"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Het verhaal van de Goscinny’s

Zaterdag, 20 juni, 2020

Geschreven door: Catel, Anne Goscinny's
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Een goede strip schrijven is best lastig bewijst een strip over de scenarist van Asterix & Obelix

[Recensie] Het is een gewaagde onderneming, een strip te willen maken over het leven van misschien wel de beste stripscenarist aller tijden, René Goscinny. Gewaagd omdat de lezer tijdens het lezen van de strip vaak zal wegdromen naar het werk van Goscinny zelf, met als ongeëvenaarde hoogtepunten Lucky Luck en Asterix & Obelix. De bekende striptekenaar Catel kwam in contact met de dochter van Goscinny, de schrijver Anne Goscinny. De vrouwen raakten bevriend en Anne vroeg Catel een strip te maken over haar vader. En alhoewel Catel alleen vrouwen in haar strips portretteert ging ze over stag, maar wel op voorwaarde dat ook Anne een rol in de strip zou krijgen. Vandaar de titel, Het verhaal van de Goscinny’s en zo wisselen in het boek hoofdstukken af tussen het leven van René en dat van dochter Anne met in deze hoofdstukken veel aandacht voor het ontstaan van het boek. Dochter Anne schrijft romans, maar is in Nederland en Vlaanderen nauwelijks bekend, zodat veel van de informatie uit dit deel van het boek langs de Nederlandstalige lezer heen gaat.

De Frans-Oekraïense Jood René Goscinny (1926 – 1977) groeide op in Buenos Aires waar hij met zijn vader, moeder en oudere broer woonde. Zijn vader was ingenieur en had een goede baan in het welvarende Argentinië van voor de Tweede Wereldoorlog. Mensen met een opleiding waren er welkom en de Goscinny’s waren welgesteld. De jongens hadden een zorgeloze jeugd. René was goed op school, van sporten hield hij niet. Hij vulde van jongs af aan zijn dagen met tekenen. De cartoons en films van Walt Disney werden zijn grote voorbeeld, maar hij genoot ook van de humor van Buster Keaton en Laurel and Hardy, het tweetal dat later voor een deel model stond voor zijn Asterix & Obelix. Kerstmis 1943 sterft zijn vader onverwacht aan een hersenbloeding. Die gebeurtenis heeft grote gevolgen. Zijn moeder moet werk zoeken, maar dat lukt niet in Argentinië. De oudste zoon wil in Argentinië zijn studie afmaken en blijft in Zuid-Amerika. René verhuist met zijn moeder naar New York in de hoop dat daar meer werk is, maar ook dat valt tegen. Dan volgen er jaren van grote armoede. Dat samen met de verhalen die doorkomen uit Frankrijk over de vervolging van de Joden, een groot deel van de familie van Goscinny wordt door de nazi’s vermoord, betekenen een ruw einde van zijn zorgeloze jeugd.

Rene is vastbesloten om in de wereld van de strips carrière te maken, maar gemakkelijk is dat niet. Het merendeel van Het verhaal van de Goscinny’s wordt besteed aan alle pogingen van René om zijn strips aan de man te brengen. Hij probeert wisselend in New York, Frankrijk en Brussel aan de bak te komen. Veel destijds bekende striptekenaars en uitgevers passeren de revue. Met een engelengeduld krijgt hij voet aan de grond en pas als hij besluit het tekenen op te geven en zich helemaal te richten op het schrijven van strips breekt hij door. En met eenzelfde engelengeduld moeten de lezers van de strip over Goscinnys leven elke stap in deze begindagen van zijn carrière doornemen. Het levert in het stripboek vooral pagina’s op met saaie stripbeelden van mannen die nadenken over nieuwe strips of nieuwe tijdschriften. Belangrijk is wel dat René in die periode vriendschappen en werkrelaties voor het leven sluit, met de tekenaars Urdezo (Astrix & Obelix), Morris (Lucky Luck) en Sempé met wie hij de bij ons veel minder bekende strips maakt over Le petit Nicolas.

Het verhaal van de Goscinny’s eindigt als het eindelijk interessant voor de lezer wordt, bij de start van de strip Asterix & Obelix. Graag had ik veel meer gelezen hoe deze strip de wereld veroverde en hoe de duo’s Goscinny & Uderzo en Goscinny & Morris jaar in jaar uit hun strips schreven en tekenden. Ik had willen lezen wat ze er mee wilden bereiken, welke satire ze probeerden te bedrijven. Ik had veel meer de achtergronden, analyses, meningen van collega’s, herinneringen van andere familieleden over Goscinny willen lezen. Een complete biografie dus.

Boekenkrant

Het verhaal van de Goscinny’s is zonder meer een aardig poging om op een originele manier het leven van een groot kunstenaar te beschrijven. Dat zijn enige kind en dochter Anna hier aan meewerkte is op zich niet bezwaarlijk, ik heb nooit moeite met een hagiografie, als je maar weet wie de schrijver is. Maar toch hinkt de strip te veel op twee gedachten: de prominente rol voor de dochter in het boek stoort. De opdracht die Catel zich oplegt door alleen strips over vrouwen te maken is natuurlijk geoorloofd. Maar misschien had ze niet van die opdracht moeten afwijken, één boek over twee Goscinny’s is te veel van het goede.

Toch valt er genoeg te beleven in het boek en zitten er mooie vondsten in. De tekeningen zijn prettig en sfeervol. Maar het meest bijzondere aan het boek is dat er door de hele strip heen originele tekeningen van Goscinny zijn afgebeeld. Uit zijn kindertijd, zijn middelbareschooltijd, maar ook zijn eerste strips waar hij als professioneel tekenaar mee probeerde door te breken. Ook documenten uit die tijd, zoals de opzet voor verschillende strips en ook die over Asterix & Obelisk zijn opgenomen. Erg interessant en mooi. Helaas, en dat is dan weer een minpuntje, zijn deze teksten dan weer niet vertaald.

Als Het verhaal van de Goscinny’s iets aantoont is dat het schrijven van een strip niet zo gemakkelijk is. Goscinny had dit zelf vast beter gedaan.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles