"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het geheim van de Gucci-koffer

Woensdag, 16 december, 2020

Geschreven door: Pauline Terreehorst
Artikel door: Marijke Laurense

Over het verdwijnen van de oude adel uit Midden Europa

[Recensie] Natuurlijk, vlak Parijs niet uit. Of Sint-Petersburg. Maar dik honderd jaar geleden lag het centrum van Europa ook echt in het centrum van Europa. In het Pruisische Berlijn en het Wenen van de Oostenrijkse keizers, die door slim te trouwen sinds 1867 ook nog eens koning van Hongarije waren. Waar het wemelde van de vorstendommen met prinsessen, graven, hertoginnen en andere (oeroude) adel, die natuurlijk bijna allemaal dol waren op bals en jagen en in een middeleeuws slot woonden. 

Die glorie is twee wereldoorlogen later wel vergaan: veel van die sprookjeskastelen zijn noodgedwongen omgetoverd tot museum­­, luxe hotel, jeugdherberg of bosbouwschool.

Ook de kostbare huisraad en het kunstbezit van ooit is vaak weg: ingepikt door de nazi’s, geplunderd door de Russen of ‘als souvenir’ meegenomen door de Amerikanen. Of het is zoek geraakt­­ omdat mevrouw de gravin het zelf al verpatst had, nadat haar eens zo onmetelijke­­ familiefortuin­­ was weggesmolten in de grote crisis van de jaren dertig. Terwijl­­ ze de liefdadigheid waartoe haar stand en haar geloof haar verplichtte, toch ergens van moest betalen­­. Of omdat ze wilde voorkomen dat ze haar prachtige spulletjes en gotische meubels cadeau zou moeten doen aan nazi-kopstuk­­ en onverzadigbare kunstverzamelaar Hermann Göring.

Een oude­­, geheimzinnige Gucci-koffer 

Boekenkrant

Zo kon het gebeuren dat Pauline Terreehorst (1952), voormalige Volkskrant-journalist en directeur van het Centraal Museum Utrecht, in 2004 op een Amsterdamse veiling een oude­­, geheimzinnige Gucci-koffer koopt met daarin wat kleren­­ en ansichtkaartenalbums. Waarvan ze nu, zestien jaar later, het wie en wat heeft achterhaald, met het enerverende levensverhaal van de ooit schathemeltjerijke gravin Margarethe (Margit) Szapáry, geboren Henckel von Donnersmarck (1871-1943). Een verhaal dat ook vertelt van de ondergang van de Oostenrijkse en Silezische adel.

Maar het begint als een gewoon sprookje. Margits familie heeft als moderne aristocratie stuitend goed geboerd in de mijnbouw en hoogovens. En als ze dan in 1900 (voor een vrouw van haar stand verdacht laat) trouwt met de zeer oudadellijke, maar armlastige Hongaar Szapáry, is er al gauw een romantische bestemming gevonden voor haar geld: de herbouw en smaakvolle inrichting van Finstergrün, een nieuwe, ‘middeleeuwse’ burcht in de bergen ten zuiden van Salzburg.

Ze zit vooraan bij de Katholische Frauen Organisation

De kasteelvrouwe heeft het er maar druk mee, helemaal als ze in 1904 plotsklaps weduwe wordt en zich lokaal zeer geliefd gaat maken als weldoenster. Zo laat ze een school bouwen (met centrale verwarming en een gymnastiekzaal!) en organiseert ze tijdens de Eerste Wereldoorlog heel kordaat de opvang en verzorging van gewonde en invalide soldaten. Ook zit ze met haar neus vooraan in de oerconservatieve Katholische Frauen Organisation, iets waar Terreehorst opvallend slecht over uit kan.

Ja, en dan Margit en het nazisme. Was ze een verzetsheldin omdat ze als ongeveer de enige in haar omgeving de Hitlergroet weigerde te brengen en zich tegen de Anschluss uitsprak? Omdat ze niet thuis gaf voor haar voormalige buurman Hermann Göring, een narcistische plurk boven wie ze zich altijd ver verheven moet hebben gevoeld? Maar nee, over haar democratische gezindheid hoeven we volgens Terreehorst geen illusies te hebben: mevrouw de gravin geloofde in een autoritaire standenmaatschappij, waarin de katholieke kerk een hoop en vrouwen bar weinig te zeggen hadden. Tenzij ze van adel waren en van wanten wisten. Oude koffer, prachtverhaal. Dus als u het uit heeft, toch maar eens kijken wat u nog zoal op zolder heeft staan?

Eerder verschenen in Trouw en op Marijke Laurense