel, dat zijn de Anderen”, zo bestaat bij ubuntu het begrip ‘zij’ niet. Daar staat de gemeenschap centraal. Gesplitst door deze twee uiterste culturen — enerzijds het westers individualisme en anderzijds de Afrikaanse gemeenschap — heeft Tarawally een missie: bruggen bouwen. Hij wil contact maken tussen wij en zij.

Voordat Zwart-witdenken uitkwam schreef Tarawally twee andere werken, het literaire verhaal De verloren hand (2016) en de roman De god met de blauwe ogen (2010). Net als in deze eerdere werken huist ook in Zwart-witdenken een idealistische boodschap gevormd door levenswijsheid. Met zijn rustige manier van denken en schrijven zoekt Tarawally een route naar vrijheid, en wel voor iedereen. “Want,” zo zegt hij in een interview met de Volkskrant, “niet alleen witte, extremistische activisten hebben er last van, ook ik zat gevangen in het zwart-witdenken.”

Met zijn nieuwste boek doet de schrijver een handreiking om te ontsnappen uit het denken in zwart en wit, de gevangenis van ‘wij en zij’. “Zwart-witdenken maakt je depressief,” vervolgt hij in het interview, “het is het gevoel dat het niet meer goed komt.” Zo’n existentiële crisis, om bij de Franse filosoof Sartre te blijven, is te voorkomen en op verfrissende wijze toont Tarawally een nooduitgang. Zijn kwetsbare aanpak werkt bevrijdend.

Tarawallys rustige schrijfritme is prettig, je kunt hem goed volgen. Toch is er een keerzijde. Hij schrijft als een Zwitsers uurwerk: helder, strak en altijd duidelijk. Het is bijna af en toe saai. Het strakke ritme waarop je kunt vertrouwen mist hier en daar storing, een tipje menselijke emotie vanuit een persoonlijk perspectief. Tijdens het lezen van Zwart-witdenken ben je altijd observerend, je kijkt van buiten. Graag zou ik het hart van Babah Tarawally eens voelen — alsof ik hem ben.

Deze laatste maanden van het jaar is hét moment om Zwart-witdenken te publiceren. De zwartepietendiscussie laait op en ieder jaar lijkt de houding hierin militanter te worden. Met ‘blokkeerfriezen’ die demonstratievrijheid belemmeren en met de beelden van de Eindhovense Sinterklaasintocht nog helder op het netvlies, staat het wij-zijdenken op scherp. De anti-pietdemonstranten enerzijds, de eiergooiende racistische spreekkoren er lijnrecht tegenover. In aanloop naar het feest van Sinterklaas dompelen we ons in depressiviteit; het beeld staat op zwart-wit, het is wij tegen zij.

Terwijl de koppen tegen elkaar aan staan is het feest, en samen met Sinterklaas komen ook de cadeaus. Zwart-witdenken is dan een goed idee. Verpakt in glanzend cellofaan en voorzien van een strik en wie weet een gedicht is het een eyeopener voor iedereen, van demonstrant tot spreekkoorzanger. Want in plaats van “ik vroeg je niet wie je bent, ik vroeg je alleen waar je vandaan komt” kan het ook zo: het is een vreemdeling zeker, die verdwaald is zeker. Ik zal hem eens vragen naar zijn naam.

Eerder verschenen op Bureau HAAS