"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Morgen heten we allemaal Ali

Dinsdag, 18 mei, 2021

Geschreven door: Gerrit Komrij
Artikel door: Quis leget haec?

Komrij poneert leuke stellingen

[Recensie] Gerrit Komrij‘s laatste bundel, Morgen heten we allemaal Ali, bevat ondermeer de teksten van een aantal lezingen die hij heeft gehouden, samen met een aantal prozateksten en essays. Allemaal herzien en gereviseerd. Dat is mooi, maar ik kende ze toch al niet dus begon met een fris gemoed te lezen.

Ik moet zeggen, ‘aus einem guss’. Het eerste verhaal liegt er al niet om en heet Het verraad van mijn generatie. Komrij en generatiegenoten uit 1968 gingen natuurlijk ergens voor. Provo, protesten, sexuele vrijheid, alles zou anders worden. Het mag duidelijk zijn wat er van de generatie geworden is, het zijn bazen en baasjes, handelaren in entertainment en uiteindelijk verraders. Laat het aan Komrij over om hierover uit te weiden.

Vervolgens gaat hij de omarming van de Nederlandse knuffelhomo’s te lijf. Gerard en Gordon domineren, Jos Brink was helemaal geen baanbreker voor homo’s en uiteindelijk valt er voor homo’s weinig eer meer te behalen. Ook een prima hoofdstuk.

De titel van het boek is ontleend aan een uitspraak van Komrij uit 1983. Het vormt een mooi handvat om de tijdgeest van tegenwoordig te vatten:

Boekenkrant

“Intussen benoemt de minister van Binnenlandse Zaken de politiek acceptabele rapper en komiek Ali B tot adviseur. Ali B had immers zulke wijze antwoorden toen hem op de treurbuis naar de oplossingen van wereldraadselen werd gevraagd.”

Het deel over Wagner en ik geeft een mooie monoloog over de uitwerking van het woord “Wagner” op het gemoed van iemand die zich “ik” noemt. Het is dus geen beschrijving van de componist en zijn werk en dat is verfrissend:

“Er was iets aan de hand met fout en goed en zolang het tweetal bestond bleef het touwtrekken. Wagner kon niet fout of helemaal fout zijn, want wat hem werd verweten was pas na hem ontstaan of door toedoen van anderen, min of meer toevallige nazaten, en vast en zeker was Wagner ook niet voor honderd procent goed geweest maar dat had niets te maken met het foute van mensen die naderhand zijn muziek ophemelden..”

Komrij poneert leuke stellingen. Bestaat er foute muziek? Een moordenaar een dief kunnen we fout noemen maar muziek? Maar als muziek niet fout kan zijn, kan ze ook niet goed zijn…

Er staan verder nog stukken in over polemieken, essays, poëzie en erg vermakelijk is het deel Verdwenen Regenwoud. Dat gaat over lezen, boeken en het verzamelen ervan en levert uiteraard mooie quotes op:

“Een dag waarop je geen boek koopt is een dag die ook geestelijk als een dorre woestijn is.”

“Ik had een pesthekel aan leners. Het lenen van een boek staat haaks op het hebben van boeken. Je leent toch ook je snijtanden niet uit of je broekspijp?”

Het enige dat van mij mag ontbreken zijn de verzamelde tweets. Dat is me net iets te makkelijke vulling voor zo’n boek. Ik volg hem wel op twitter. Voor mij wel een boek om te herlezen (al doe ik dat zelden), het gaat toch aus einem guss…

Leuk: de actieve blogger Achille van den Branden wordt genoemd op de binnenflap van het boek.

Eerder verschenen op Quis leget haec?

Boeken van deze Auteur: